KOEN
Ik weet niet wat hoe het komt, maar Tineke doet sinds gisterenavond nogal vreemd. Opeens wil ze niet dat mijn ouders en onze collega's het weten van 'ons', terwijl ze het zelf heeft voorgesteld. En ik moet eerlijk toegeven dat ik het wel erg vind dat ons bezoek aan mijn ouders niet doorgaat. Ik keek er wel naar uit. En natuurlijk begrijp ik Tineke ook wel, het moet niet gemakkelijk zijn om je schoonouders voor de eerste keer te ontmoeten, maar ooit zal dat toch moeten gebeuren? En dan is er nog iets. Tineke deed gisteren ook nogal raar. Het leek alsof ze verdrietig was. Daarna ging het al wel wat beter, maar nu, aan tafel, is ze weer zo stilletjes. Meestal zijn wij 's morgens aan het babbelen en lachen. Gewoon omdat we blij zijn dat we samen aan een fantastische dag kunnen beginnen en weten dat we zo dadelijk weer samen aan de slag kunnen op kantoor. Maar nu is het anders. Tineke staart maar wat voor haar uit. Wat is er toch met haar? Ik besluit het gewoon te vragen. Ook al heb ik dat gisteren ook al een paar keer gedaan. "Tineke, wat is er?" vraag ik bezorgd. "Uh, niets!" zegt ze met een glimlachje. Maar ik zie dat het geen echte glimlach is. Het is gespeeld. Ik vraag me alleen af waarom. Ze weet dat ze alles tegen mij kan vertellen? Toch? Ik zeg het haar gewoon nog eens. Dat kan immers toch nooit kwaad. "Je weet dat je tegen mij alles kan vertellen, hè?" "Tuurlijk weet ik dat!" zegt ze, weer met die gespeelde glimlach. Ik maak me zorgen. Serieuze zorgen. Waarom zegt ze niet gewoon wat er is?
Als we op kantoor aankomen groeten we Patrick , die al op zijn vaste plaatsje achter de balie zit. Al snel komen we aan in de vergaderruimte en groeten dan ook de rest van het korps. Zoals gewoonlijk gaan Tineke en ik naast elkaar zitten. Ik begin wat te praten met de mannen en Floor en Brigitte zijn ondertussen ook al druk aan het, uh, babbelen? Ja, echt babbelen kan je het niet noemen. Ze zijn zo aan het opgaan in hun gesprek over die nieuwe kledingwinkel in ons dorp, dat heel het commissariaat het gesprek mee kan volgen. Maar we kijken de vrouwen daar allang niet raar meer voor aan. We zijn dat toch al gewoon. De meesten vinden soms best nog wel een grappig zicht. Maar terwijl iedereen druk in gesprek is, kijk af en toe eens naar Tineke. Zij is de enige die niets zegt en maar wat rond kijkt, of eerder staart. Voorzichtig, zonder dat iemand het kan zien, leg ik mijn hand op Tinekes been. Ze schrikt een beetje, maar kijkt me dan aan en glimlacht. Deze is wel echt. Dat zie ik, dat voel ik. Ik glimlach zo onopvallend mogelijk terug en knijp zachtjes in haar been, ten teken dat ik er voor haar ben. Ze glimlacht en geeft een korte, maar duidelijke knik. Nu ben ik al wat meer gerust gesteld. Ook al vraag ik me nog altijd af wat er met haar is. Want ze zegt nog altijd niets tegen de rest. Dat maakt dan ook weer wat ongerust. Normaal is ze altijd vrolijk. Zeker op het werk.
Mijn gedachten worden onderbroken door de chef die binnenkomt. "Mannekes, taakverdeling!" zegt hij op een strenge, maar toch vriendelijke toon. "Erik en Brigitte, jullie doen door met die zaak van gisteren. Koen en Tineke, papierwerk..." "Heel de dag?!" vraag ik hem licht geschokt. "Ja, Koen, heel de dag! Je overleeft dat wel!" zegt hij op een lachende toon. Dan geeft hij de rest ook taken. Floor en Obi mogen wel op patrouille. De gelukzakken!
Terwijl iedereen aan zijn taak begint, de rest al wat gelukkiger dan wij, gaan wij ons bureau zitten en beginnen aan ons werk. De tijd gaat redelijk snel voorbij. Dat komt waarschijnlijk omdat Tineke al terug een beetje kan lachen. Dat heeft ze sinds gisteren ook. Een soort van stemmingswisselingen. Is dat normaal? Of eerder, is dat erg? Ach, misschien heeft ze gewoon een dipje gehad en is alles nu weer terug goed? Dat hoop ik in ieder geval. "Ik ben klaar!" hoor ik Tineke met een redelijk vrolijke stem zeggen. Ik wacht even met antwoorden tot ik de laatste toets op het toetsenbord induw en het document sluit. "Ik ook!" zeg ik dan blij. "Kom, dan gaan we iets drinken!" zegt Tineke terwijl ze al is rechtgestaan. Ik sta ook op en wil mijn armen om haar heen slaan, maar ik bedenk me nog net op tijd waardoor ik een nogal rare beweging met mijn armen maak. "Amai, wat was dat voor een beweging?" vraagt Erik die achter de computer zit aan zijn bureau. "Uh, een stretchoefening, hè! Weet jij hoe moe uw armen worden van heel die tijd achter de computer te zitten?" zeg ik in de hoop dat hij het gelooft. Tineke kijkt me ondertussen al lachend aan. "Ja, dat moet je mijn niet vertellen! Ik zit hier ook al de hele voormiddag! Maar van mijn armen heb ik nu toch niet veel last." Zegt hij op een serieuze en normale toon. Hij heeft het dus niet door. Gelukkig! Ik en Tineke lopen verder naar de vergaderzaal. "Koffietje?" vraag ik aan Tineke terwijl ze op een stoel gaat zitten. "Dat slaag ik niet af!" zegt ze blij. Ik ben opgelucht dat ze terug zo gelukkig is.Wanneer de rest binnen komt, stoppen Tineke en ik met praten. Iedereen neemt zijn lunch en begint te eten.
Het is zoals altijd heel gezellig met heel het corps samen. Totdat ik Tineke zie weglopen. Ik begrijp er echt niets van! Ik besluit haar gewoon achterna te lopen. Het kan me niets schelen wat de rest denkt. En daarbij, ik kan toch ook gewoon bezorgt zijn om mijn collega?