Deel 3.

329 26 2
                                    

Pov Robbie:
"Bezig met het werkstuk dan maar?" Hij knikt. "Wat voor werkstuk moesten we eigenlijk maken? Niet goed opgelet sorry" vraagt hij. (Ik weet niet of ik een vak genoemd heb maar vanaf nu is het AK) "Maakt niet uit, we moeten een land kiezen en daar allemaal geschiedenis of iets over opzoeken en dan een werkstuk maken" vertel ik heb, hij knikt. "Wie gaat wat doen?" "Mag ik schrijven en opplakken?" Vraagt hij mij, "tuurlijk" "Dus jij zoekt alle informatie op en ik schrijf het over" vraagt hij voor de zekerheid, ik knik "precies". We beginnen allebei met het werkstuk. "zeg een land" "Italië" zegt hij zacht. "dan doen we t vanaf nu over Italië" zeg ik lachend "Isgoed" zegt hij grinnikend.

"Italië is opgericht op 17 maart 1961" lees ik voor, hij schrijft het langzaam, maar netjes, op.

Half uurtje later en we hebben alle informatie verzameld. We moeten nu alles mooi verdelen over het papier. "Zullen we dit anders bewaren en op school doen? Dan kunnen we nu nog wat anders doen" vraag ik hem, "dat is oke" "mooizo, zal ik het bewaren of bewaar jij het?" "Ik? Als dat mag" "tuurlijk" hij lacht. We ruimen alle spullen op en gaan dan op mijn bed zitten. "Wat zullen we doen?!" Vraag ik, hij haalt zijn schouders op. "Wat vind je leuk om te doen in je vrijetijd?" Weer haalt hij zijn schouders op. "Je weet het wel"

Uiteindelijk zijn we buiten gaan voetballen. Hij staat 1-0 voor op mij. Hij pakt de bal van mij af en schiet hem zo in het goal. Nu staat t 2.0. Ik let even niet op en er schiet een bal hard richting mij, "ey joh" "moet je maar opletten" zegt hij lachend. Ik moet ook lachen. Ik pak de bal en schiet ook richting het goal. Hij deinst snel weg als hij de bal op zich ziet afkomen. "Bang voor de bal?" Hij knikt verlegen "ik zal voorzichtig doen" hij schenkt mij een 'bedankt' glimlach.

We gaan weer verder en dit keer heb ik de bal. Ik een richting zijn goal maar hij zet zijn voet voor mijn voeten waardoor ik struikel. Ook hij struikelt, over mij denk ik want de bal is weggerold. Ik lach zachtjes. Hij daarin tegen blijft stil liggen. "Gaat het Matthyas" vraag ik bezorgd, hij knikt maar zijn gezichtsuitdrukking zegt iets heel anders. "Matthyas eerlijk, het gaat niet hm?" Licht schud hij zijn hoofd. Ik sta op waarna ik naast hem op de grond ga zitten. "Kan je rechtop komen zitten?" Hij haalt zijn schouders op. "Kom ik help" ik pak hem onder zijn armen vast en trek hem langzaam en voorzichtig rechtop.

Pov Matthyas:
Langzaam en voorzichtig trekt hij mij rechtop. Ik weet niet wat er gebeurde en hoe ik struikelde maar alles doet pijn. "Waar heb je pijn?" Vraagt hij bezorgd. "Alles" antwoord ik zacht. Ik begin te snikken door de pijn. "Hey Hey rustig maar" hij wrijft over mijn rug. Het voelt vertrouwd ofzo. "Kan je staan?" Ik weet het niet, alles doet pijn. Ik haal daarom mijn schouders op. "Wil je proberen?" Ik knik zacht. Hij gaat eerst opstaan waarna hij door zijn knieën zakt en hij onder m'n armen pakt. Langzaam probeer ik te staan, beetje onhandig maar ik sta. "Gaat dit?" Ik knik. Ik verlies mijn evenwicht" "duizelig?" Ik knik alweer "Proberen te lopen?" Weer knik ik, ik heb teveel pijn om te praten. Voorzichtig maak ik een paar stappen.  "Doet het pijn?" "Beetje" "zullen we naar mijn huis gaan? Kan je eventjes wat drinken en breng ik je dan naar huis goed?" Ik knik. Hij begint te lopen, gelukkig was het voetbalveldje dichtbij zijn huis. Ik strompel wat achter hem aan.

Aangekomen bij zijn huis, wat langer duurde dat verwacht, loopt hij naar de keuken. "Ga maar op de bank zitten, ik pak wat drinken. Wat wil je?" vraagt hij. "Wat is er?" "Uuh, water, cola en volgens mij ook rivella" "rivella als dat mag?" "Tuurlijk ik pak het even" even later komt hij terug met een glas, die hij aan mij geeft. Hij gaat naast mij op de bank zitten. Ik drink hem langzaam leeg.

Na een tijdje is het tijd om naar huis te gaan. Hij brengt mij naar huis toe zegt hij, ik vind het prima. "Lukt het fietsen?" "Denk het wel" "als het niet gaat zeggen ja?" Ik knik. "Top, jij moet mij wel de weg wijzen want ik heb geen idee waar jij woont" ik grinnik. "Komt goed" ik stap op, wat niet zo soepel gaat, en fiets naar mijn huis. Hij volgt mij. "Kut ik heb geen sleutel bedenk ik me nu" ik ben met Ezzie naar school gefietst, en het was de bedoeling ik met hem terug zou fietsen, maar ik ging met Robbie mee dus nu heb k heen sleutel. "Is er iemand thuis?" "Denk het wel" "dan bel je aan" "ohja" ja was ik vergeten dat de bel bestond? Misschien.

We zijn bij mij thuis, ik strompel naar de voordeur, Robbie volgt. Ik druk op de bel en na een tijdje opent Jaïr de deur. "Hey Matt en?" "Robbie, klasgenoot van Matthyas" "Jaïr, zijn broer" ik sta er behoorlijk ongemakkelijk bij. "Hoezo bel je eigenlijk aan?" "Ez had sleutel ik niet" "ah Oke, nou kom binnen" En hij loopt naar de woonkamer. "Kom je morgen naar school?" "Denk het wel, als ik kan lopen" "topper, rustig aan" "komt goed" hij loopt naar z'n fiets en gaat weer maar z'n eigen huis.

18/10/2023

Vertrouwenspersoon Where stories live. Discover now