Hoofdstuk 6.2

1.9K 127 3
                                    

Zijn woorden zorgen ervoor dat mijn onderbewustzijn direct in haar overlevingsboek duikt. Angstig zoekt ze naar een plan. Eentje die ik in deze situatie zou kunnen uitvoeren. Maar voor mij is het al meteen duidelijk. De ruimte is te klein voor een ontsnapping. Het duurt niet zo lang om een kogel te lossen, dus zou ik nooit levend bij het raam of de deur aankomen. Mijn onderbewustzijn raakt in paniek, maar ik straal tot mijn verbazing kalmte uit. Er is geen tijd voor misstappen. Of roekeloze handelingen. Nu mijn leven daadwerkelijk op het spel staat moet ik voorzichtiger zijn. Ik moet tijdrekken.

'Ik weet dat je mij niet hoeft uit te horen. Maar ik moet echt mijn zegje doen,' spreek ik aarzelend. Aleser haalt zijn pistool tevoorschijn.

'Daar heb ik geen tijd voor.' Mijn hart begint sneller te kloppen. Blijf kalm. Blijf kalm!

'Kom op. Doe alsjeblieft je wapen weg. Wat heb je te verliezen? Ik zal het echt kort houden.' 'Tijd. Dat heb ik te verliezen. We weten allebei dat je tijd probeert te rekken,' reageert hij emotieloos. Hij trekt een vreemde grimas waardoor er prachtige ondiepe kuiltjes in zijn wangen verschijnen. Ik ben slechts één kogel verwijdert van de dood en durf nog aan zijn volmaakte gezicht te denken. Wat is er mis met mij?

'Natuurlijk probeer ik tijd te rekken. Maar denk je dat het zin heeft? Er zal niemand komen. Jullie hebben al mijn spullen. Er is niks dat ik bij me draag wat te traceren valt. En toch. Toch heb ik een beetje hoop,' zeg ik. Met grote ogen probeer ik mijn ademhaling onder controle te houden. Ik ben totaal niet van plan om hem te laten praten. Mijn zegje moet gedaan worden.

'Jouw manier van doen op het kerkhof leek oprecht. Ik zou nooit weten dat het een act was geweest. Dus mijn complimenten. Ik vraag...' Hij onderbreekt mijn zin door zijn hand op te steken.

De tranen springen ongelegen in mijn ogen.

'Ik vraag mij af hoe je aan Danny' kunstboek komt,' vervolg ik met vochtige ogen. 'Je hebt hem nooit gekend, is het niet? Jij was daar omdat je gewoon wist dat ik er zou zijn. En daarna ben je mij gevolgd. Heb ik het goed? Hoe kom je aan het boek, Aleser?' vuur ik de vragen op hem af. De dag van zijn dood was de laatste keer dat ik het boek zag. Ik probeer de gedachten dat hij het had gestolen aan de kant te schuiven. Hij moet de kans krijgen om het uit te leggen. Om eerlijk toe te geven.

Hij woelt ongemakkelijk door zijn haar. De aarzeling flitst in zijn helderblauwe ogen. Hij staat in een tweestrijd, denk ik hoopvol.

'Je tijd is om,' negeert hij mijn vraag ijskoud. De hoop verdwijnt als sneeuw voor de zon. Hij beweegt het vuurwapen omhoog en richt hem op mijn gezicht. Nu raak ik wel in paniek. 'Aleser. Alsjeblieft. Ik heb jou niks misdaan,' smeek ik hem met een trillend stem. Hij houdt mijn ogen vast en trekt aan de slagpin. 'Aleser,' piep ik huilend. Zijn blik is glashard. Dit is het dan, denk ik bitter. Ik had nooit gedacht dat ik al op mijn negentiende zou overlijden. Vermoord worden, nog wel. 'Vaarwel Eloise,' prevelt hij. Ik sluit angstig mijn ogen. Vaarwel.



Enjoy

Eloise BelleWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu