Vliegen

5 1 0
                                    

Rennen! Rennen! Hysterisch beweeg ik mijn armen door de hete lucht. 'heeeeey!!! Heeeey!!!'. Buiten adem kijk ik hoe de helikopter boven de gebouwen verdwijnt. Mijn hele lichaam tintelt, maar ik geef niet op. Ik stap weer in het busje, start de motor en cross door de straten van de verlaten stad. Als ik over de wegen rij besef ik me dat ik achter het stuur zit, en gewoon kan rijden! Het heeft niet eens een week geduurd. Op de afrit naar de snelweg zet ik het rode bestelbusje stil, stap uit en kijk in mijn voorraad. Genoeg verpakt voedsel voor ongeveer twee weken. Ik stap weer in en scheur weg. Ik moet benzine regelen, veel benzine. Ik weet uit mijn hoofd een station in de buurt. Als ik aankom wordt ik gelijk met de harde waarheid geconfronteerd. Overal lichamen van onschuldige mensen. De eerste keer dat ik de ernst van dit virus ondervond was precies een week geleden, voor mijn school. De man van de fiets ademde niet meer, zo ook de meeste anderen. Ik ben de supermarkt binnen gegaan, heb zo veel mogelijk verpakt voedsel bemachtigd, en een bestelbusje in beweging gebracht waar de sleutels van de bezorger nog in zaten. Ik had geen idee waar ik mee bezig was, of waar ik heen moest. Ik heb mezelf een week lang gekweld met vragen. Wat als Richard en Lily nog leven? Waar waren ze heen? Wat als ik de enige overlevende ben? Kan ik niet beter dood? 's nachts deed ik geen oog dicht, overdag rakte ik mezelf vaak kwijt. De lijken op straat doen me nu niets meer, maar de eerste keren raakte ik in paniek. Ik heb zelden in zo'n korte tijd zoveel gehuild. Ik praat met voorwerpen, ik zie overal personen in, ik praat met mezelf en ookal geloof ik niet, bidden is een regelmatige gewoonte geworden. De dagen waren leeg, de nachten doodeng. Mijn bestelbusje heb ik volgespoten met insecticide, want als je ziet hoeveel vliegen ontbijten met mensenvlees, begrijp je dat deze beestjes je grootste vijand zijn geworden. Ik zit er aan te denken te vertrekken naar een koud klimaat, Lapland ofzo, misschien is het virus tegen deze temperaturen niet bestend. De helikopter gaf me hoop, ontzettend veel hoop. Gister nog dronk ik zoveel, dat ik op het punt stond er een einde aan te maken, dat ik gewoon besmet drinkwater zou gorgelen en tegen de grond zou gaan. Nu lijkt dit idee mijlenver. Ik vul wat jerrycans met brandstof. Binnen haal ik sigaretten, om de insecten weg te houden. Je moet iets als je niemand hebt. Ik wil zo graag gezelschap, zo ontzettend graag. Het gezoem om me heen laat me iets minder alleen voelen. Ik schuifel terug naar het busje, gooi de benzine achterin, en start de motor. Het brommende geluid klinkt vertrouwd. Ik vertrek.

Illotis manibusWhere stories live. Discover now