14. Dichterbij

213 7 0
                                    

Ik ben nog nooit een fan geweest van horrorfilms, al dat gegil en die momenten die je niet verwacht. Ik probeer niet angstig te zijn, om te voorkomen dat Brayden zijn arm om me heen doet. Toch schrik ik, en Brayden probeert me te kalmeren.

'Het is maar een film, niets om bang voor te zijn.' Maar een film? Hij heeft echt geen idee dat het net lijkt alsof ik zelf in die film zit. De angst om nooit te ontsnappen, opgesloten te zitten, niet wetende wat er gaat gebeuren. 

'Ik ben moe, ik ga naar bed', zeg ik. Ik sta op, maar Brayden trekt me weer omlaag.

'De film is nog niet afgelopen', zegt hij. Ik ga zuchtend zitten, en doe net alsof ik naar het beeldscherm kijk, terwijl ik mijn ogen sluit. Ik heb niet door dat ik begin te knikkebollen, en voor ik het weet, krijg ik een klap in mijn gezicht.

'Ik zei dat de film nog niet over was!' zegt Brayden kwaad. Ik wrijf over mijn wang, en vraag me af waarom hij zo is, wat is er gebeurd in zijn jeugd dat hij zo geworden is?



Ik heb nog steeds niets vernomen van Abigail. Ze heeft me niet teruggebeld, zelfs geen berichtje gestuurd. Ik vraag me af wat er is. De man die ze zoeken, hij zal haar toch niet hebben ontvoerd? Straks heeft hij haar iets heel ergs aangedaan, straks leeft ze niet meer! Ik ren naar de keuken, pak een mes, en stop dat in mijn tas. Je kunt maar beter goed voorbereid zijn, als je op reddingsmissie gaat. Ik loop naar mijn auto, en als ik instap, bid ik dat we er beiden levend vanaf komen. Ik start de auto, en rijdt richting het huis van Abigail. Wie weet bevindt ze zich in haar kelder, of op de zolder. En als ze daar niet is, dan bel ik de politie, en geef ik haar als vermist op. Ik rijd haar oprit op, en zie door de gordijnen dat de lichten aan zijn. Abi moet thuis zijn! Ik stap vlug mijn auto uit, en klop op de deur.



Brayden kijkt me aan, en ik durf niets meer te zeggen. Iedere keer als ik mijn mond opentrek of niet naar hem luister, krijg ik de wind van voren, en het doet nog pijn ook. Brayden loopt naar de keuken en komt terug met een zak bevroren doperwten. Hij duwt het op mijn wang, en ik kijk hem aan.

'Bray, wat is er met je? Waarom doe je zo?' Brayden kijkt naar de muur, en vermijd enig oogcontact.

'Brayden, ik wil je helpen. Zeg me wat ik voor je kan doen?' Brayden gooit de zak op de grond, en staat op. Hij loopt naar het raam toe, en ik zie twee lichten richting de oprit rijden. Het is een auto, en even later hoor ik de deur dichtslaan. Ik hoor voetstappen, en er wordt op de deur geklopt. Brayden blijft stokstijf staan, en gebaard dat ik me stil moet houden.

'Abi? Ik weet dat je er bent. Doe open alsjeblieft, ik maak me zorgen om je!' Het is Lea, en ik krijg direct een naar gevoel. Ik ben super blij dat ze er is, maar ik ben bang dat Brayden haar iets aan gaat doen. Brayden loopt langzaam naar de deur toe, en hij pakt een knuppel.

'Brayden, nee! Je raakt haar met geen vinger aan!' Ik spring bovenop hem, en probeer de knuppel van hem af te pakken. Brayden gooit me van zich af, en ik kom op mijn rug op de grond terecht, en stoot mijn hoofd tegen de bank. Het wordt direct zwart voor mijn ogen.

Wordt vervolgd  

Ze is mijn bezitWhere stories live. Discover now