Hoofdstuk 11

5.1K 271 15
                                    

Fem loopt vol ongeloof naar de steen. De angst die ze bij elke stap zet voel ik door mijn hele lichaam. Mede dankzij mijn eigen angst denk ik.
Fem kijkt naar de naam, draait zich om en schreeuwt alles eruit.
'Nee! Waarom?! Hoe dan?!' Ze zakt door haar benen en ligt huilend op de grond. Iedereen lijkt in shock. Niemand kijkt naar elkaar. De een huilt, de ander denkt en Fem zit ondertussen tegen een boom aan. Schommelend neuriet ze een liedje. Door haar tranen en de brok in haar keel kan ik er niet specifiek een liedje uit halen.
Ik sta op een loop nogmaals naar de steen. Van de grond pak ik een tak en ga met de punt van de tak over Liv haar naam heen. Het meeste verf drupt via de hoek van de v naar beneden. Het glijdt naar beneden en verzameld zich op een hoekje van het daar niet afgewerkte beeld. Ik denk dat het bloed is.. De kleur is te diep voor een verf kleur. En het is zo dun.
Na een tijdje is al het bloed uit Liv haar naam gedrupt. Haar naam lijkt er in gekerft met een sleutel of een hele stevige scherpe pen ofzo.
Ik ga met mijn vinger over haar naam heen, als ik ineens twee armen om me heen voel slaan. Kippenvel slaat over mijn hele lichaam als ik om wil kijken.
'Gaat het ?' Vraagt Caleb kalm.
'Ja.' Ik merk dat het er anders uit komt dan dat ik het bedoel. Ik schraap mijn keel en zeg het opnieuw.
'Ja.'
Dat klinkt beter.
'Zeker weten Jill?'
Ik bevrijd me uit Caleb zijn vertrouwde armen en kijk hem recht in zijn ogen aan.
'Wat denk je nou ? Dat dit me niets doet? Omdat het Liv is zeker..'
Caleb schudt zijn hoofd.
'Zo bedoelde ik het niet, en dat weet jij ook.'
Ik draai me weer om en loop een stukje verder de begraafplaats op.
Ik kijk per steen naar de datums.

Leah felei
02-04-1994/17-04-2008
Rust in vrede Leah.
Liefs,
Mama, Papa, Kayla.

Leah was net 14 geworden..
Ik sta even stil bij haar graf.
Een verlaten dorp. Haar ouders moesten haar hier gewoon achterlaten. Misschien moesten ze wel vluchten, en Leah hier vol verdriet achter laten.
Een gevoel van medelijden komt in me op. Ik slik het weg en loop terug naar de groep.
'Wanneer gaan we verder lopen?' Vraag ik snel.
Fem rijkt me een dodende blik toe.
'Ja, wat ? We kunnen hier niet de rest van ons leven blijven.' Snauw ik Fem toe.
Ik zucht en pak mijn tas.
'Nu meteen ?' Vraagt Ayden.
Caleb knikt.
'Beter van wel.' Zegt hij instemmend.
'Nee ! Het gaat achter ons aan zitten !' Zegt Fem paniekerig
'Het?' Vraagt Ayden.
'Ja, wat is er anders met Liv gebeurd dan?'
'Ja. Goed idee. Laten we hier blijven en wachten tot "het" ons allemaal een voor een dood maakt.' Zeg ik tegen Fem.
'Jill! Misschien moet jij gewoon even rustig doen!' Schreeuwt Keith naar me.
'Ik rustig doen ? Misschien moeten jullie even wakker worden en niet zo dramatisch doen! We zitten in een bos en als we hier blijven gaan we sowieso dood ! Of het nou door verhongering komt of door "het"!'
Fem loopt naast me langs en gaat verder op zitten. Ayden loopt achter haar aan.
Ik draai me met een ruk om en zet de eerste stappen richting een hele lange wandeling. Stappen die hopelijk lijden naar huis.
Ik hoor de rest met een zucht hun spullen pakken en voetstappen die achter mij aan gaan. Ik weet niet waar we heen gaan. Maar ik heb zo het idee dat dat ook niet uitmaakt nu. We zitten muurvast.
Na lang lopen hebben we onze rust hard nodig.
We gooien de spullen neer en zetten een kampje op.
'Kampvuur?' Vraagt Ayden aan de groep.
Iedereen knikt en ik haal mijn schouders op.
Ayden, Keith en Fem gaan hout zoeken.
Damian maakt een basis voor het vuur en ik ga liggen.
Caleb komt achter me zitten en gaat met zijn hand door mijn in de knoop zittende haar.
'Jill?' Vraagt Caleb opeens.
'Hm?'
'Ik snap wel dat je boos bent, en dat je weg wilt. En ik ben het er mee eens dat Fem niet zo ongelooflijk dramatisch moet doen.. Maar je moet niet al je energie opmaken aan de woede over de situatie. We weten allemaal niet wat er gebeurd en we zijn allemaal bang.'
Tranen branden in mijn ogen maar ik veeg ze snel weg.
Ik draai me om en leg mijn hoofd op Caleb zijn schoot. Hij buigt zijn hoofd en geeft me een kus op mijn voorhoofd.
Ik ga rechtop zitten en kijk Caleb recht in zijn ogen aan. Het oogcontact gaat een paar seconde door tot hij zijn hoofd naar de mijne buigt en zijn lippen de mijne raken. Kippenvel verspreid zich over mijn hele lichaam. En het warme, blije gevoel komt omhoog.
Voorzichtig trekt hij zijn hoofd terug.

'Jill..'
Ik slaap nog te diep om wakker te worden.
'Jill..!'
Ik wordt al iets wakkerder en besef dat het een bekende stem is.
'Jill!'
De stem wordt steeds luider en intimiderender.
Een harde schreeuw klinkt nu in mijn oor. De schreeuw doet me beseffen van wie de koude bekende stem is.
'Liv!' Schreeuw ik de kant uit waar haar stem vandaan kwam.
Ik open mijn ogen en kijk om me heen. Achter me zie ik een schim verdwijnen.
'Liv?!'

-De

De Bloedweg TerugWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu