Dag 4 - 21:11

44 6 0
                                    

Een buitenstaander zijn is niet makkelijk. Je ziet vriendschappen van anderen en probeert je aansluiting te vinden, maar komt nooit dichtbij genoeg. Je voelt je bekeken en onveilig. Maar het is misschien wel erger om van de kern van de groep naar buiten te worden verbannen. Sinds Lukes ruzie met Luanna is het groepje dat ze hadden uit elkaar gebrokkeld en zondert iedereen zich af. Dave zweeft tussen groepjes, Luke zit alleen en ook Luanna heeft zich weer in haar eigen wereld terug getrokken. Alleen Fynn en Sage zitten nog altijd samen, maar Amelia durft er niet meer bij te zitten. Zo had ze alles wat ze wilde en zo had ze minder dan waarmee ze begon. Ze moet het lijmen, de gebroken stukken bij elkaar rapen en verbinden, of zij daar nu een onderdeel van uitmaakt of niet. Maar misschien is deze groep altijd al gebroken geweest en wisten ze alleen te doen alsof. Wat het ook is, nu bestaat de wereld enkel uit scherven. Gebarsten herinneringen aan voetstappen, gesprekken, boze blikken en het geluid van een pistoolschot.

Fynn komt naar haar toe en ploft naast haar neer. Die eens zo lieve, scheve glimlach is van zijn gezicht verdwenen. Nu staan zijn bruine ogen leeg. 'Je ziet er gebroken uit,' zegt hij dan zacht.

'Jij ook,' fluistert ze terug. Het is alsof de blauwe plekken die als bloemen over zijn huid verspreid zijn, hem doormidden hebben gespleten.

Hij lacht een keer zachtjes. 'Staat het niet stoer?' Hij kijkt haar recht aan. 'Ik hoopte dat het indruk zou maken.'

Het lukt haar niet om te lachen. 'Het ziet er uit alsof je een blauwebessengevecht hebt gehouden.'

'Hmm, ik kan je wel vertellen dat Brombeer en Mankepoot geen blauwe bessen zijn,' zegt hij, zijn stem zachter wordend met elk woord.

'Waren ze dat maar.' Het zou dingen zoveel makkelijker maken. Dan konden ze hen tussen twee vingers pletten en naar huis gaan. Doen alsof dit stomme lokaal nooit bestond.

Wenste ze hen nu dood? De vraag schiet heel even door haar hoofd. Ze durft hem niet te beantwoorden, want zo wil ze niet zijn. 'Doet het pijn?' vraagt ze dan.

'Je zou die andere vent moeten zien,' lacht hij zacht. 'Sorry, dat wilde ik altijd al een keer zeggen. Het gaat, als ik niet teveel beweeg. Sage is er erger aan toe dan ik.' Zijn ogen schieten naar Sage die opgekruld in de vensterbank naar buiten zit te staren. Zijn hand ligt op zijn borst, met zijn ketting stevig in zijn hand geklemd.

Ze volgt zijn blik. 'Hij vindt dit lastiger dan hij wil toegeven, hè?' Ze durft het niet te hard te zeggen, bang dat Sage haar kan verstaan.

Fynn knikt. 'Laten zien dat hij emoties heeft of überhaupt dat hij menselijk is, gaat hem vaak niet goed af. Zeker niet als zijn vrienden bedreigt worden.' Dat laatste komt er als een fluistering uit.

'Hé, jij kunt er niks aan doen dat dit gebeurde.' Ze kijkt hem aan. 'Zoals Sage al zei, hebben we hier samen voor gekozen en we maken onszelf nu allemaal van binnen kapot.' Ze praat zacht, maar zou het wel willen schreeuwen. Misschien dat als iedereen zich dat beseft, dat alles beter is. Of niet? Want zelfs nu ze dat weet voelt ze zich schuldig.

'Dat geldt ook voor jou.' Hij raakt haar hand heel licht aan. 'Ik kan zien hoe je jezelf afmaakt hierover. Dit is niet jouw schuld, of die van mij of Sage, Luanna of Luke. Wij zijn slachtoffers. Toevallig zijn mijn wonden zichtbaar, maar dat betekent niet dat de jouwe niet ook levensecht zijn.'

Ze knikt zacht. 'Ik wil naar huis.' Ze wil haar moeder in de armen vallen, haar vader vertellen dat ze van hem houdt en alle cliché dingen doen.

Heel langzaam buigt hij naar haar toe en omhelst haar. 'Houd vol, oke? Als je opgeeft, heb je al verloren.'

Ze begraaft haar gezicht in zijn schouder. 'Ik probeer het.' Meer kan ze hem niet beloven.

***

At Gun Point duologie: Boek 1 -  Room 301Where stories live. Discover now