(i) De definitie van vriendschap

199 29 160
                                    

"Sometimes it is the people no one can imagine anything of
who do the things no one can imagine."
-Alan Turing

Sherborne, Engeland 1929

De brief in Alans hand was gesigneerd met -Je C. C. Morcom, zoals elke brief die hij van Christopher ontving. Doorheen de zomervakantie hadden ze elkaar geschreven over hun nieuwste ontdekkingen, waarbij hij en Chris elkaar constant probeerden te overtreffen. Alan vertelde over zijn zelfgemaakte telescoop terwijl Chris speels opschepte over het nieuwste model dat hij voor zijn verjaardag had gekregen.

Bijtend op zijn lip, las Alan de laatste brief opnieuw door. Dat scenario speelde zich al de hele ochtend af. Het was de enige manier waarop de jongen zijn nervositeit kon bedwingen. Zijn blik bleef weer hangen op de ondertekening. Hij moest zich ervan vergewissen dat Chris weldegelijk zijn vriend was, en niet één of andere vreemdeling waaraan hij soms onleesbare brieven schreef. Terwijl hij het sierlijke handschrift van de brief in zijn hand bestudeerde, verzekerde hij zichzelf ervan dat Chris hem niet zou negeren. Niet zoals al zijn andere klasgenoten.

Alan borg de brief veilig op in zijn bureaulade, samen met zijn rode dagboek en nog een hele stapel andere brieven. Hij deed de lade op slot toen hij de kiezels op de oprijlaan hoorde knisperen. Een zwartgelakte auto stopte voor de deur van de kostschool. Hij kon een glimlach niet onderdrukken toen een met blonde haren gekroond hoofd achter het autoraam verscheen.

Als een krankzinnige schoot hij overeind en spurtte naar de deur van zijn kamer. Vanaf vandaag zou alles anders zijn. Nu was Chris er, als een reddende engel nedergedaald uit de Hemelen. Hij sprak zichzelf hoop in, maar zijn hart klopte genadeloos snel.

Met zijn hand nog vastgeklampt aan de deurklink, werd hij door Blamey tegengehouden. 'Zeg me niet dat je zo naar buiten gaat. Er staat al een vogelverschrikker in de tuin, één volstaat.'

Zijn eeuwig bezorgde kamergenoot legde zijn handboek aan de kant en stond op van zijn opgemaakte bed. Blamey was het toonbeeld van orde en netheid. Hij had dan ook de geheime missie aanvaard om Alan dezelfde fatsoenlijkheid aan te leren.

Voor zover was hij daar niet in geslaagd. Al bewonderde Alan zijn doorzettingsvermogen.

Met moederlijke precisie stropte Blamey zijn das, terwijl Alan zijn eigen haar uit zijn gezicht streek.

De jongen tegenover hem krabte zijn onzichtbare baard en leek de outfit goed te keuren.

Die blik was alles wat Alan nodig had om de deur open te rukken en de gang in te spurten. Hij werd nog nageroepen om niet in de hal te lopen. Zijn glimlach werd alleen maar breder, als er één persoon was waarvoor hij de regels aan zijn laars wilde lappen, was het Chris wel.

Half strompelend, zwierde hij de stenen trap af. De kalkstenen leunging verschafte enige koelte aan zijn klamme handen.

Toen hij eenmaal aan de grote poort aankwam, stond Chris al beladen met een koffer en een plunjezak de auto uit te wuiven.

Hij droeg de donkerblauwe vest met het logo van Sherborne op geborduurd. Hoewel iedereen hetzelfde uniform droeg, paste het uiterst goed bij Chris' goudblonde haar.

Zijn vriend draaide zich abrupt om, trok de zak wat verder over zijn schouder en speurde zijn omgeving af. Alans hart maakte een sprongetje, zou hij hem verwachten?

Die hoop zakte in zijn schoenen toen Chris' gezicht versomberde en naar de deur beende, langs Alan heen. Eén enkele seconde bleef hij daar als de verstomde vogelverschrikker staan, waarnaar Blamey verwezen had. Zijn grootste angst tikte hem op de schouder, alsof de eenzaamheid in persoon hem terug in de vergetelheid en schaduwen trok.

Enigmatische EmotiesWhere stories live. Discover now