015

34 1 0
                                    

Ik klem mijn kiezen op elkaar als Ingrid de schaar in mijn haar zet en ergens boven mijn oor knipt. Een lok lang, zijdezacht blond haar valt naar beneden.

Het liefst wil ik haar vragen of het wat langer kan blijven, maar ik weet dat ik niet in de positie ben om eisen te stellen. Als ik hier word uitgekotst, ben ik verloren.

Het geluid van de schaar tovert kippenvel op mijn armen. De tweede lok valt naar beneden. Mijn ogen beginnen te branden en ik sluit ze voordat iemand kan zien dat er tranen in staan.

Dit is het. Mijn leven is voorbij. Mijn oude leven, althans. Schoolmeisje Anna bestaat niet meer.

Die gedachte blijft zich, op het ritme van Ingrids geknip, herhalen in mijn hoofd. Af en toe hoor ik Ingrid zachtjes vloeken en knijp ik mijn ogen extra stevig dicht, alsof ik de werkelijkheid dan beter buiten kan sluiten.

Losse haren kriebelen in mijn nek, zitten gevangen tussen de oude handdoek en mijn trillende huid.

De schaar gaat sneller, knipt kort en krachtig, en ik weet dat Ingrid nu de laatste puntjes bijwerkt. Dan houdt het scherpe geluid op.

‘Is het klaar?’ vraag ik angstig, zonder mijn ogen open te doen.

‘Bijna,’ belooft Ingrid me. ‘We gaan nu naar boven om het te verven.’

‘Verven?’ Wat klinkt mijn stem schril. Dit had ik kunnen verwachten, maar toch ben ik er niet op voorbereid. Zelfs Nick vond mijn haar altijd mooi. Maanden geleden, tijdens onze eerste echte date, noemde hij me een engel.

‘Zelfs je eigen moeder mag jou straks niet meer herkennen,’ legt ze uit. Ik hoor medeleven in haar stem en vervloek mezelf even om mijn egoïstische gedachten. Iedereen in deze kamer heeft hetzelfde meegemaakt als ik, hoewel de meesten er blijkbaar voor hebben gekozen om een pruik te dragen. Zouden zij ook in tranen zijn geweest tijdens hun metamorfose?

Iemand helpt me met opstaan en wanneer ik mijn ogen opendoe zie ik dat het Nathan is. Hij legt zijn beschermende arm weer om mijn schouders en leidt me de trap op.

‘Welke kleur gaat ze het verven?’ fluister ik. Om één of andere reden wil ik liever niet dat Ingrid die vraag hoort.

Hij glimlacht naar me. ‘Dat weet ik niet. We hebben van alles: van gitzwart tot zalmroze. Misschien kun je een verzoekje indienen?’

Zijn kapsel ziet er normaal uit. Het is waarschijnlijk ook geverfd, maar ik durf te wedden dat het niet ten koste is gegaan van zijn uiterlijk. Voor een jongen is een verandering van haarkleur iets onbenulligs.

Ik weet niet hoe ik het voor elkaar krijg, maar mijn stem trilt niet als ik antwoord geef. ‘Zeg maar wat jij mooi vindt staan.’

Te laat realiseer ik me dat mijn stem – door de ingehouden tranen – laag en lichtelijk schor klinkt. Mijn wangen beginnen te branden.

‘Wat dacht je van smurfenblauw?’ zegt hij luchtig.

Het lukt me om enigszins geforceerd te lachen, maar als hij zijn blik afwendt, veeg ik gauw de opkomende tranen weg.

I just killed my boyfriendWhere stories live. Discover now