Chapter 4 - onhandelbaar

41 5 4
                                    

Ik volg de lichtgevende stralen die om mij heen voorbij kronkelen. Ik kijk naar mijn voeten, hoe ze mij dragen terwijl ik ren. Ik ga steeds sneller en de kleurige lichtgevende stralen om mij heen worden steeds duidelijker. Ik zie twee personen met een blauwe gloed en iets geeft mij de indruk dat ze bij elkaar horen. Alleen ze zijn niet alleen. Er staat een man om het hoekje te kijken met dezelfde blauwe gloed. Zijn straal verbind zich met de vrouw van het koppel.

Ik ren door. Ik kijk hoe ik verschillende connecties met elkaar verbonden zijn. Terwijl ik ren houd ik mijn armen voor me. Ik zie hoe een lichtgevende straal uit mijn teken rond mijn arm kringelt en in mijn handpalm verzamelt. Ik duw me pols naar buiten en zie hoe een helderwitte straal uit mijn palm schiet terwijl..

Ik schrik op. Ik zit rechtovereind in me bed en ben bezweet. Ik voel een hevige scheut koppijn terwijl ik opsta en naar de wastafel loop. Langzaam laat ik het koude water over mijn hoofd stromen terwijl ik mijn ogen sluit. Ik heb nog nooit zo'n zware nacht gehad.

Ik droog me af en trek mijn kleding aan. Ik kijk op mijn horloge en zie dat de bus over een paar minuten voor mijn deur staat. Snel grits ik al mijn spullen bij elkaar ren naar buiten.

Ik zit aan tafel en kijk uit het raam. Weer een vermoeiende les. Ik kan mijn gedachten nergens bij houden sinds de gebeurtenis. Kort kijk ik naar mijn arm en een flashback van een scheut pijn schiet door mijn arm. Ik bijt op mijn lip en sluit mijn ogen even. Mijn blik glijd naar voren en ik zoek of ik Kaneki ergens in mijn lokaal kan vinden. Hij is nergens te bekennen. Ik denk aan het berichtje dat hij mij gister stuurde. Hoe kon hij dat nou weten? Ik zucht vermoeid en kijk naar mijn boeken. Nog een maand tot de examens. Ik moet hier nog even doorheen. Tussen mijn gemompel door hoor ik mijn medeleerlingen opstaan en ik merk dat vandaag ten einde is. Ik sta op, raap mijn boeken bij elkaar en loop het lokaal uit. Terwijl ik de hoek om ga knal ik tegen iemand op. Ik zie hoe mijn boeken uit mijn handen glippen en kijk dan naar mijn tegenstander.

" Oeps! Het spijt me mijn fout! " Glimlacht ze. Dit meisje is wat kleiner als mij, heeft kort zwart haar en diepblauwe ogen. Ze grinnikt. "Ik zal je wel even helpen" zegt ze en ze bukt om mijn boeken op te rapen. Ik kijk hoe haar zwarte bloesje aansluit bij het rode touwtje dat gewikkeld is om haar nek en zie hoe haar oor piercings langs haar korte haar steken dat bij elkaar wordt gehouden met een speltje van een skull.

Ik vraag me af waarom of ik dit meisje nog nooit eerder heb gezien. Ze is hier als enige zonder schooluniform en toch herinnert zij me aan iemand...

Dan besef ik dat ze me aankijkt en mijn boeken voor mijn neus houdt. "oh , dankje ! " zeg ik snel en ik glimlach terwijl ik de boeken over pak en in mijn tas stop. Met het vermoeden dat ze al lang is weggelopen wil ik doorlopen maar dan merk ik dat ze er nog steeds staat.

Ze zit breed glimlachend naar me te kijken en steekt haar hand uit. "Ik ben Kai! " Ik glimlach en schud haar hand. "ik ben Yuki " zeg ik. Ze knikt kort, glimlacht weer en zegt:" Zal ik met je naar huis lopen? " Verbaast om haar reactie weet ik niks uit te brengen maar ze geeft al antwoord voor zichzelf wanneer ze haar arm in mijn arm haakt en me vooruit sleurt.

"Hier is het dan! " bij mijn huis aangekomen wil ik beleefd zijn en haar binnen vragen maar ik houd me in. Ik weet immers niet wie er thuis is en ik heb geen behoefte aan medelijden. Ik draai me om, zeg gedag en zwaai kort terwijl ik mijn pad op loop. Eenmaal binnen hang ik mijn jas op en loop de woonkamer binnen.

"Jij gunt mij ook geen ENKELE privacy he? " komt Kami op mij afstormen. "Hoe vaak moet ik het nog zeggen dat ik hier geen mensen binnen wil? Jij was van plan dat mens binnen te brengen he? Ik zie het aan je." Stug kijk ik voor me uit en voel hoe mijn woede weer op komt borrelen. Ik bal mijn vuisten en kijk Kami aan. Ik doe mijn ogen kort dicht en adem diep in en uit. Vervolgens gooi ik mijn tas om mijn schouder, loop langs haar heen en volg mijn weg naar de trap.

Op dat moment hoor ik een aanloop en hoor ik een harde klap in mijn gezicht gevolgd door pijn en een druk die mij een paar meter opzij gooit. Mijn tas schuift over de grond naar de muur en ik voel bloed van mijn neus naar mijn mond en naar beneden stromen. Ik kreun kort van pijn maar de pijn wordt al gouw overheerst door andere pijn. Ik voel mijn arm hevig schokken en terwijl ik opsta kijk ik met wazige ogen door de tranen naar wat er gebeurd. Mijn arm schiet naar voren en ik zie een wazige felwitte flits uit mijn pols naar voren schieten. Hij raakt Kami op haar schouder en met een ruk vliegt ze naar achter. De meubels in de woonkamer beginnen te trillen net als mijn pols en ik ren naar boven, vlucht mijn kamer in en doe de deur op slot. Met tranen in mijn ogen hurk ik op mijn bed en probeer mijn arm in bedwang te houden.

Ik knoop mijn mouw omhoog en zie hoe dikke zwarte, kronkelige lijnen zich uit mijn teken rond mijn arm hebben gewikkeld en zich hebben verzamelt op de binnenkant van mijn pols. Het lukt me niet om stil te zitten en zonder dat ik het zelf door heb klim ik uit mijn raam en beland op het dak. Ik laat de koele wind langs mijn hoofd gaan en probeer me te kalmeren.

Ligt het aan mij of trilt alles? Ik kijk in de verte en zie gebouwen bewegen, bomen bewegen, huizen bewegen en probeer op te staan. Bij nader inzien had ik beter moeten nadenken en ik voel hoe mijn lichaam wankelt en mijn voet glijd van de rand af. Ik voel hoe de zwaartekracht mij ineens naar beneden trekt en zie de grond dichterbij komen. Voor ik het weet zit mijn arm weer voor mij en met een kleine 3 centimeter zweef ik boven de grond voordat ik neerkom. Terwijl ik mezelf overeind krabbel voel ik pijnscheuten door mijn arm schieten die lijken op het steeds opnieuw verbrijzelen van je botten. Ik wankel vooruit en begin te rennen. Terwijl ik steeds sneller ren zie ik felle kleuren om de mensen heen die voorbij komen. Steeds helderder en met steeds meer connecties. Ik klim op een muurtje en trek mezelf naar boven op het dak van een gebouw. Ik ren verder en spring op een paar andere gebouwen terwijl ik met mijn ene hand mn arm vast houd. Op het laatste gebouw adem ik vermoeit uit en ik zie hoe het al helemaal donker is geworden. De lantaarnpalen gloeien langs de weg. Ik kijk kort naar mn arm en zie hoe de zwarte lijnen zich terug trekken maar dan word mijn zicht ineens zwart en ik voel mijn hoofd zwaarder worden terwijl ik in elkaar zak. "Yuki? Onee.." Hoor ik een hoge,bekende stem zeggen met daarop volgend een zwaardere stem die zegt dat het oke is. Ik denk kort aan Kaneki en Kai en vraag me af hoe het komt dat zij in mijn leven zijn gekomen. Dan denk ineens aan de fotolijstjes bij Keneki's trap en merk op dat ik nog een bekend gezicht had gezien...

De stemmen ebben weg en ik voel hoe mijn bewustzijn mij verlaat.

Ik zit op een grote rots op het strand. Aan het uiteinde van de rots begint de zee en ik luister hoe de golven heen en weer spoelen. Ik heb een hemdje aan en mijn armen zijn vol met zwarte kronkels. Ik voel me rustig en lach terwijl ik kijk hoe Kaneki en Kai naar mij toe komen rennen. Uit hun armen komt een felblauwe, en een felrode straal en ze lachen terug naar mij. Ik ga liggen en kijk naar de lucht. Dus dit is hoe het is om mezelf te zijn? Ik grinnik kort in mezelf en laat de connecties om mij heen met rust. Mijn twee vrienden springen naast mij op de rots en grijpen me vast terwijl ze me hevig lachend richting de zee dragen. Ik spartel tegen en gil terwijl ik mezelf kort voel zweven in de lucht voordat ik naar beneden val. Met een diepe plons in het water komt ik weer naar boven en gier het uit van het lachen. Ik kruip de zee uit, het strand op en laat mijn benen het werk doen. Ik begin te rennen, mijn krachtige benen dragen mij vooruit en het bos komt dichterbij. Ik flits tussen de bomen door en voel de bladeren langs mijn armen glijden. Terwijl ik ren zie ik vanuit de grond helder groene stralen de bomen met elkaar verbinden en ik geniet van de natuurlijke connecties die voor mijn neus zichtbaar zijn. Plotseling verdwijnt de grond en de omgeving voor mij en ik sta op de rand van een klif. Onder mijn voeten aan de bodem van de klif zie ik zwart met donkerrode dreigende flitsen en ik hoor hoe een knallende bliksemschicht voor mijn neus naar beneden schiet. Ik hoor een stem die roept : "Yuki! Yuki kom op!" Een andere stem vervolgt en zegt: "Yuki wordt wakker!!"

Ik open mijn ogen en schiet overeind.

-------------------------------------

woohoo hee, redelijk groot hoofdstukje dit keer. Laat horen wat je vind, like en deel als je wilt , enne.. kom gerust met suggesties c: , BYE x

ChangeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu