Snikkend ren ik door het bos. Het was te mooi om waar te zijn. Ik zal nooit meer compleet zijn... Achter mij hoor ik Demon steeds dichterbij komen. Ik voel dat zijn verderf het bos verduisterd, ik voel dat hij dichterbij komt, en ik versnel mijn pas. Hij mag me niet te pakken krijgen. Ik ben dan misschien niet compleet, maar ik heb geen doodswens...
Angel... Geef het gewoon op...
"NOOIT!"
Ik begin nog harder te rennen, Theo's hart nog steeds in mijn handen. Ik zie de rand van het bos opdoemen, maar ik voek ook Demon naderen. Met een allerlaatste sprint ren ik het bos uit. Wat nu? Het is midden in de nacht, en ik kan nergens heen... ik kijk naar het bloederige stuk vlees in mijn handen.
"Zeker niet met dit in mijn handen..."
Wat isss er missss Angel? Geef je je over?...
In de verte zie ik de koplampen van een vrachtwagen opdoemen. ik grijns.
"Had je gedroomd..."
Ik hoor het gebrom van het voertuig mijn kant op komen, en zet een stap naar achteren.
Je kan niet meer vluchten Angel...
Het gebrom van de vrachtwagen is nu gevaarlijk dichtbij.
"Je zal me nooit te pakken krijgen Demon."
Met een vluchtige sprong spring ik naar achteren en grijp de zijkant van de vrachtwagen vast, en zet mijn voeten op de spatborden van de wielen. Mijn haar wappert in de wind als ik Demon uitdagend aankijk.
"Ik zal je missen..."
De vrachtwagen rijdt verder, Demon verbaasd achterlatend.
Ik had gehoord dat tweepoten ssssterker werden alsss ze bezeten werden, Maar je verasssssst me....
Wanneer Demon uit het zicht verdwenen is, haal ik opgelucht adem. Nooit gedacht dat DAT zou werken! Ik slaak een krankzinnige lach.
"Ik heb jou ook niet meer nodig Demon...
IK KAN HET HEUS WEL ZONDER JOU"
Ik verplaats mijn hand, en klauw nu aan de bovenkant van de vrachtwagen. Langzaam trek ik mezelf op en kniel neer op de bovenkant van het voertuig. Er is nog maar een probleem... Waar moet ik heen? Ik staar naar het hart, wat ik nog steeds in mijn handen heb. Met dit kom ik zowiezo nergens. Maar het is zo mooi... met spijt in mijn ogen bedenk ik dat ik het maar beter weg kan gooien. Ik kijk bijna gehypnotiseerd naar het bloederige stuk vlees, en knijp er zacht in. Een dun straaltje bloed loopt langs mijn hand.
"Vaarwel, Theo Sebastiaan van den Schild..."
Voorzichtig geef ik het hart een kusje, en gooi het daarna het bos in, waar ik in volle vaart langs rijdt.
"En nu terug naar mijn probleem..."
Waar moet ik heen...
Mijn ouders zijn geen optie. Die hebben vast mijn kamer ondertussen wel ontdekt... Ik grijns terwijl ik terugdenk aan die eens roze muren, die nu onder het gedroogde bloed zaten. Bovendien is Theo's lichaam ondertussen al ontdekt... Mijn grijns wordt nog breder terwijl ik denk aan zijn prachtige lijk.
Het hoofd zat amper meer vast aan zijn lichaam, alleen nog maar verbonden met een paar strengen vel, een doodse blik in zijn ogen en een van zijn oren miste. Op de plek waar ooit zijn hart zat, zit nu een groot gat. Het was zo leeg, dus heb ik er een stressbal in gestopt. De stressbal was neongeel, en er stond een vrolijk gezichtje op. De vloer zat onder het bloed, en ik heb mijn naam geschreven. 'DEMON'
Waarom kon het niet zo blijven...