HOOFDSTUK 60

3.3K 78 8
                                    


Ik kom weer aan bij de grote trap en haal mijn handen gefrustreerd door mijn haren. Begrijp me niet verkeerd, ik ben gek op die jongen. Maar het voelt met hem soms meer als strijd dan als een vredig iets en dat slurpt gewoon ongelofelijk veel energie. Ik wil gewoon dat alles normaal is...net zoals de afgelopen uren. Eindelijk heeft hij zich open durven stellen en dan gebeurt er dit. En het erge is nog, dat ik geen idee heb waarom. Ik begrijp niks van de hele situatie. Waarom wil zijn vader dat hij bij mij uit de buurt blijft? En waarom moest Victoria huilen? 

Weer slaak ik een diepe zucht. Ik ben zo geïrriteerd! Geïrriteerd dat hij geen uitleg gaf en me gewoon domweg wegstuurde. Geïrriteerd dat hij mij liet kiezen tussen Vic en hem. Geïrriteerd over de hele kut situatie waarin ik me nu bevind. Ik laat mezelf op een van de traptreden zakken en rust mijn hoofd op mijn handen. Nog nooit eerder heb ik in zo'n tweestrijd geleefd. Ik wil nu zo graag terug naar mijn oude saaie leventje waarin school alles was. Maar tegelijkertijd wil ik niks lievers dan wat ik nu heb. Een groep lieve vrienden en een jongen waar ik veel te veel om ben gaan geven. 

'Ik zei dat je naar boven moest.' 

Ik schrik en sta meteen op bij het horen van zijn stem. 'Ik...' Alle woede en argumenten die ik net in mijn hoofd had bedacht vervagen nu ik recht in zijn prachtige ogen staar. Elke keer weer verdwaal ik erin en zo ook nu. Echter merk ik dit keer een kleine verandering in die ogen. En die verandering laat me de moet in mijn schoenen zakken. 

Hij schudt zijn hoofd en loopt zonder een woord te zeggen langs me heen de trap op. Verbaasd draai ik me naar hem toe. 'Wat ga je doen?' Hij stopt, maar draait zich niet naar me om. Het lijkt wel alsof hij mijn blik wil ontwijken. Alsof hij niet wil dat ik pijn in zijn ogen zie. Zijn handen liggen strak om de trapleuning en bezorgen hem witte knokkels. 'Ik ga je spullen pakken.' Is het enige wat hij uitbrengt. Verward schud ik mijn hoofd. 'Wat zeg je?'  

'Je verstond me wel.' In zijn toon is niks meer van liefde te horen. Alle warmte lijkt eruit geslurpt , waardoor alleen zijn kilheid nog te horen is. Dezelfde kilheid die ik al eens eerder heb gehoord op de eerste dag dat ik hem leerde kennen. Ik krimp ineen en slik de opkomende brok in mijn keel weg. Mijn hoop op een goede afloop van onze "paar daagjes weg" lijkt totaal uiteen te vallen. Waarom trap ik er toch elke keer weer in? Waarom blijf ik hem kansen geven als hij ze elke keer weggooit alsof het niks is? Waarom vecht hij niet voor ons zoals ik wil dat hij voor ons vecht? Voor nu lukt het wegslikken me nog enigszins, maar ik weet maar al te goed dat als hij zo door blijft gaan, ik de tranen niet meer tegen kan houden. 

'Ik verdien een uitleg...', breng ik zacht uit. Een spiertje in zijn kaak vertrekt, maar hij geeft geen antwoord. Hij zwijgt en vervolgt zijn weg naar boven. 

Ik laat mezelf als verloren tegen de muur naar beneden glijden. Ik kan dit niet meer. Ik kan niet continue door hem heen en weer worden geslingerd. Ik kan me niet constant aan zijn stemmingswisselingen moeten aanpassen. Met alles wat er de afgelopen dagen is gebeurd, is alle energie in mijn lichaam weggevaagd en voel ik niks meer. Ik voel geen blijdschap, geen verdriet. Het enige wat ik voel is verwarring en onbegrip. Waarom doet hij dit telkens...?

Na een paar minuten peinzen en nadenken, komt hij met mijn weekendtas de trap afgelopen. Ik durf hem niet aan te kijken en slik voor de zoveelste keer mijn brok weg. Ik weet wel dat hij tegen me zei dat hij het zou doen, maar nu ik de tas voor me zie liggen, besef ik me pas dat het geen loos dreigement was...

Even wacht ik in de hoop dat hij nog iets zal zeggen. Ik zie het als een kans. Als hij nu iets zegt, heeft het nog een kans. Maar zo niet, dan zal ik een besluit voor mijzelf moeten maken. En ik ben bang dat dat er eentje wordt die me veel verdriet zal gaan bezorgen...

Seconden passeren, seconden die veranderen in minuten. Langer dan ik eigenlijk had gepland. Ik blijf maar iets van hem verlangen. Iets waarvan ik moet beseffen dat hij het me niet gaat kunnen geven...Uiteindelijk geef ik het op. Ik sluit  mijn ogen en sta met de weekendtas in mijn handen op. Al mijn hoop is weg. Hoop op een relatie, hoop op wederzijdse liefde, hoop op hém. Ik kijk hem niet meer aan en loop door de hal naar de keuken waar Victoria al met open armen op mij staat te wachten. 

'Gaat het?', vraagt ze bezorgd. Ik knik. 'Zullen we dan maar?', zeg ik zo vrolijk mogelijk. Maar iedereen in de ruimte heeft maar al te goed door dat ik lieg. En dat is ook zo. Ik voel me leeg. En ik weet dat ik er nu voor eens en altijd een punt achter moet zetten. Of althans, dat is wat mijn hoofd weet. Mijn hart echter, gilt voor hem. Snakt naar hem. Met zijn goede en zijn slechte kanten. Zijn vrolijke en chagrijnige momenten. Want er is een ding wat ik dondersgoed weet. 

Hoeveel ruzie we ook maken en hoevaak ik ook om hem huil; al die momenten vallen in het niet als zijn lippen de mijne raken en ik mezelf kan vastklemmen in zijn grote sterke armen. 

------

HEY GUYS, 

HOE DENKEN JULLIE OVER HUNTER? IK BEN BENIEUWD... 

XXXX


GAME CHANGERWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu