HOOFDSTUK 11

907 39 1
                                    

Aidens woorden hebben duidelijk effect want de twee bewakers wisselen even een blik met elkaar en vervolgens gaat er één naar binnen. De ander blijft en kijkt me ongelovig aan.

'Wat is een Gemerkte?' vraag ik aan Aiden terwijl hij ongeduldig heen en weer loopt.

'Dat leg ik je zodadelijk wel uit.'

Waarom stelt hij die antwoorden op mijn vragen altijd uit. Ik krijg hier elke seconde meer vragen, maar op niets geeft hij een duidelijk antwoord. Ik begin stilaan mijn geduld te verliezen. Ik heb antwoorden nodig en wel nu. Op dat moment gaat de grote houten deur weer open en de bewaker komt naar buiten.

'De Raad kan u ontvangen' zegt hij tegen Aiden.

De bewaker houd vervolgens de deur open en Aiden en ik wandelen naar binnen. Mijn mond zakt open van verbazing. De ruimte waar we ons in bevinden gelijkt in niets op de kale, saaie gangen waar we de voorbije minuten doorheen zijn gewandeld. We bevinden ons in een grote zaal met twee gigantische kroonluchters aan het plafond. Tegen de sierlijk versierde muren hangen ontelbaar veel schilderijen met portretten van verschillende mensen en in het midden staat er een lange houten tafel. De tafel wordt op dit moment ingenomen door een 20-tal starende, maar vooral verbaasde, mannen en vrouwen, "de Raad" zoals de bewaker hen daarnet noemde.

'Meneer Evans, ik hoop dat het waar is wat er ons is verteld en dat je hier niet onze tijd komt verdoen want dan hebben we wel belangrijkere dingen te bespreken.'

De man aan het hoofd van de tafel is opgestaan en kijkt Aiden ernstig aan. Hij draagt een grijs legeruniform dat in scherp contrast staat met zijn donkere huidskleur. Zijn zwarte haar is keurig in model gebracht. Ik schat hem rond een jaar of 55, maar ondanks zijn leeftijd ziet hij er nog zeer goed uit.

Aiden knikt met zijn hoofd. 'Jawel commandant, wat de bewaker u zonet vertelde is wel degelijk waar. Caila Marin heeft daarstraks de Gladiolux aangeraakt en zoals u ziet is ze nog steeds levend en wel.' Aiden kijkt me aan en er ontstaat geroezemoes onder de leden van de raad.

'Stilte!' roept de man die de commandant blijkt te zijn.

De menigte wordt stil.

'Juffrouw Marin, kan u me eens beschrijven wat er daarstraks gebeurde? '

Ik knik aarzelen en begin te vertellen. 'Ik werd wakker bij Aiden thuis en nadat ik een glas water had genomen wou ik weer gaan verder slapen, maar toen zag ik dat licht en het was sterker dan mezelf. Ik heb het zwaard uit Aidens rugzak genomen en het gaf licht. Ik deed het echt niet expres ik zag gewoon het licht en was nieuwsgierig en-'

'Oke juffrouw Marin, bedankt voor de uitleg. Ik geloof dat je inderdaad van niets wist en je hebt ook helemaal niets fout gedaan door het zwaard vast te nemen, integendeel. Je zal waarschijnlijk wel ontelbare vragen hebben. Deze zullen we zo snel mogelijk allemaal voor je beantwoorden, maar eerst moeten we zeker weten dat je wel degelijk een Gemerkte bent.'

Daar heb je dat woord weer. Waarom lijkt iedereen te denken dat ik een of andere "Gemerkte" ben?

De commandant wendt zich tot Aiden. 'Meneer Evans, de Gladiolux alstublieft.'

Aiden knikt en haalt vervolgens het lichtgevende waard uit zijn rugzak.

Traag loopt hij op me af en draait het zwaard met het heft naar mij zodat ik het kan vastnemen. De menigte wordt doodstil. Aarzelend steek ik mijn hand uit naar het glimmende heft. Als het waar is wat Aiden me daarstraks vertelde is hij de enige die dit zwaard kan aanraken, iemand anders zou er door sterven. Toch leef ik nog, ondanks dat ik het zwaard heb aangeraakt.

Mijn vingers sluiten zich traag om het metaal en... er gebeurt niets. De raad begint weer te fluisteren. Ik kijk naar Aiden en vervolgens naar de commandant, die knikt.

'Oke, Evans ga naar mijn bureau, neem de juffrouw mee en wacht daar.'

Aiden knikt alleen en neemt mijn pols vast om me mee naar buiten te sleuren.

Zwijgend lopen we door de gangen. Het is veel rustiger dan een paar minuten geleden. Althans, ik denk dat het een paar minuten waren, maar het zou ook een kwartier of een half uur kunnen zijn.

Even later zitten we in het kantoor van de commandant. Aiden heeft sinds we de zaal verlaten hebben geen woord gezegd.

'Aiden?' verbreek ik de stilte.

'Hmm.'

'Ben ik nu een Gemerkte?' Ik moet ergens beginnen met mijn enorme vragenlijst.

'Dat weet ik niet. Normaal ben ik volgens de Profetieën de laatste gemerkte. Hij haalt zijn hand door zijn roestbruine haar en staart voor zich uit. 'Ze moeten iets over het hoofd gezien hebben.'

'Wat zijn die Profetieën?'

Aiden zucht. 'Laten we eerst bij het begin beginnen. Je bent hier in een ondergrondse basis.'

'Dat had ik al wel door.'

Aiden kijkt me geïrriteerd aan. 'Als je wilt dat ik je antwoorden geef laat je me uitpraten of anders zoek je het zelf maar uit.'

'Oke oke, ik zwijg al.'

'Dus, waar was ik?... De basis wordt de "Underground" genoemd. Het is een veilige plek voor de Jagers.'

'Jagers?'

'Ja, wij zijn niet zoals gewone mensen. We-we hebben een soort magie...Weet je iets over de elementen?'

'Euh, je bedoelt de vier elementen: water, vuur, aarde en lucht?'

'En geest. Ja, dat zijn inderdaad de vijf elementen.'

Ik knik alleen maar, niet in staat te begrijpen waar dit gesprek naartoe gaat.

'Iedereen in de Underground bezit zo'n element. Ze kunnen het oproepen en aansturen.'

'Zoals elfen?'

Aiden lacht. 'Ja zoiets, alleen hebben we geen puntoren of vleugels, enkel een element.'

Ik kan al deze rare onthullingen amper vatten. 'En wat is jouw element?' vraag ik nieuwsgierig.

'Vuur-'

'Oh' zeg ik alleen maar.

'en water, lucht, aarde en geest.'

'Alle vijf?!' Ik kijk Aiden met open mond aan. Dit wordt hier gekker met de minuut.

Aiden grijnst. 'Daarom wordt ik ook een Gemerkte genoemd. Ik kan alle vijf de elementen aansturen.'

'En een dolk vasthouden dat niemand anders kan. Zeker dat je een Gemerkte bent en niet een of andere superheld?'

'Dat zou nogal wat zijn' lacht Aiden.

Op dat moment schiet er me iets te binnen. 'Wow, wacht even. Jij en die man - euh - commandant zeiden dat ik ook een gemerkt ben. Dan zou ik ook elementen moeten kunnen oproepen?'

Pots gaat de deur open. 'Alles op zijn tijd, juffrouw Marin. Laten we u eerst wat uitleg geven.

ᴜɴᴅᴇʀɢʀᴏᴜɴᴅWhere stories live. Discover now