hoofdstuk 7

3.2K 18 5
                                    

Gedesoriënteerd werd ik de volgende morgen wakker. Waar was ik? Dit was niet mijn eigen bed, dat was zeker. Ik keek om me heen, en toen ik Thomas naast me zag liggen, kwamen de herinneringen terug. Ik was gister naar Thomas gegaan. Ik had hem gered. We hadden gezoend. Bij die laatste herinnering voelde ik mijn wangen weer warm worden. Het was zo fijn geweest. Na de kus hadden we een hele tijd liggen praten en tussendoor weer een paar keer gekust. Toen het donker begon te worden, had Thomas wat eten voor me gehaald bij een chinees op de hoek en had ik ondertussen mijn vader gebeld en gezegd dat ik bij Beck bleef slapen. Hij had haar nummer niet en wist niet waar ze woonde, dus kon hij het niet controleren. Na het eten waren we weer samen op bed gaan liggen en ik was blijkbaar op een gegeven moment weer in slaap gevallen. Ik zuchtte en liet mijn hoofd terug op het kussen zakken. Na een paar minuten keek ik weer op naar Thomas en zag dat hij nog steeds in diepe slaap was. Zachtjes stond ik op en liep naar het kleine badkamertje voor een snelle douche. Toen ik even later de badkamer uitliep, hoorde ik gestommel in de keuken. Ik liep er heen en zag Thomas, voorovergebogen bij het fornuis druk in de weer met een koekenpan. Toen hij me aan hoorde komen, draaide hij zich om en zei: ‘hé, goedemorgen, ik dacht dat je wel honger zou hebben, dus..’ en hij wees naar de pan, waar een gebakken ei zachtjes in lag te spetteren. ‘lekker, dank je’ zei ik, en ik zonk neer aan een keukenstoel. Toen Thomas even later een bord met ei voor me neerzette, kwam ik tot de ontdekking dat ik inderdaad best wel trek had. Ik pakte het bestek op en viel aan op het eten. Toen ik weer opkeek, zag ik dat Thomas heel stil naast me op een stoel was gaan zitten. Hij zag er een stuk beter uit dan gistermiddag, de weinige kleur die hij had was weer teruggetrokken naar zijn wangen. Als je niet wist wat er gister was gebeurt, was je niks vreemds aan hem opgevallen. Ik zag wel dat als hij zich bewoog, hij af en toe een beetje in elkaar kromp, maar meer niet. ‘doet het nog pijn?’ vroeg ik, nadat hij weer zo’n moment had gehad. ‘het is alleen een beetje gevoelig’ zei Thomas geruststellend, en hij aaide me over mijn natte haren. Daar nam ik geen genoegen mee en ik boog naar voren om hem te kussen. Thomas beantwoordde mijn kus en ik zag alleen nog maar Thomas, die evenveel naar mij verlangde als ik naar hem. De gevoelens die Thomas nu al 17 jaar voelde, kwamen eindelijk ook bij mij naar boven. Ik kreeg hetzelfde gevoel als gisteravond, toen ik er achter kwam dat dit klopte. Dat ik nooit meer iemand anders wou. Thomas was van mij.

