Deel 3: Gedachtes verzetten

843 6 0
                                    

De volgende dag was de ochtend gelukkig weer terug bij af, geen nat bed, geen stress, alles was weer goed. Of tenminste. Bijna alles. Terwijl Sarah nog wat in bed lag te dommelen begon ze te piekeren over wat in godsnaam ze vandaag moest gaan doen. Ze merkte nu al dat ze eigenlijk bijna nergens zin in had, en ze moest nog een hele vakantie door. Als ze nou mensen had om die vakantie mee door te brengen. Ze zette haar telefoon maar eens aan, misschien dat er iemand had geappt (een kans van misschien (1.7%), maar je wist maar nooit. Maar nee, niemand. En ze wenste al heel snel dat ze Whatsapp noiit had geopend. Ze kwam er achter dat de groepsapp met het clubje volledig was leeggelopen. Daar zou ze ook niet meer van horen. En meteen voelde ze zich weer kut, zou dit zo de hele vakantie doorgaan. Ze kon alleen maar bidden en hopen van niet.

De ochtendroutine was niet noemenswaardig, ze at stilletjes haar ontbijt op en poetste haar tanden. Ze voelde zich compleet rot, en dat maakte het een ideaal moment om te gaan hardlopen. Het was bewolkt (al wist de zon af en toe door te breken) waardoor het niet al te warm was en ze had het al net iets te lang niet gedaan. Ze moest in goede conditie blijven. Ze liep haar kamer in en trok snel haar sportkleding aan, ging nog snel naar de wc, deed haar oortjes in en deed haar telefoonhouder om haar arm en vertrok. Ik ga even hardlopen hoor, zei ze tegen haar moeder die verbaasd keek, maar haar nog wel snel succes wensde. Terwijl de de straat uit liep begon ze alvast met wat oefeningen. Dribbelen, huppelen, kruispas etc. om haar spieren alvast op te warmen. En wandelde hierna verder naar het dichtstbijzijnde park, ze wou nog geen energie verspillen. Toen ze aankwam bij de ingang zette ze haar timer aan. 3, 2, 1 en ze was weg. Haar tempo was best goed als ze het zo moest inschatten, maar ze zou er pas na een kilometer achterkomen of ze het vol kon houden. Haar doel was altijd om 6 kilometer in een half uur te lopen, maar het wou haar steeds maar niet lukken. De eerste kilometer lukte altijd wel binnen 5 minuten, maar daarna werd het telkens steeds minder waardoor ze steeds een minuut te langzaam was. En hoe vaak ze ook oefende, het leek niet heel veel beter te worden. Ondertussen was ze alweer 500 meter verder en voelde zich nog goed. Er stond een lekker nummer op waardoor ze gemakkelijk op de maat kon meelopen. Het park bestond voornamelijk uit kronkelwegen waardoor je je nooit echt op 1 punt kon focussen om naartoe te rennen, wat snelheid behouden lastig maakte. Maar ze ging door en al snel bereikte ze de eerste kilometer, die ze in een goede 4:52 liep, als ze zo doorging zou ze een kans maken.

Het was eigenlijk belangrijk dat ze haar aandacht bij het lopen hield, maar ze kon het niet helpen om na 1.5 kilometer een beetje af te dwalen. Terwijl ze nog steeds op een goed tempo doorging begon ze toch weer te denken over haar vrienden (ook al wist ze zelf ook wel dat die term niet relevant was) en ze dacht aan hoe ze hun allemaal ging laten zien dat ze de snelste was. Best een kinderlijke mindset eigenlijk, maar ze kon het niet loslaten. En toen vertelde de app haar dat ze de twee kilomer had bereikt in 10:05, oh godver, ze moest opschieten. Ze zette meteen een tandje bij. Ook dit was geen goed idee, ze raakte plotseling een stuk sneller vermoeid, ze was nu weer gefocust maar het was al te laat. Hijgend ging ze verder, stap voor stap. Ze merkte dat haar tempo weer afnam. Ze moest sneller. Drie kilometer, in 15:20, ze had de neiging om gewoon te stoppen, maar ze wist dat ze door moest als ze beter wilde worden. En ze had geluk, er kwam net weer een goed nummer op. Ze liep weer mee op het ritme en haar tempo ging omhoog. En bij de vier kilomer zat ze op 20:23, ze moest nog sneller, als ze nu de laatste twee kilometer onder de 5 minuten kon lopen had ze een kans.

Haar lichaam had andere plannen, of specifieker, haar darmen. Ze kreeg een akelig gevoel dat ze moest poepen. En ze kende het gevoel, en wist dat ze die 30 minuten wel op haar buik kon schrijven. Toch was ze nog niet klaar om op te geven, ze rende door. Maar de druk op haar darmen nam snel toe, ze was bijna bij de 4.5 kilometer, dat moest ze halen. Ze sprintte er langs, stopte vrijwel ter plekke en moest zich meteen vol concentreren om het op te houden. Ze kneep haar bilspleten samen en wist het net binnen te houden. Pfff, als ze ook maar iets langer was door gegaan had ze het waarschijnlijk in haar broek gedaan. Ze gruwelde van dat idee, stel je voor dat ze in haar broek had gepoept. Dan had ze een goede 3.5 kilometer terug kunnen lopen, ze kon zich niet voorstellen hoe beschamend dat zou zijn geweest, laat staan dat ze thuiskwam en haar moeder haar zo had gezien. Ze kreeg er de rillingen van. Als dat was gebeurd had ze zichzelf waarschijnlijk nooit meer serieus kunnen nemen, terwijl ze zich nog zo stoer voelde dat ze zo snel kon hardlopen. Maar goed, het was niet gebeurt, ze was op tijd gestopt, niks aan de hand. Alleen jammer dat ze haar doel niet had gehaald. Ze keek op de timer en zag dat die al op 27:13 minuten stond. Oke, waarschijnlijk had ze het sowieso niet gehaald. Volgende keer beter.

De tweede kansWhere stories live. Discover now