Proloog ~ David

959 73 29
                                    

Het perfecte plaatje, dat verwachten ze van me. Ze willen dat ik de perfecte zoon ben, een voorbeeld voor anderen, en dat ik de naam van de familie hooghoud. Maar dat ben ik niet, nooit geweest en dat zal ik ook nooit worden. Het ligt gewoon niet in mijn aard.
Toch spreken ze me er keer op keer over aan en proberen me te doen veranderen. Zonder resultaat. Hun preken doen me ondertussen al helemaal niets meer en ik laat ze gewoon over me heen komen.
Het ene oor in, het andere oor uit. Dat is het beste, geloof me.
'Wat is dit, David?'
Woedend gooit vader een roddelblaadje voor mijn neus. Rumour Has It. Ik had het kunnen weten. Het ene roddelblaadje is al erger dan het andere en Rumour Has It is de ergste. Ze zetten me maar al te graag op de voorpagina om me zwart te maken en in een slecht daglicht te zetten. En daarbij maakt het hen helemaal niets uit of het de waarheid is of simpelweg gelogen.
Maar mij doet het niet. Mijn ouders? Dat is een heel ander verhaal.
Dit keer ben ik aan mijn zijden vergezeld door twee schaars geklede meisjes. Ik herinner me nog vaag dat het best een onschuldige avond was geweest, maar natuurlijk maken de roddelboekjes daar weer het ergste van. Wie zijn die twee meiden ook al weer?
'David!'
Ik kijk weg van het roddelblaadje, nog voordat ik de titel heb kunnen lezen, en richt mijn blik op vader. Hier gaan we weer. De hoeveelste uitbarsting gaat dit worden? Misschien moet ik ze maar eens gaan tellen, dan heb ik er ook nog wat aan. Echter doen die uitbarstingen me niets, helemaal niets.
'Je brengt de goede naam van het bedrijf naar beneden, David.'
Natuurlijk komt het bedrijf op plaats één, zoals altijd. 'Het bedrijf heeft hier helemaal niets mee te maken,' antwoord ik, zuchtend en verveeld.
'Daar ben je fout, David.' Nu zucht vader ook. Even lijkt hij nog wat te willen zeggen, maar lijkt niet uit zijn woorden te komen, en schudt slechts zijn hoofd.
Dan niet. Woorden, zoveel woorden. Keer op keer. Maar daar blijft het bij.
Ik haal mijn Iphone boven en ontgrendel hem. Net op dat moment gaat vader verder: 'Je moeder en ik hebben besloten, dat als het niet betert, we je niet aanduiden als opvolger.'
Als het niet betert. Waar slaat dat op?
Ik kijk hem fronsend aan. Dit kunnen ze niet menen. Dit moet simpelweg een grap zijn. Wie zou er anders het bedrijf overnemen als vader op pensioen gaat? Het plan leidt altijd naar mij, altijd.
'Laat zien dat je een goede opvolger bent, David.' Vader staat op. 'Maak de juiste keuze.'
En met die woorden verdwijnt hij mijn bureau uit, mij verstomd achterlatend.
Meent hij het dit keer, of is het gewoon weer een simpel dreigement?
Eigenlijk hebben de dreigementen nog nooit hiertoe geleid: de opvolging. Het bleef altijd bij de goede reputatie van het bedrijf, van de familie.
Mijn oog valt weer op het roddelblaadje. Wat als ze het dit keer wel menen?
Ze willen dat ik mijn reputatie als womanizer kwijt geraak, maar die kan ik niet zomaar laten verdwijnen.
Hoe geraak ik die zelfs kwijt?
Eigenlijk wil ik die helemaal niet kwijt, mijn leven is perfect zoals het nu is. Ik kan het bedrijf echt leiden met deze reputatie. Misschien is het wel beter mét mijn reputatie, de naam verspreidt zich als een lopend vuurtje en verkopen doen we sowieso.
Dus de vraag die ik mezelf eigenlijk moet stellen is: hoe maak ik die reputatie voor mijn ouders onzichtbaar totdat ik het bedrijf overneem? Vader gaat binnenkort toch met pensioen, dus lang zal ik mezelf niet gedragen.
Maar eigenlijk moet ik me helemaal niet gedragen of ik moet helemaal niets veranderen, ik moet het gewoon wat voorzichtiger aan doen. Onzichtbaar voor mijn ouders én de paparazzi.
Ik kom uit mijn stoel en wandel mijn bureau uit, het werk achterlatend.
Hoe moet ik na dit soort dreigement nog normaal kunnen werken? Vader had geen beter tijdstip kunnen kiezen.
Als ik langs de receptie wandel, ontmoet ik de ogen van Jessica. Ik knipoog haar toe, waarna ze meteen begint te glimlachen en iets wat verlegen bloost. Eigenlijk is het ongelofelijk om te zien wat voor impact ik op ze heb, op de vrouwen keer op keer.
Hoe kan ik zoiets zomaar laten gaan?
Dat kan ik toch niet. Ik heb ze in mijn macht met één enkele glimlach, één. Ik heb ze in een mum van tijd om mijn vinger gewonden en één vingerknip is genoeg om ze in mijn bed te doen belanden.
Geïrriteerd stap ik de lift uit, naar buiten toe, en de straat over. Eén van de voordelen van de ligging van het bedrijf is dat het vlak naast Central Park ligt. Het park is dan ook mijn toevlucht als het me te verstikkend wordt in het gebouw, of als ze me gek maken zoals nu.
Ik vind hier, in een bepaalde mate, rust. Gewoon een beetje wandelen, doelloos. Dus op goed gevoel wandel ik een van de vele paadjes over. Doordat het ochtend is, is het nog vrij rustig in het park. Gelukkig maar.
Zuchtend stamp ik tegen een steentje. Het is onmogelijk wat ze van me vragen.
Ik kan het ook zo, daar durf ik voor wedden. Een verandering van mijn reputatie zal niets veranderen. Het zou helemaal niet veranderen aan het bedrijf of de cijfers. We zijn goed in ons vak en dat zal ook zo blijven als ik aan het hoofd sta.
Scheldwoorden vliegen mijn gedachten door als ik tegen iemand bots, maar geen enkele spreek ik uit. Het maakt toch nooit een verschil.
Ik richt mijn blik op de persoon en een paar donkergroene ogen kijken me duidelijk geschrokken aan. Maar die ogen houden mijn blik niet lang vast, want die dwaalt al snel af naar haar dieprode lippen, die door haar zachte rode haren nog roder lijken.
Vaag hoor ik haar een sorry mompelen, maar daarna verdwijnt ze even snel als ze gekomen was. Ik kan het niet laten en glimlach, waarna ik me omdraai en de rossige haren om haar heen zie dansen met elke pas die ze zet.
Hoofdschuddend draai ik me weer om.
Ik zal een manier vinden om mijn ouders te overtuigen, als het niet nu is, is het wel binnenkort.
Maar het zal me lukken, het moet.


I'm Falling For You || Vallen voor Jou [herschrijven]Where stories live. Discover now