En toen gebeurde het. Een krakende klap en brekend hout. Thomas en ik keken geschrokken op, in de richting van het geluid. Er hing een halve deur in het scharnier, de andere helft was een paar meter verder neergekomen. Verbaast dacht ik dat Peter er wel werk van maakte, tot ik zag dat het niet Peter was die met vlammende ogen in de deuropening stond. Het was een meisje, hooguit 15, die een moordlustige blik op mij wierp. ‘Melanie?’ vroeg Thomas verbaast, terwijl hij subtiel een stap voor me deed, zodat het blikveld van het meisje eerst werd gekruist door Thomas voordat ze mij zag. ‘wat doe jij hier?’ vroeg Thomas, en het meisje, Melanie, wierp haar blik nu op Thomas. ‘mooi, je herinnerd me dus nog. Ik dacht dat je me alleen nog zag als dat meisje dat je lang geleden leuk vond’ sneerde Melanie, terwijl ze een paar stappen in onze richting zette. Thomas keek haar verwachtingsvol aan. ‘het was ook een hele tijd geleden, dat weet jij ook. En we konden niet meer samenzijn door Peter…’ Melanie brak de zin van Thomas op dat punt af. ‘door jouw goede vriend Peter moet ik als vampier door het leven. O kijk niet zo!’ schreeuwde ze, toen Thomas een korte verbaasde blik kreeg. ‘je dacht toch niet dat ik er na 20 jaar nog steeds hetzelfde uitzag als op mijn 15e? Die lieve Peter van jou veranderde me na jouw vertrek, blijkbaar gewoon voor de lol’ ze was nu echt aan het krijsen, en ik bedacht me dat Thomas’ buurvrouw straks wel zou komen kijken waar dat lawaai nou vandaan kwam. ‘en hij daarna liet me gewoon achter!’ ging Melanie verder, en mijn aandacht werd weer naar haar verplaatst. ‘nieuw, uitgedroogd, en hij liet me achter! Dit was jouw schuld, dacht ik. Maar toen bedacht ik dat we zo weer samen konden zijn,  dat jouw aanwezigheid geen gevaar meer voor mij was. Ik heb je opgezocht, na 20 jaar eindelijk gevonden en nu blijkt mijn moeite voor niks te zijn, omdat je hebt besloten aan te pappen met dat..met dat WICHT!’ bij dat laatste keek ze bloeddorstig naar mij, en ik bedacht me dat het slimmer was om me nog wat meer achter Thomas te verschuilen. Melanie probeerde om Thomas heen naar mij te kijken, maar toen dat niet lukte slaakte ze een kreet van woede en stormde ze naar voren. Voor ze bij me was had Thomas haar al gegrepen en naar de andere kant van de kamer gegooid. Ze sprong overeind, wierp een gekwelde blik naar Thomas en schoot zo snel de deur uit dat ze slechts een wazige schim was. Het bleef even stil en toen blies ik hoorbaar mijn adem uit. ‘nou, dat was vreemd’ zei ik tegen Thomas, terwijl ik een behoedzame blik op de deur wierp. Het gesprek met Melanie had niet langer geduurd dan 5 minuten en het was onwaarschijnlijk dat ze nu al over haar woede heen was. Na een korte stilte liep Thomas naar me toe en omhelsde me. ‘tijd om iets leuks te gaan doen?’ vroeg hij fluisterend, met zijn mond bij mijn oor. Ik knikte, waardoor zijn lippen zachtjes over mijn oorschelp gleden. Thomas week naar achter en hield mij voor zich in zijn gestrekte armen. ‘kom, dan laat ik je een van mijn lievelingsplekjes zien’ zei hij terwijl hij me een warme glimlach schonk. Ik liet me gewillig door hem meetrekken, in de richting van de trap. Toen we door de deuropening liepen, keek hij meewarig naar zijn toegetakelde deur. ‘daar..eh..laat ik wel iemand voor komen’ zei hij, en ik voelde een glimlach opkomen. Onder het lopen pakte Thomas zijn mobiel en sprak met een of ander bedrijf. Eenmaal beneden, toen hij was hij uitgesproken, bedacht ik me plots weer iets. ‘Thomas, is het niet vreemd dat jouw buurvrouw niet is komen kijken wat er aan de hand was?’ vroeg ik, en ik voelde een kleine fronsrimpel tussen mijn wenkbrauwen ontstaan. Thomas dacht even na en liep toen samen met mij weer naar boven. De deur van de kamer naast die van Thomas stond op een kier. Behoedzaam liet Thomas mijn hand los en liep naar de deur. Met zijn voet duwde hij er zachtjes tegen, waardoor hij krakend openging. Hij stapte voorzichtig over de drempel en gluurde naar binnen. Toen hij dacht dat alles veilig was, stapte hij naar binnen en deed het licht aan.

Het huis had een typische oude mensen lucht, maar voor de rest rook ik niks vreemds. Ik keek even om me heen en liep toen richting de slaapkamer. Niks te zien. Ook in de keuken was niks vreemds te ontdekken, en de badkamer zag er normaal uit. Naast de bank in het woonkamertje stond nog een kopje, waar zo te zien thee in had gezeten en een koektrommel. Gewoon een huis, niks vreemds. Achter me hoorde ik iets bewegen, en ik draaide me om. Het was Sophie, die om de deur heen naar binnen gluurde. Nieuwsgierig, als altijd. Ik glimlachte naar haar, en ze gaf me een klein, onzeker lachje terug. ‘er is hier niks’ stelde ik haar gerust, of tenminste, dat dacht ik. ‘maar Thomas, gister, toen ik bij jou naar binnen ging, deed zij voor mij de deur open. En zo laat zijn we ook niet opgestaan, en..’ haar blik viel op het kopje en de trommel ‘en zo te zien heeft ze hier gister tv lopen kijken, of wat oude mensen dan ook doen. Waar is ze dan heen?’. Daar dacht ik even over na. Sophie had gelijk, dat kon ik niet ontkennen. Al sinds ik hier woonde, was mijn buurvrouw niet voor 8 uur haar appartement uitgekomen, en ’s avonds deed ze haar deur altijd stevig op slot en ging vroeg naar bed. Het was inderdaad best vreemd dat ze om, ik keek snel op mijn horloge, om half 8 al de deur uit was. Ik liep naar haar kapstok, en hoorde Sophie achter me aan komen. Aan de kapstok hing de jas van mijn buurvrouw. Ze had hem niet aan, terwijl het buiten miezerde. Een onheilspellend gevoel bekroop me en ik draaide me om naar Sophie. Maar ze stond niet meer achter me. ‘Sophie?’ vroeg ik. En ik keek om me heen. Geen Sophie. De deur, die eerst niet verder open was geweest dan een kier, stond nu wagenwijd open. Het huis was leeg, op mij na. Sophie was weg.

Stranger (OUD VERHAAL)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu