Hoofdstuk 46

1.2K 82 5
                                    

Witte en zwarte vlekken dansen nog steeds in mijn zicht maar met moeite krijg ik mijn ogen een stukje open.
Ik merk dat ik op de grond lig. Boven mij zie ik het gebouw en verder helemaal niemand. De helikopter is weg.
Langzaam begint alles te schudden en valt alles in kleine stukjes uit elkaar. Het wordt weer zwart voor mijn ogen.

Het voelt alsof ik er niet meer bij ben, alsof ik niet hier ben. Het is raar.
Ik besef niet meer alles zoals eerst, uit mijzelf. Het is alsof ik uit mijn lichaam ben getreden en dat ik op mezelf neer kijk vanuit een ander perspectief.
Veel valt er niet te zien, zal ik je vertellen. Voornamelijk alleen maar zwart. Zwart. Zwart. Zwart.
Zoveel zwart dat ik er eigenlijk nu wel een klein beetje klaar mee ben.
Soms krijg ik immense steken. Niet op één plek, maar op meerdere. Alsof alles uitelkaar brokkelt.
Je zal vast denken, dat mens is niet meer 'hier'. Waarschijnlijk heb je gelijk, misschien ben ik wel niet meer hier. Misschien ben ik wel daar. Daar boven, met Tyler, met Sydney met de mensen die écht van mij houden.
Het doet pijn. Alles doet pijn. Mentaal. Fysiek. Alles.
Ik kan niet meer helder nadenken, het gevoel bekruipt me. Al het menselijke wat ik voor heen had is weg.
Tenminste het voelt weg. Mijn logisch denk vermogen, mijn kracht om te staan, te lopen, te rennen. Maar ook mijn emotie. Verdriet, blijdschap, boosheid, verliefdheid. Alles is weg.
Ik ben als een leeg gat. Een donker leeg zwart gat.
Misschien is het tijd, tijd om te accepteren wat ik ben. Hoe ik zal zijn.
Sluit je ogen en open ze pas als het zover is.

(Nog niet afgelopen het verhaal)

The SimulationsDär berättelser lever. Upptäck nu