7.

1.1K 55 7
                                    

'Wake up!' Mijn ogen schieten meteen open, net als die van Jonas. Een jongen, sterk gebouwd, bruine haren en blauwe ogen staat voor ons. Hij lijkt op Luca, alleen gok ik hem iets ouder. Jonas en ik springen recht, zeggen geen woord tegen de jongen. We weten niet wat te doen.

'Jullie praten Nederlands zeker? Ik hoorde jullie praten daarnet.' Jonas en ik knikken. 'Gelukkig voor jullie kunnen we die taal spreken.' 'We?' Vraag ik. 'Als je wil overleven in deze spookstad, dan moet je in groep leven. Dus... Willen jullie overleven? Sluit jullie dan aan bij de bende.' Ik zet een stap naar voren. 'Waarom wil je ons in je bende?' 'Jammer genoeg zijn wij niet de enige bende die hier rondzwerven en voedsel stelen. We zetten alles op het spel om geld en eten te bemachtigen. Er worden zelfs illegale straatgevechten georganiseerd. Als je wint, krijg je geld. We willen jullie trainen. Trainen om mee te vechten.' 'Wie zegt dat we dat willen?!' 'Ik dwing je niet, maar als jullie op weg zijn naar de "grote stad" kan je beter wel met ons meedoen. Want je bent verkeerd gelopen. De stad is de andere richting uit, dit is een onbewoonde stad.' Ik kijk meteen naar Jonas. 'Maar je volgde de weg toch met de gsm van Luca? Hoe kunnen we dan verkeerd gelopen zijn?!' 'Ik en oriënteren gaan niet samen.' 'Je meent het?! Verdomme Jocke! Al dat wandelen voor niets!' Ik laat me zakken door mijn knieën en wrijf enkele tranen uit mijn ogen. Hij gaat ook op de grond zitten en gooit zijn arm om me heen. 'Het spijt me.' 'Daar zijn we niets mee.' Sis ik. 'Mijn voorstel is nog steeds geldig...' Gaat de Spaanse jongen door. Ik kijk op en zet me weer recht. 'We doen mee met die straatgevechten, daar verdienen we dan toch iets mee.' 'Evelien, je bent gek! We hebben dat geld niet nodig! Ik heb zelf geld bij me!' 'Dat geld zal ons leven niet redden Jonas!' Snauw ik. 'Je kan dit niet doen! We kunnen niet eens vechten! Laat staan dat we winnen! Het is een slecht idee en trouwens wie zegt dat die Spanjaard hier te vertrouwen is?!' 'Ik moet hem wel vertrouwen... Die bende is onze enige redding. In groep zijn we sterker, Jonas. De kans is kleiner dat Pieter en al die andere pedofielen ons vinden.' 'Zijn jullie op de vlucht?' Vraagt de jongen. 'Ja. We hebben jou bende nodig. We hebben veiligheid nodig.' 'Die kan je krijgen in ruil dat je meedoet met een gevecht.' Ik haal een krul uit mijn ogen en kijk hem zelfzeker aan. 'Deal.' 'Mooi zo, kom maar mee.' Voordat we vertrekken, houd Jonas ons tegen. 'Wacht, wacht, wacht! Dit is me een beetje te verdacht allemaal... Een Spanjaard die Nederlands kan, die ons "toevallig" vind en die ons wil laten meedoen met één of ander gevecht. Hier zit meer achter, dat kan niet anders.' De jongen kruist zijn armen over elkaar heen. 'Als je me niet vertrouwt, dan is dat jouw keuze. Nogmaals: Ik dwing jullie niet, het was maar een voorstel. Maar... Als je op de vlucht bent en onderdak zoekt, zijn wij momenteel de enigen die jullie kunnen helpen en als je wilt brengen we jullie na het straatgevecht naar de stad.' Ik spring meteen op van enthousiasme. 'Dat klinkt fantastisch! Maar... We kunnen niet vechten...' 'Geen probleem lady, ik leer jullie het wel.' 'Dit wordt echt gaaf! Hoe heet je eigenlijk?' Vraag ik dan. 'Mijn naam is Laurent Beloin, maar ik leef onder een schuilnaam: Guga Baül.' Ik trek mijn ene wenkbrauw op. Guga... Wat?! 'Ik ben Evelien Bosmans en-' 'Ik ben Jonas Van Geel.' Gromt Jonas. 'Om met de straatgevechten mee te kunnen doen heb je een schuilnaam nodig, zoiets als een artiestennaam. De politie heeft een hekel aan rondzwervende jongeren zoals wij. Die gevechten zijn, zoals ik al zei, illegaal. Als de politie ons betrapt, zitten we diep in de shit.'

'Wacht... De politie is een vijand van jullie?' 'Onder andere...' 'Hoe bedoel je?! Wil je zeggen dat je meerdere vijanden hebt?' 'Bijna iedereen eigenlijk. Luister meiske: wanneer de avond valt, ontwaken wij. Onze bende heet Red Freedom, we komen vaak in conflict met andere bendes zoals ghost call of de gevreesdste bende: Villa Andalusia.' Ik frons mijn wenkbrauwen. 'Villa Andalusia, dat is een vreemde naam voor een angstaanjagende bende!' Spot ik. 'Ze beschikken over de beste vechters. Ze wedden tijdens gevechten niet alleen om geld maar ook om bevoordeeld meisjes of gebouwen. Hun hoofdkwartier is een verlaten villa, vandaar die naam. Ze zijn de machtigste.'

'Maar de politie is dus ook een vijand van jullie?' 'Die rot flikken verklaarden straatgevechten als illegaal, we vliegen de bak in als ze ons zien. Elke bende is hun vijand. We zorgen volgens hen voor onheil en maken de stad onveilig. Persoonlijk snap ik hun probleem niet: deze stad is onbewoond. Niemand heeft last van ons!' 'Ik vrees dat we je voorstel niet aannemen Guga.' Zegt Jonas plots. Ik kijk hem niet-begrijpend aan. Waarom niet?! 'De politie is een vijand van jullie en Evelien en ik hebben hen net nodig om ons te helpen. Ze moeten die martelaars oppakken.' 'De politie zal je niet helpen, wij zijn jullie hulp.' Ik knik instemmend. 'Ik vertrouw jullie.' 'Ik niet.' 'Komaan vriend, de vrouw is de baas.' Lacht Guga. 'Fijn om dat uit de mond van een jongen te horen komen!' Glimlach ik vereerd. 'Goed... We gaan mee... Maar toch vind ik het een verdacht zooitje!'

We volgen Guga naar de buurt waar Red Freedom rond zwerft. Ik vind de naam wel grappig. Ik begrijp het tenminste, al denk ik dat er velen zijn zoals Jonas die het niet begrijpen. Ik zal het even uitleggen: de kleur rood is de kleur met de meeste betekenissen. Het betekend vrijheid, macht, gevaar, liefde, bloed, vuur, vreugde, adel, dapperheid en nog veel meer. Ik vind die naam nog niet zo slecht gevonden.

'Gasten! We hebben hier twee nieuwelingen! ze willen graag leren vechten!' Roept Guga luidt. Het is en blijft even stil, maar dan laten enkele meisjes en jongens hun gezichten vertonen. Eerst lijken ze wat schuw, maar al snel komen ze stoer naar ons toegestapt. Ze zijn allemaal in het rood en het zwart gekleed. Ze dragen gescheurde broeken en vooral schaarse kledij. Ze zien er allemaal heel stoer en cool uit. Een jongen, die naar voren stapt terwijl hij nog even op zijn kauwgom kauwt, bestudeert Jonas en mij grondig. 'Wat zijn hun schuilnamen?' Vraagt hij dan. Jonas en ik kijken elkaar aan. 'Wel?!' Gromt de jongen ongeduldig. 'Bossie.' Zeg ik snel, het is misschien maar mijn bijnaam, maar het is beter dan niets. 'Jocke.' Zegt ook Jonas. 'Bossie en Jocke. Goed. Welkom bij de bende.' 'Danku.' Zeggen Jonas en ik in koor. 'Normaal leven wij 's nachts, maar ik zie dat jullie moe zijn dus mogen jullie even uitrusten. Slapen kan je in het gebouw hier om de hoek, zo zal je geen last hebben van het lawaai en de muziek die we maken.' Jonas en ik knikken dankbaar en gaan dan naar het gebouw toe. Van Guga krijgen we een rugzak, daarin zitten kleren, eten en wat dekens om de nacht meer door te brengen.

Het gebouw waar we mogen blijven overnachten is oud, maar het kon steeds erger. Het valt eigenlijk nog mee. Al het meubilair is er nog, dus we hoeven ons geen zorgen te maken over de kwaliteit van het bed.

Ik gooi me meteen op het bed en wrijf enkele malen door mijn ogen. Jonas komt naast me liggen en gooit een deken over ons heen. 'Beter dan op straat te hoeven slapen, toch?' Lach ik. 'Ik vertrouw het niet... Al die leden spraken vloeiend Nederlands... Er klopt iets niet.' Gromt hij en staart naar het plafond. Ik ga tegen hem aanliggen en wrijf over zijn borst. 'Geef hen een kans, ze lijken me wel leuk en daarbij ze zullen ons beschermen en naar de stad brengen! Dat is toch wat we willen?' 'Ja.' Mompelt hij. Ik weet dat hij niet wil dat ons iets zal overkomen, maar als we niet gepakt willen worden dan moeten we nou eenmaal risico's nemen.

Een paar minuten later slapen we allebei. Hij slaapt tenminste, ik niet echt. Ik heb echt een hekel aan het lawaai dat ze maken. Ik hoor muziek, ik hoor geroep en gezang. Alles door elkaar eigenlijk. De muren dempen het geluid wel, maar toch verstoord het geluid mijn nachtrust.

Ik zet voorzichtig een voet uit bed, ik wil Jonas niet wakker maken. Mijn andere voet volgt, zo stil mogelijk plaats ik hem op de grond. Ik duw mezelf overeind. Even kijk ik naar Jonas die nog steeds slaapt. Hij zal niet merken dat ik even weg ben, in een flits ben ik vast weer terug...

Ik ga het gebouw uit. Ik wil naar de bende toestappen die volop feesten achter de hoek, maar plots hoor ik iets achter mij. Ik draai me geschrokken om. Er is niemand. Er was waarschijnlijk ook niemand. Ik ben gewoon zo snel bang van elk geluid om me heen en daar zijn die klootzakken de oorzaak van. Ik draai me weer om en stap weer verder. 'Wel, wel, wel...' Deze stem ken ik. Deze stem ken ik verdomd goed.

Heeeey mensen! Vergeet niet te stemmen of te reageren! Sorry dat het zolang duurde voordat er een nieuw hoofdstuk kwam, maar ja... School en al die andere dingen kwam er weer tussen. Ik zit echt met een irritant gevoel opgescheept: Ik kijk al een halfjaar uit naar vanavond(20/01), mijn idool, Jonas Van Geel zou vanavond misschien aanwezig zijn op een theatervoorstelling waar ik heen ga. Maar nu blijkt dat die gast nog steeds op reis is... Dus ik vrees dat ik hem vanavond niet zal zien... Misschien spot ik wel wat andere mensen die ook uit mijn boek komen, want de meeste personages zijn bekende Vlamingen. Wish me luck!

Locked by you 2Where stories live. Discover now