Dag 4 - 22:35

45 6 0
                                    

Luanna's levenloze ogen staren hun aan voor het beeld vervaagt en het digibord zichzelf afsluit.

Een schreeuw steekt in Amelia's keel. Haar knieen voelen zwak alsof ze elk moment in kan storten. Maar luanna is er niet om haar overeind te houden. Luanna is er niet om haar te helpen.

Luanna is er niet. En het klaslokaal voelt opeens zo stil. Niemand mocht Luanna, maar iedereen voelt wat er zojuist is gebeurd.

'Ze had het beloofd,' fluistert Amelia tegen de stilte. Dan kijkt ze naar haar portret, naar haar ogen nog op het schetsblok, maar straks op de muur boven Cupers bureau. 'Je had het beloofd.'

'Luanna maakt geen beloften,' mompelt Sage zacht.

Fynn werpt hem een boze blik toe. 'Dat helpt niet,' sist hij. Hij gaat naast Amelia zitten, slaat een arm om haar heen en trekt haar tegen hem aan. 'Ze was de sterkste van ons,' zegt hij dan.

Sage fronst zijn wenkbrauwen, maar houdt zich stil. Mede door Fynns waarschuwende blik.

'Als zij niet kan overleven wie dan wel?' fluistert Amelia zacht. Hoe ver was ze gekomen zonder haar vriendin? Waarschijnlijk had de klas haar dan al lang opgeofferd.

'We doen het voor haar,' zegt Fynn dan. 'Zij had het kunnen overleven en dat wist zij ook, maar ik denk dat ze ook wist wanneer het winnen het niet waard was.' Hij haalt diep adem. 'Het ging niet om haar, maar om die jongen die tegenover haar zat. Wat het gesprek ook was dat ze hadden, het moet belangrijk zijn geweest.'

Amelia knikt. 'Het doet pijn,' zegt ze. 'Zij was de eerste die me zag in deze klas.'

'We zorgen ervoor dat ze niet de laatste is.' Fynn pakt het schetsboek van haar over en kijkt naar Luanna's portret. Hij schudt zijn hoofd een paar keer heen en weer voor hij de pagina omslaat, om recht in Micks ogen te krijgen. 'Luanna, nu begin je eng te worden,' mompelt hij zacht.

Amelia kan het niet helpen om toch even te glimlachen. Dat is precies hoe ze haar herinnert. Als haar ogen door de klas glijden, ziet ze Luke die opgekruld in de achterste hoek zit, zo ver van het bord vandaan als maar kan. Ze kijkt naar hem en ziet dan dat hij zachtjes schudt. Haar lichaam lijkt te bevriezen. Moet ze iets doen? Moet ze naar hem toe gaan?

Fynn volgt haar blik. 'We praten morgen wel met hem. Eerst moeten we een belofte waar maken.'

Ze knikt ook al weet ze dat het een helse nacht voor hem gaat worden. Haar ogen glijden weer terug naar Fynn die de tekeningen uit het schetsboek scheurt. Ze kan de gezichten nog maar amper uitmaken in het donkere lokaal.

Meneer Cuper kijkt Fynn aan wanneer hij naar het bord loopt en haar portret ophangt.

'Hoe moet ik nu slapen?' vraagt Amelia. 'Ik wil niet wakker worden, wetend dat het lokaal leger is geworden.'

'Ik weet het niet,' antwoordt Fynn zacht.
Ze kijkt hem aan. Bij Miloux' dood kon ze het nog bij zichzelf vandaan houden. Nu is zij Eliza en haar hemel heeft geen sterren. Er is geen "we zien elkaar wel weer", want ze weet bijna zeker dat Luanna daar niet in geloofd.

'Mag ik even wat zeggen over Mick?' vraagt Dave dan. Hij kijkt om zich heen en wacht enkele momenten tot hij de aandacht heeft. 'Mick mocht er dan wel zwak uit zien, hij was eigenlijk een hilarische jongen. Hij was getalenteerd in gamen en hij was zelfs erg goed in voetbal, maar hij werd vaak overgenomen door angst. De laatste paar momenten moeten zo zwaar voor hem zijn geweest, maar hij heeft zich sterk gehouden. Hij was sterker dan iedereen dacht. Mick, beste jongen, we gaan je missen. Hopelijk zien we elkaar wel weer.' Dave glimlacht even en gaat dan weer zitten.

Eliza kijkt even naar Lily en stapt dan naar voren. Haar ogen glijden over de twee portretten. 'Mick was erg vriendelijk en behulpzaam. Hij was stil, maar wist altijd hoe hij moest luisteren.' Even is ze stil. 'En Luanna, tja die is Luanna. Soms iets te direct, maar ze wist wel waar ze voor stond. Ik heb er spijt van dat ik haar niet beter heb leren kennen.' Ze glimlacht zwakjes voor ze snel weer naar haar vriendin loopt. Een paar anderen mompelen nog zacht woorden over Luanna en Mick. Sommigen van voor het bord, anderen vanaf hun positie. Zelfs Yasmin zegt wat.

Amelia denkt aan Luanna. Ze zou iets kunnen zeggen over haar, maar ze weet dat ze de woorden niet over haar lippen zou kunnen verkrijgen. Luanna zou het waarschijnlijk ook niet willen.

Naast Amelia begint Sage zacht te gniffelen wat dan overgaat in een luide lach. 'Jullie zijn allemaal een stelletje schijnheilige,' zegt hij lachend. 'Zoete, lieve woorden spreken over hen die we kwijtgeraakt zijn, maar toen ze nog hier waren hebben geen van jullie ooit een vriendelijk woord tegen hen gesproken. Denken jullie niet dat Luanna ons zou uitlachen als ze dit zag? En Mick zou stilletjes zijn hoofd schudden.

'Wat moeten we dan doen, he?' vraagt Yasmin met een scherpe toon.

'Misschien moeten we niet doen alsof ze heiligen zijn maar hen gewoon laten zijn wie ze waren?' stelt Sage voor. 'Luanna heeft ons echt niet nodig om zichzelf te laten herinneren... Die heeft haar eigen portret getekend.'

Lukes verbitterde stem doorbreekt de stilte. 'Ja, wij zijn een stelletje egoïstische koeien. We zouden moeten ophouden met voor onszelf vechten en samenwerken.'

Een pijnlijke stilte valt. Sage en Luke hebben gelijk, maar ze verlangen allemaal naar iets om zich aan vast te grijpen. Om te doen alsof ze niet allemaal wegkeken toen Mick en Luanna nog in hun midden stonden. Want zelfs al zit je midden in een moordspel, je weet nooit dat het de laatste keer is.

At Gun Point duologie: Boek 1 -  Room 301Where stories live. Discover now