Hoofdstuk 1

274 23 64
                                    

Tómy

Elodie jaar 355


"Tómy, let op je broertje!"

De stem van haar moeder klonk scherp in de kleine ruimte en Tómy vloog overeind. Ze keek om zich heen en zag niet veel later haar broertje van drie, die halverwege de boekenkast achter het bureau van de directeur was geklommen. Nu was de boekenkast laag en met geen mogelijkheid zou de kleine Roylen de kast omver hebben kunnen krijgen, toch was het inderdaad beter om de peuter weg te halen bij het vele, uitnodigende papier.

Haar ouders waren in gesprek met de directeur van de school waarop ze minstens de komende vier jaar haar studie zou volgen. Op de een of andere manier was zij echter de babysitter geworden, in plaats van het onderwerp van gesprek.

Met moeite hield ze haar gezicht in de plooi toen ze opstond en na een paar stappen de kleine jongen van de planken trok. Hij protesteerde luidkeels, wat ze negeerde, waarna ze hem onceremonieel naast zijn moeder dumpte. Die keek haar met getuite lippen aan, wat ze ook negeerde.

Dit gesprek was onderdeel van haar introductie aan de Hoge School van Gard, het hoofdresid van Elodie. De rondleiding had ze al gehad en hierna volgde alleen nog de kennismaking met de klassen. Ze was nu twaalf, dus moest ze naar de hoge school. Net als elke andere leerling zou ze haar eigen ritme en lesplan volgen, begeleid door de leraren die zicht hielden op de klassen. Ze vroeg zich af of er veel gewisseld werd. De instroom ging tenslotte het hele jaar door.

Tijdens het gesprek hoorde ze niets nieuws, het was ook meer een formaliteit. Tómy had gesmeekt of ze het niet over konden slaan. Haar vader was tenslotte de heerser van de hele wereld, wie wist nou beter dan hij hoe het schoolsysteem werkte? Maar nee, natuurlijk mocht dat niet.

Net als elke andere nieuwe leerling moest ze netjes het hele riedeltje afwerken. Rondleiding – wat wel interessant was, aangezien ze nog niet eerder binnen in de school was geweest – gesprek en kennismaking. Wat haar betrof mocht het gesprek nu wel afgelopen zijn.

Terwijl ze opzij keek naar het paar dat ze de afgelopen zeven jaar als ouders had mogen zien, slaakte ze van binnen een diepe zucht. Irmin en Rodin zaten er nog veel te comfortabel bij.

Plotseling schoot een steek door haar hoofd, waardoor ze haar ogen samen kneep. Haar neus kreukelde zich defensief omhoog en ze wendde zich met een ruk tot haar broertje. Had hij nou echt net –? Zonder erbij na te denken gaf ze hem een mep tegen zijn arm en meteen begon Roylen te huilen.

"Tómy! Waar was dat goed voor?"

Gefrustreerd wachtte ze tot haar moeder haar ogen wegtrok van het hikkende kind dat nu veilig omarmd bij Rodin op schoot zat.

"Nou?" Rodin keek haar aan met hoog opgetrokken wenkbrauwen.

Tómy ontspande haar vingers uit de vuisten die ze had gemaakt en gebaarde wild: 'Hij deed het weer!'

De uitdrukking in haar moeders ogen werd iets milder. "Och, Tómy, hij is nog maar drie, hij leert het vanzelf wel. Het is geen reden om hem te slaan."

Haar verweer, dat dit al de zoveelste keer was dat de kleine zender zijn gave op haar uitprobeerde, werd niet gezien. Rodins ogen waren alweer afgedwaald naar haar zoontje.

Vechtend tegen de jaloezie die de laatste tijd zo vaak bezit van haar nam, propte Tómy haar handen samen in haar schoot en keek weg. Het was maar een tikje, Roylen stelde zich vreselijk aan. Irmin had niet eens wat gemerkt, zo geanimeerd was hij aan het praten met de schooldirecteur. Ging dit gesprek eigenlijk nog wel over haar? Ze kon niet wachten tot ze weg mocht uit het kantoor.

De Nieuwe Wereld 5: Tagmars Oordeel (GEPUBLICEERD)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu