|| Hoofdstuk 1 ||

28 2 3
                                    

Het is ochtend, vandaag is de eerste dag dat ik hier in Leiden naar school ga. Het is nu woensdag en afgelopen weekend ben ik hier aangekomen. Ik heb bijna mijn hele leven in het Amsterdamse Weeshuis gewoond. Mijn ouders wilden me niet meer toen ik 3 was, dus sindsdien zat ik daar. Na 12 jaar wachten, wilde eindelijk een gezin mij hebben. De familie van Vliet, om precies te zijn. Ze zijn met z'n vieren thuis, en nu dus met z'n vijven. Ik woon hier met Alex en Mara van Vliet, en hun kinderen Iza en Finn. Iza is 9 jaar en Finn 16 jaar. Ik ben benieuwd of ze me al een beetje mogen, want bij de eerste kennismaking leken ze niet bepaald heel enthousiast, vooral Finn niet. 

'Evi, kom je even?' Hoor ik mijn pleegmoeder roepen. Ik vraag me nog steeds af hoe ik haar moet noemen, ik mag geen u meer van haar zeggen dus zeg ik nu elke keer Mara. Alleen dat klinkt zo raar. Net alsof ik hier op vakantie ben. Ik loop naar beneden met m'n schooltas en zie daar Finn en Mara staan.

'Evi, je kan voor vandaag even met Finn meefietsen. Iza zit natuurlijk nog op de basisschool dus die breng ik met de auto. Als je vriendinnen hebt gemaakt, mag je daar vanaf morgen natuurlijk ook mee samen fietsen!' Zegt ze vrolijk.

Finn zucht diep. Ik zie Mara hem een beetje geïrriteerd aankijken maar dan zegt ze: 'Nou, tot straks en succes op je eerste schooldag Evi!' 

Ik bedank haar en dan loop ik samen met Finn de deur uit. Ik heb gister de oude fiets van Mara gekregen, dus ik kan tenminste fietsen. Het is ongeveer een kwartiertje fietsen naar school . 

We zijn al 5 minuten onderweg en Finn heeft nog steeds geen woord tegen me gezegd. Als we er bijna zijn zegt hij opeens: 'Ey, het was niet onze keuze om jou erbij te nemen hé. Ik heb een best goede band met Iza en dat wil ik graag zo houden.' Hij kijkt me er geïrriteerd bij aan. Ik schrik ervan. Zit ik eindelijk in een pleeggezin, mogen ze me in de eerste week al niet. Helemaal top.

Als we op school aankomen zet Finn zijn fiets aan zowat de andere kant van het schoolplein neer en loopt naar een groep jongens toe. Ik neem aan dat dat zijn vrienden zijn. Ik zet mijn fiets neer en loop naar binnen.  Als ik binnen kom, zie ik méga veel mensen. Wauw, dit is dus een middelbare school. Ik kreeg in het weeshuis wel les, maar ik heb nog nooit op een échte school gezeten. Ik pak mijn telefoon en zie dat ik in lokaal 40.05 moet zijn. Nou, laten we maar eens gaan zoeken..

'Goedemorgen jongens en meisjes, vandaag hebben we een nieuw meisje in de klas! Stel je maar even voor.' Zegt de docent als ik het klaslokaal als een van de laatste binnenkom. Letterlijk de hele klas kijkt me aan. 

'Ik ben Evi en ik ben 15 jaar.' Zeg ik zo snel mogelijk. 'Oh, dat is snel. Nou ga maar daar achter naast Melle zitten.' Iedereen begint een beetje te lachen als de naam 'Melle' wordt genoemd, en ik snap eigenlijk niet waarom, want lelijk is hij zeker niet. Ik zet m'n tas neer, en ga op de stoel zitten. De jongen waar ik naast zit kijkt een beetje dood voor zich uit...

Het is pauze en ik heb eigenlijk niet echt iemand om bij te zitten. Ik zie een meisje ook alleen zitten, dus besluit er heen te lopen. 

'Zoek je iets?' Vraagt het meisje opeens als ik zonder dat ik het door heb al 2 minuten zonder iets te zeggen voor haar sta.

'Oh, sorry! Nee, ik vroeg me af of je misschien samen wilde zitten in de pauzes?' Zeg ik snel.

