Chapter 6

11.7K 547 67
                                    

Popelend kijk ik naar de garage voor me waar mijn auto zich bevindt en wrijf ik in mijn handen. Eindelijk, na een eeuwigheid mag ik hem weer ophalen. De tram en de bus ben ik beu geworden namelijk.

Na het horen van het getik van mijn hakken kijken vrijwel alle mannen op in de garage en staren ze me stuk voor stuk aan dat het gewoon iets te eng raakt.

'Heb ik wat van jullie aan?' frons ik en merk dat iedereen meteen wegkijkt behalve één. 'Nee, we waren alleen even afgeleid door je schoonheid,' grijnst de man en met opgetrokken wenkbrauwen kijk ik hem aan. 'Those curves, damn,' grijnst de man als maar breder en net op het moment dat ik naar hem toe wil lopen om hem een klap te verkopen, hoor ik ineens een luide stem vanuit de deuropening brullen door de garage heen.

'Thomas, geen manieren geleerd!? Zo praat je niet tegen een dame!' hoor ik ineens en kijk daardoor meteen zijn richting op: de eigenaar van de garage.

'Mevrouw Ahmadi, het spijt ons heel erg voor zijn onbeschofte gedrag. Uw auto staat gereed en klaar voor gebruik,' zegt de eigenaar verontschuldigend tegen me als hij op me af komt lopen. Snel zend ik een vieze blik naar die ene Thomas toe en knik dan.

'Nog bedankt!' zeg ik nog tegen de eigenaar en hol al gauw zover ik dat kan op mijn hakken naar mijn auto toe. Ik stap gelijk in en zet mijn handen blij om het stuur. Meteen rijd ik de garage uit, zet ik de radio op z'n hardst aan en neurie ik vrolijk met het liedje mee. Dit klinkt misschien raar, maar ik had mijn auto gewoon zo erg gemist. Een eigen auto geeft je toch wel echt een stukje onafhankelijkheid.

Na een tijdje breng ik mijn auto langzaam tot stilstand als ik een menigte op de autoweg zie staan en frons daardoor even. Duidelijk een incident. Langzaam stap ik uit en kijk ik verward om me heen. Allerlei auto's staan maar ergens geparkeerd. Fronsend tik ik een vrouw aan die zich al meteen omdraait en vraag ik wat er hier gaande is.

'Één of andere gek kwam in hoge snelheid aan rijden en reed de vrouw die daar op de grond ligt aan,' legt ze uit. Mijn ogen worden meteen groot en snel bedank ik haar.

Ik loop er naar toe en versnel mijn pas als ik een vrouw met hoofddoek dat al op leeftijd is hulpeloos op de grond zie liggen. Ik ren er naar toe en duw iedereen aan de kant. Ik kniel naast de vrouw neer en kijk haar bezorgd aan. 'Mevrouw? Bent u oké?' vraag ik bezorgd en neem haar voorzichtig in mijn armen. Ik merk dat ze helemaal aan het trillen is en bijt hard op mijn lip.

'De ambulance komt er zo snel mogelijk aan, oké? Ik blijf bij u,' slik ik en kijk naar haar haar die ik voorzichtig weer terug onder haar hoofddoek schuif. Ik weet niet waarom maar ik moet gewoon met haar mee. Ik kan haar hier niet achterlaten. Iets in me zegt dat ik moet blijven.

Al snel hoor ik een ambulance van op verre afstand aan komen en laat ik de mannen erbij om haar op de brancard te leggen. Ik knik haar bemoedigend toe als ze me bang aankijkt om haar gerust te stellen. Als ze haar in de ambulance zetten ren ik terug naar mijn auto waar ik meteen in stap en met een volle vaart naar het ziekenhuis toe rijd. Daar aangekomen loop ik meteen naar de balie toe en vraag ik naar de vrouw.

'Ze zijn haar nu aan het onderzoeken. Even geduld alstublieft,' vertelt de vrouw achter de balie me. Ik kijk haar verslagen aan en plof maar neer op een stoel. Uit ongeduldigheid tik ik met mijn hak steeds op de grond waar zelfs zij zich aan begint te irriteren.

'Kunt u daarmee ophouden mevrouw?' hoor ik ineens vanachter me en rol onopvallend met mijn ogen. Ik luister niet en ga eigenwijs door. Na een tiental minuten vraag ik weer naar haar waardoor ze diep zucht. 'Vleugel B, eerste verdieping en kamer 125,' mompelt ze en meteen ren ik richting de liften toe.

Ik besluit al gauw de trap te nemen als het me iets te lang duurt en kom buiten adem aan op de goede verdieping. Ik zoek naar de goede kamer en word al meteen tegengehouden door een verpleegster als ik de deur open wil doen.

'Mevrouw, u zult helaas moeten wachten. De dokters zijn zeer druk bezig met haar,' zegt ze spijtig. Ik zucht gefrustreerd. 'Wanneer zijn ze klaar?' 'Dat kan ik u helaas nog niet vertellen,' antwoordt ze en loopt daarna weer weg.

Zuchtend laat ik mezelf vallen op een stoel en wrijf ik over mijn armen heen. Wat haat ik wachten. Ik hoop gewoon echt uit het diepste van mijn hart dat het goed gaat met haar. Het is echt heel vreemd. Ik ken deze vrouw namelijk niet, maar ik kan het ook niet over mijn hart krijgen weg te gaan. Ik ben daar gewoon te zwak voor.

'Mama!' hoor ik ineens iemand gillen door de gang en kijk meteen op. Al snel zie ik een meisje van rond de acht jaar de hoek om rennen en naar de kamerdeur toe gaan. Ik slik even en staar het kleine meisje aan, vast en zeker haar dochter.

'Yasmina!? Niet zo snel!' hoor ik een bekende stem zeggen en draai me meteen om waar ik niemand minder dan Noureddine aan zie komen rennen. 'Mama...' hoor ik het meisje snikken als ze wordt tegengehouden door een verpleegster en zie Noureddine haar in zijn armen nemen. Hij lijkt mij nog niet eens opgemerkt te hebben.

'Sst, het komt goed met mama. We mogen zo naar binnen, oké schatje? We moeten nu voor haar bidden en veel smeekbedes doen. Sst, stil maar,' sust hij zijn eigen zusje. maar aan zijn gezicht kun je zien dat ook hij in paniek is.

Na een tijdje sta ik twijfelend op en kijk ik even naar ze. 'Noureddine?' vraag ik zacht. Hij kijkt meteen op en blijft me met grote ogen aankijken. 'W-wacht, Meryam toch?' vraagt hij met dezelfde grote ogen en langzaam knik ik. 'Maar wat doe jij hier?' vraagt hij verward. Ik leg hem snel de gebeurtenis van net uit en glimlach kort als hij het begrijpt.

'Echt Meryam, een hart van goud heb je. Dit is inderdaad mijn moeder die daar ligt,' knikt hij en zwakjes glimlach ik. Na nog een kort gesprekje met hem gehad te hebben over wat er nou allemaal is gebeurd, kijk ik hem even lipbijtend aan. Ik ben gewoon zo nieuwsgierig.

'Noureddine?' 'Ja?'

'Waar is Saifeddine?'

Best Mistake (VOLTOOID)Donde viven las historias. Descúbrelo ahora