||29|| Serphone

Start bij het begin
                                    

Ademloos zei Elys: ''Dus dat is één van de redenen dat je niet terug wil keren naar Ignuron.''

''Hoe bedoel je?'' vroeg hij behoedzaam, alsof hij balanceerde op een koord gespannen tussen twee bergen. 

''Je bent bang dat als je teruggaat en je koninkrijk opeist je weer verblind wordt door macht en weer die persoon zal worden, of niet?''

''Misschien,'' mompelde Ash. Hij schudde lichtjes zijn hoofd. ''Ik heb er nooit zo over gedacht.''

Hij knipperde even met zijn ogen en richtte zijn blik weer op de ondergaande zon voor hen. 

''De eerste leugen die ik verteld heb, nou ja...Sage en ik―''

''Wat? Sage?'' onderbrak Elys hem verbaasd. 

Ash knikte. ''Ik vroeg hem op de Noordelijke Eilanden om niet te vertellen wat hij wist over mij en mijn afkomst, over onze jeugd aan het Westelijke Hof van Ignuron. Dat is waarom we niet precies hebben verteld wat er is gebeurd toen we elkaar voor het eerst ontmoetten.''

Ze herinnerde zich het verhaal over Sage die Ash redde van een vuurstuurder en het feit dat ze daar hun tegenovergestelde ximerué aan over hadden gehouden. ''Wat is daar aan gelogen?''

''De vuurstuurder die mij aanviel, was niet zomaar iemand. Het was Eroh.''

Elys' maag draaide zich om. Haar mond werd droog. ''M-maar...hij was iets van acht, toch? Hoe...hoezo kon hij toen al bliksemsturen? Waarom viel hij je aan? Jullie waren nog zo jong...'' ratelde ze. Ze kon het gewoon niet bevatten en beet op haar lip om haar stroom aan woorden tegen te houden. 

''Ik weet dat je gelooft dat niemand slecht is geboren, maar...'' Hij zuchtte. ''Eroh is altijd al manipulatief, sluw en machtsbelust geweest. Hij gaf niet om anderen. De meeste althans. Het zou op zich niet heel veel uitmaken ware het niet dat hij een ongelofelijk vuurstuur talent heeft. Hij was maar acht en ja hij was jong, maar dat weerhield hem niet om bliksem te sturen. Ik weet wat zijn zwaktes zijn, maar ze zijn minuscuul.''

Plotseling werd het voor Elys pas écht duidelijk wat voor een dreiging Eroh was voor Esmaron. Hij was niet gewoon een prins die meer macht wilde: hij was een prins die het zou krijgen...hoe dan ook. Een ijskoude rilling gleed over haar ruggengraat. 

''Maar hij kan tegengehouden worden, toch?'' De hoop in haar stem was flinterdun. 

''Als ik genezing vind, dan ja...misschien,'' antwoordde Ash zwaarmoedig. 

''Maar je vader dan? Hij is tenslotte de koning,'' begon Elys. ''Hij moet toch ook iets kunnen doen? En Eroh's moeder dan? Of Koningin Celia? Je zei tegen Mae dat zij hem misschien wel kon tegenhouden.''

Ash' rechtermondhoek krulde lichtjes. ''Ik bewonder je optimisme, maar geen één van hen zal Eroh volledig kunnen stoppen. Als dat zo was geweest was dat allang gebeurd. Mijn vader is de koning, maar jij weet ook wel via je vader dat hij zich erg heeft teruggetrokken. Eroh leidt het hele paleis en eigenlijk het hele koninkrijk. In theorie is hij misschien geen koning, maar in de praktijk komt hij er erg in de buurt. Ik denk dat het allemaal precies volgens Serphones plan gaat. Als Eroh meer macht krijgt, krijgt zij ook meer aanzien en macht. Dat is het enige wat ze ooit heeft gewild. Ik betwijfel of ze ooit van Eroh of mijn vader heeft gehouden. Het zou kunnen dat ze...''

Ash stopte abrupt en slikte zijn woorden in. Hij keek omlaag. Elys' nieuwsgierigheid werd aangewakkerd. ''Dat ze wat?''

''Ik weet niet...het is maar een vermoeden,'' weifelde hij. 

''Als je wil dat ik je weer ga vertrouwen zal je eerlijk moeten zijn tegen me, zoals je hebt beloofd.''

Het klonk meer als een beschuldiging dan Elys had gewild. Ash' zilveren ogen waren roodgoud gekleurd door het zonlicht dat ze weerkaatsten. 

The Frostfire PrinceWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu