~5~

71 9 0
                                    

"Lativaaaa, he word waker. Lativa"
Karim's stem drong door mijn gedachtes heen. Ik openden mijn ogen en zag het blauwe stof van mijn boerka voor mij ogen. Blijkbaar was ik in slaap gevalen want het was al na middag. " hoe laat is het" gromde ik naar Karim. " hoe moet ik dat weten, ik zit hier de hele dag schoenen te poetsen ter wel jij hier lekker ligt te slapen"
"Ahhgg hou gewoon je mond" ik klop het zand van mijn boerka af en sta op, " ruim je spullen op want we gaan" ik pak karim's hand en we lopen de stad uit.

"Hoeveel heb je vandaag nou verdient" vraag ik aan karim. "Veel, kijk maar" hij haalde het verfrommelde geld uit zijn zak en gaf het aan mij. Ik begon het te tellen. Ik pakte ook het tientje uit mijn zak "45 afghani" dat is niet heelveel, maar genoeg voor eten. Ik stop het geld in mijn zak, en we lopen verder richting de begraaf plaats waar onze ouders liggen.

Het is best wel een eind lopen zo 20 minuten ongeveer. Daarom gaan we er ook maar 1 keer per week en naar toe.

Aangekomen bij het hek van de begraaf plaats. Staa ik even stil, ik laat Karim's hand los " pak een gieter en vul er wat water in, zodat we op het graf kunnen gaan sproeien." Er is een heel klein kraantje waar je schoon water uit kan hallen, daar naast staan ook gieters en emmers die je dan met water kan vullen. Ter wel Karim water aan het hallen is loop ik naar een rozenstruik. 

Ik pluk een mooie rode roos van. " Karim kom" en ik loop alvast naar boven. De begraafplaats licht op een heuvel, het graf van mijn ouders ligt gelukkig niet zo heel hoog. Ik kijk achter om en zie Karim met een gieten vol water naar boven shocken. " zou ik de gieter dragen"

"Nee ik kan het zelf ook wel"

Ik zucht.... dan moet je het zelf maar weten.
Het graf van mijn ouders liggen precies naast elkaar.

Een maal bij de graven aangekomen stromen de tranen over mijn wangen. Ik til mijn boerka om hoog en begin te huilen, niet alleen omdat ik mijn ouders mis of omdat ik me zo alleen voel. Maar omdat ik ook mijn oude leven mis.

Ik zak op de grond en beging harder te huilen, het lijkt wel als of ik niet meer kan stoppen met huilen. Tranen die maar blijven komen.
" hee waarom huil je nou" Karim die ook eindelijk naar boven is gekomen met een zware gieter vol water, loopt naar mij toe en geeft mij een kusje op mijn wang. "Niet huilen grote zus. Anders moet ik ook nog huilen"

Ik neem Karim op mijn schoot, en kus hem. Ik aai hem over zijn hoofd en knuffel hem.
" ik ben zo blij dat ik jou nog heb" snik ik, ik veeg mijn tranen weg met mijn boerka en staar naar de blauwe lucht.
Alhamdulillah voor alles wat ik heb. Er zijn altijd mensen die het slechter hebben.
"Karim ga wat water over het graf van ouders sproeien" de roos die ik daar straks had geplukt leg ik op het graf van mij moeder. Karim kan zijn ouders niet meer herinneren en ook niet dat hij een tweeling broer had.
Ik heb tegen hem gezegd dat we onze ouders bij een verkers

Ter wel Karim met de gieter wat water over de graven van onze ouders sproeit kijk ik om me heen, behalve ons is verder niemand hier.

Heerlijk rust en stilte. Hier hoef ik me ook niet onder een boerka te verstoppen voor de rest van de wereld.

Mijn blik valt op een jonge man die een paar graven verderop zit. Ik zie zijn gezicht niet helemaal goed, enkel vanaf de zij kant. Ik gok dat hij 21/22 jaar zou zijn, hij heeft een mooie  strakke kaaklijn. En een klein baartje, zijn kapsel is mooi in model en de manier hoe hij daar zit is duidelijk dat het een dierbare was onder het graf. Misschien zijn zus of moeder denk ik.

