Martijn zwom naar het schip dat zelfs in het donker niet te missen was. Het schip had geen vlaggen hangen, en ook de spiegel kon hij niet zien. Maar er hing gewoon zó een Hollandse sfeer aan vast, dat hij die zo kon voelen.
Hij was er bijna. Op de stroming liet hij zich nu meegaan. Martijn moest enkel oppassen dat hij niet onder het schip verdween, want dan was het met hem afgelopen. De stroming, het dok, alle scherpe schaaldieren onder het schip... liever niet.
In de buik van het schip scheen licht, en dat hielp immens. Martijn wentelde zich in het water zodat hij voeten eerst het schip bereikt. Zo zat hij meteen in een positie die het toeliet van te klimmen.
Net zoals verwacht hingen er touwen tot in het water. Hij greep geen touwen die aan de mast hangen, want als die stijf spannen en bewegen, dat wekt alarm. Hij greep naar de boeg lijnen. Even keek hij achterom. Hij zag de sloep van Benson die Sebastiaan af zette aan dok. Dat stemde hem goed. Met alle kracht in zijn armen die hij door te roeien verkreeg klom hij omhoog. Hij zocht de beste opening uit, liefst eentje waar het kanon niet te veel plek in nam.
De matrozen hadden hangmatten, maar lang niet genoeg voor iedereen. Dat kwam doordat er nu geen dag en nacht ploeg meer was. Iedereen deed tegelijkertijd niets. Er hingen ook lampen omhoog. De bemanning zag er mager uit, maar verder dan dat eigenlijk ok.
"Hé" fluister praatte Martijn. Degene die aan het kanon onder hem lag hoorde het. Hij kwam overeind en keek recht naar Martijn. Hij wou iets zeggen, maar zijn kompaan gaf hem gelijk een por, "sjt!"
"Ik ben Martijn. Van de Parel van Holland!"
"Niet waar!"
"Sjt! Jawel! De V.O.C. heeft ons gestuurd om jullie te bevrijden."
"Hoe dan?"
"Ik ben de voorbode van de rest. Zo meteen komt er een signaal dat we moeten vertrekken. In de tussentijd moeten we de Engelsen aan boord zien te overmeesteren, waarna we het schip in gereedheid van vertrek moeten brengen."
Iedereen wist ondertussen dat er een knul met een hoop krullen op zijn hoofd aan de boeg van het schip hing en met ze praatte. En iedereen luisterde.
"Zo exact mogelijk. Hoeveel Engelsen zijn hier aan boord?"
"Bij nacht? Ongeveer twintig."
In zacht geroezemoes werd onder elkaar bevestigd dat het er wel ongeveer twintig moesten zijn.
"Hebben jullie wapens tot jullie beschikking?"
"Het kruid hebben ze afgenomen."
"Zwaarden?"
"Een paar..."
"Goed. Ik blijf hierbuiten hangen. De bootsman van de Hollandia komt zo met zijn sloep naar hier, ik breng in beetjes de wapens binnen. Vervolgens kom ik zelf aan boord om de opstand en het vertrek in de gaten te houden. Sebastiaan vervoegd zich later bij ons en zal..."
"Zei je Sebastiaan? Sebastiaan de Lange?"
"Euh ja."
"Ik ken hem. Hij was stuurman enkele jaren geleden. Bij de V.O.C."
"Dan zal alles wat je zegt wel kloppen knul. Hoe snel denk je aan boord te willen komen?"
"Als volgens plan, over twintig minuten."
Er heerste vreugde onder de matrozen. Opluchting. Martijn ondertussen liet zich zakken zodat ze hem vanaf het dek niet meer konden zien.
Benson was zo hier.
- dan heb je eens inspiratie moet je eigenlijk studeren-
JE LEEST
Vechten voor de Parel - BOEK 3
Historical FictionNa de oorlog in Batavia wordt de Parel naar huis gesleept door de compagnieën. De kapitein voelt geen vuiltje aan de lucht, maar de V.O.C. verdraagt het gesjoemel van Johannes niet langer. Hij moet een levensgevaarlijke opdracht uitvoeren in de Cara...