Plan z

16 4 0
                                    

Nog steeds niets vernomen, zelfs de vogels die mij nog een beetje rust voorzien, gaan naar bed. Als ik een vogel was, was ik veilig. Mijn telefoon die nu een flinke barst heeft bedraagt nu 19%, idem dito voor mij. Gelukkig begrijpt dat ding dat ik hem nodig heb, al is het voor gps, die het nog wel doet. Afgelopen uren heb ik mijn blaas buiten geleegd, drie slokken water genomen en moed verzameld. Straks wordt het donker, misschien gaat het regenen. Ik kan de weersverwachting niet meer zien. Morgen ga ik in actie komen, bij daglicht. Het dichtstbijzijnde slachtoffer ademt nog en af en toe hoor ik een kuch. Morgen zouden ze moeten halen, als de infectie ze niet fataal wordt. Ik heb honger, de snoepautomaat zou steriel moeten zijn. Een stopcontact zou geen overbodige luxe zijn op dit moment. Ik maak een kussen van mijn jas en leg mijn hoofd neer. Het is half 8, een beetje vroeg om te gaan slapen. Ik besluit moed te verzamelen en me naar de snoepautomaat te begeven, misschien kom ik Richard en Lily nog tegen, of die sul van wiskunde. Ik maak mijn elastiekjes los en stap in de gevaarlijke wereld. Als ik de poort heb dichtgedaan, elastieken slot zou niet nodig zijn, ren ik naar de hoofdingang. Binnen lijkt alles uitgestorven. De snoepautomaat staart me aan, alsof hij wilt zeggen dat ik een verschrikkelijk persoon ben. Ik heb iets hards nodig, een hamer. Mijn ogen vallen op een AED en een hamertje om het glas mee te breken. De hamer zit vast aan een ketting. Ik loop er naartoe en de moed zakt me weer in de schoenen. De ketting is van metaal, die ga ik nooit los krijgen. Ik besluit geweld te gebruiken bij de arrogante snoepmachine. Ik loop er op af, schud het gevaarte als een gek heen en weer. Er valt één zakje chips uit. 'fijn, super, perfect!'. Ik ruk het ding uit het stopcontact, trek hem met al mijn kracht naar me toe waardoor het rotding omvalt. Glas klettert over de grond. Als ik hem weer optil, waar ik veel te slap voor ben, ligt de jackpot voor mijn voeten. Ik vul mijn tas en gooi de muntjes uit de automaat vervolgens in de frisdrankmachine, die er toch echt een stuk vriendelijker uitziet. Ik huil, uit woede, maar loop voldaan het gebouw weer uit. Ik denk dat ik gek wordt.

Illotis manibusWhere stories live. Discover now