'Jij bent toch dat nieuwe meisje in mijn klas?' Vraagt ze voordat ze antwoord geeft.

'Ja, ik ben Evi.' Zeg ik vrolijk.

'Ja, leuk! Ik ben May, ik heb wel ook nog andere vriendinnen maar deze pauze kunnen we wel samen zitten hoor!' 

Gelukkig. Tenminste één vriendin gemaakt.

'Jij zit in de klas naast Melle toch?' Vraagt ze op een rustige toon.

'Ja, klopt! Maar hoezo ging iedereen daarom lachen eigenlijk?'

'Nou kijk, deze klas hebben we al sinds de brugklas. Melle is eigenlijk altijd al een beetje het buitenbeentje geweest. En waarom? Ik heb geen idee. Hij is best knap, maar hij is altijd heel afstandelijk geweest en heeft nooit contact met iemand gezocht. Zover ik weet heeft hij ook nul vrienden. Het is eigenlijk best zielig, want we hebben twee pestkoppen in onze klas zitten en die hebben het áltijd op hem gemunt.' Zegt ze allemaal in een ademhap.

Ik schrik er eigenlijk een beetje van. Ik ben eigenlijk ook altijd een beetje het buitenbeentje geweest in het weeshuis en dat is niet echt bepaald fijn.

'Maar waar kom je eigenlijk vandaan? Ben je verhuisd?' Vraagt ze dan opeens.

Oh shit, nu moet ik gaan zeggen dat ik uit een weeshuis kom.

'Uhm, ik kom uit een weeshuis en ben een weekje geleden in een pleeggezin geplaatst..'

'Wow heftig! Bij wie ben je geplaatst?' Reageert ze best lief tot mijn verbazing.

'Bij Finn en Iza. Ik weet niet of je ze kent..'

'Finn van Vliet?!'

'Ja.'

'Die zit in dezelfde vriendengroep als die van mijn broer, Tijn.'

'Finn, is echt een schatje!' Zegt ze blij.

'Nou, daar heb ik dan nog niet zoveel van gemerkt. Volgens mij mag hij me niet echt..'

School is klaar. Ik heb met May afgesproken om morgen samen naar school te fietsen. Ik snap alleen niet echt waarom ze zei dat Finn een schatje was. Misschien vind ze hem wel leuk. Bah. 

Finn en Iza waren allebei al eerder klaar met school, dus die zullen wel al thuis zijn. Ik open de voordeur en het enigste wat ik hoor is geschreeuw. Ik leg mijn tas zachtjes neer en loop op mijn tenen naar de keuken toe. Ik wil de keuken in lopen, maar net op tijd zie ik dat Alex en Mara aan het ruziën zijn.

'Mara! Ik kan er niks aan doen dat jij zo graag een derde kind erbij wilde!' Hoor ik m'n pleegvader keihard schreeuwen. 

Ik schrik. Ze ruziën over mij, en niet zo'n klein beetje ook. Ik voel de tranen over mijn wangen rollen en loop zachtjes naar 'mijn' kamer. Eigenlijk is het de logeerkamer, maar hij wordt binnenkort verbouwd tot mijn kamer. Tenzij ik weer in dat weeshuis wordt gestopt natuurlijk.

Ik loop de trap op en zie dat de kamerdeur van Iza wijd open staat. Ik zie dat Finn, Iza aan het troosten is. Ze huilt flink. 

'Ssstt, Ies het komt goed.' Zegt hij fluisterend en hij trekt haar in een knuffel. 

Als hij ziet dat ik in de gang sta, kijkt hij me geïrriteerd aan en zegt: 'Ga weg man! Dat onze ouders nu ruziën komt allemaal door jou hé!'

'Oké, ik ga al..' Zeg ik op mijn allerzachtst. 

Ik loop snel naar m'n kamer en laat mezelf neerploffen op het harde bed. Ik kan niet wachten tot dat ik een nieuw bed krijg. Als ik die al krijg. Shit, ik wil écht niet terug naar het weeshuis. Ook al mogen Iza en Finn mij niet.

Ik geloof best dat Finn aardig kan zijn. Ik bedoel, hoe hij met Iza omging was echt lief. Alleen ik denk dat hij je gewoon moet mogen voordat hij aardig tegen je doet. En dat is bij mij nog zéker niet het geval...

Een heel nieuw levenWhere stories live. Discover now