Karim was wat verder op een duif aan het proberen te vang. " Karim laat die duif met rust en kom hier heen" riep ik hard, maar niet zo hardt dat die jongen mij hoorde. Terwel Karim naar mij toe liep zette ik mijn boerka weer op.
Ik keek in de gieter of er nog wat water in zat, precies genoeg voor nog een graf.
"Karim zie je die jongen daar bij dat graf."
"Welke jongen?"
"Daar. Achter bij die boom, ik wil ook dat je wat water bij dat graf sproeit"
"Waarom?"
"Omdat ik dat wil. En als je daar bent vraag ook aan die jongen van wie dat graf is oké"
"Waarom wil je dat weten"
" hou je mond en doe gewoon wat ik zeg oké, ik loop alvast naar de uitgang." Geïrriteerd sta ik op, Uhhhg waarom stelt hij altijd zo veel vragen, ik doe mijn boerka over mijn hoofd en ik loop naar benende. Eenmaal weer terug bij het kraantje was ik nog snel mijn handen
en mijn gezicht. Achter me zie ik Karim naar beneden hollen met een lege gieter in zijn hand." En, wat zij hij?"
" hij gaf mij 10 afghanie" riep hij blij en hij zwaaide met het geld voor mijn ogen.
"Maar wiens graf was het nou"
"Hij zei dat je zus het zelf moet komen vragen"
"Hij heeft mij gezien, Hoe?"
" weet nie, maar hij was wel blij met dat water."
"Waarom gaf hij jou geld"
"Omdat ik water sproeide over het graf.

Ik pak het geld uit zijn handen en stopte het bij de rest. Ik pakte karim's hand vast en we lopen richting huis. Of ja huis, het is een plastic zeil die overeind word gehouden door stokken. Op de grond liggen twee dunne tapijtjes, verder staat in ons (huis) een gasfles om er op te koken, Wat plastic komen en bakjes, en een grote handtas met was kleding en andere spulletjes in.

We waren een tijdje aan het lopen tot dat ik een naar gevoel kreeg, het gevoel als of iemand mij achtervolgde.....

Ik stopte met lopen en draaide me om. Aangezien ik met mijn boerka niet zomaar mijn hoofd om kan draaien moet ik mezelf helemaal om draaien. " Hee wat is er, waarom stop je" hoor ik Karim roepen. Maar ik negeerde zijn vraag, ik keek achter me maar er waren heel veel mensen op straat die deze kant opliepen. Maar niemand leek er op mij te volgen,

Tot dat mijn blik op een jongen viel.

Dezelfde jongen als bij het graf. Hij stond een paar meter verder op, hij had zijn handen in zijn zakken en keek de andere kant op.

"heeyy dat is die jongen die mij geld gaf" riep Karim best luid "Sssst niet zo hard" maar het was al te laat. De jongen hoorde het en draaide zich, Hij kwam wat dichter bij ons staan. Waardoor zijn gezicht duidelijk zichtbaar was. Hij had mooie lichtbruine ogen, een klein baartje op zijn scherpe kaaklijn, en hij was ongeveer 1,80 lang.

Hij keek ons aan en lachte vriendelijk, een mooie lach met mooie stralende witte tanden.

Ik kreeg het warm van binnen, mijn hard begon sneller te kloppen, hij was knap, heel knap.

Hij kwam nog dichter bij. Ik pakte Karim stevig bij zijn hand en trok hem mee. Ik weet Niet wat er met mij gebeurde maar ik kreeg het benauwd. " Lativa wat doe je, Misschien geeft die jong wel meer geld."
"Wat boeit mij dat geld, kom we gaan naar huis"

Naar een tijdje flink doorgelopen te hebben keek ik achter me om. Ik zag hem niet meer, opgelucht haalde ik adem. Ik weet niet wat er zonet met mij gebeurde, zoo iets was nog nooit met mij gebeurt. Zoon raar gevoel....

Het was al laat geworden. Ik pak het geld uit mijn zak en dat wat Karim vandaag had verdient, dat vandaag best veel was. Ik pak een 10tje er uit ga wat vers brood hallen. Thuis hebben we nog wat tomaten liggen. Ik denk dat ik daar van korma ( een sausje) ga makken of zo.

Dreams in Kabul Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu