Hoofdstuk 5.

494 19 3
                                    

Ze lacht als ze een klein notitieboekje vind, dat hier duidelijk al jaren ligt. De randjes zijn nat geweest, de blauwe lijntjes aan de zijkant uitgelopen. Ze vermoedde al dat het strandhuisje jaren geleden verlaten is en dat Bols het een soort van gekraakt heeft. Maar ze heeft meer geluk. In de kist vindt ze ook een vulpen met een potje inkt. Nu kan ze in ieder geval schijven wat er hier gebeurt. Nu kan ze alles in ieder geval bijhouden, er is alleen één probleem. Haar rechterhand kan ze niet gebruiken, dus alles zal met links moeten de komende tijd. Misschien kan ze over een week of zes weer met haar goeie arm schijven. Zes weken... Daar gaat ze niet op wachten. Om dit te overleven gaat ze snel ontsnappen, maar ze heeft uren de tijd om te bedenken hoe ze dat wil gaan doen, dus eerst het schriftje. Op de eerste bladzijde schrijft ze met moeite en nog net leesbaar genoeg alle gegevens over zichzelf die in haar opkomen. Ongeveer alles wat in haar paspoort staat, inclusief een omschrijving van hoe ze eruit ziet, voor als iemand haar zou vinden of zou willen weten wie dit ooit had gescheven. Op de tweede bladzijde wil ze de datum opschrijven, maar realiseert dan dat ze die niet weet. Het is frustrerend, maar ze geeft niet op. Ze schat welke datum het ongeveer moet zijn en schrijft dan 5 oktober boven het blaadje. Of het de goede datum is weet ze niet, ze zit er misschien een paar dagen naast. Het heeft geen zin om daarover te piekeren, in haar kleine wereld is het nu 5 oktober. Ze zucht. En nu? Tot hoe ver zal je het schrift vullen? Tot eind oktober? Tot november? December? En waarom komt dat einde dan; wordt ze gevonden of... Dat is geen optie, ze gaat hier niet langzaam afsterven. Ze slaat het schriftje dicht. Als ze zo gaat denken houdt ze het niet vol. Ze mag niet opgeven. Nooit. Ik ben sterk. Hij krijgt me niet klein, denkt ze hardop. Ze staart naar de lichtbruine, kartonnen voorkant van het schrift. Ze doopt de vulpen in de inkt en schrijft groot en met veel precisie 'NOOIT' op de voorkant. Een traan valt op de nog natte inkt. Eva schrikt ervan en tekent de hele lijn iets dikker. Ze veegt haar neus af en voelt dan de pijn die in heel haar lichaam zit weer toenemen. Terwijl ze schreef was ze even alles vergeten, de structuur gaf haar rust. Al de pijn, alle frustratie, alle angst. Ze sluit het schrift en duwt de planken zo goed als het lukt weer op hun plek. Als ze zeker weet dat vanaf de buitenkant niet te zien is wat ze heeft gedaan, kruipt ze naar haar bed toe en laat zich op haar linkerkant vallen. Haar rechterpols begint dik de worden. Denkend aan het woord op de voorkant van het schriftje én aan een mogelijke ontsnapping valt ze in slaap.

Wolfs tuurt naar het plafond van zijn kamer. Het is nu twee dagen geleden dat... Dat alles veranderde. Fleur is dood, Eva is weg. Over een paar dagen wordt Fleur begraven. Hij hoopt dat Eva erbij is, hij heeft haar nodig nu. Maar zij hem waarschijnlijk nog veel meer nodig dan andersom. Ze is alles wat hij nog heeft en ze is in gevaar. Hij moet haar redden, al is het het laatste wat hij doet. Hij kan zich niet voorstellen op wat voor een plek ze nu is. Is ze bij Fleur? Hij gelooft het niet. Bols zou haar stukje voor stukje kapot maken, dus ze leeft waarschijnlijk nog. Maar hoe lang kan ze het volhouden? Elke dag dat ze later gevonden wordt, is er een te veel. Hij heeft zelf uitgevonden dat een gestolen vrachtwagen die bij Maastricht een boete voor door rood rijden heeft gehad, dat bijna twee uur later in Groningen ook heeft gedaan. De Rijksrecherche die naar Eva en Bols op zoek is, heeft het links laten liggen en is alleen maar op zoek naar het vliegtuig dat ze hebben genomen. Hij weet niet of er nog hoop is. Maar zo mag hij niet denken. Nooit mag hij dat opnieuw denken. Voor Fleur is het te laat, maar hij gaat Eva niet aan haar lot overlaten. Fleur had dat ook heel erg gevonden. Zij dacht dat er meer speelde tussen hem en Eva, iets dat niet klopte. Toch? Hij draait zich om naar zijn andere zij. Waar zou Eva toch zitten?

Ik maak je kapot - Flikken MaastrichtWhere stories live. Discover now