82. Vlammende finish

230 19 0
                                    

Iedereen kwam van zijn plek af, en mijn voeten kwamen los van de grond. Ik zweek af naar links, om een beuker aan mijn rechterkant te ontwijken. Na enkele meters merkte ik dat mijn vlam zwakker was dan die van anderen. Toen ik zag hoe groot Joshua's vlam was, bedacht ik me waarom.
     
De wind.
     
Terwijl ik met een ongecontroleerde ademhaling doorrende, langs het eerste checkpoint heen, concentreerde ik me op het briesje die langs me heen waaide. Langs welke kant de wind mijn lichaam omlijnde. Toen ik naar rechts afweek, merkte ik dat mijn vlam bijna uitging, waardoor ik mezelf moest vertragen.
     
Links misschien.
     
En ja hoor, de vlam kwam weer broeiend tot leven en ik voelde de hitte langs de fakkel naar mijn vingers verplaatsen. Mijn grip ging verder naar onder en ik bekeek mijn deelnemers. Er waren zeker wat sprinters, die enorm ver vooruit renden, maar wiens vlammen gevaarlijke aan en uit wakkerden. De fakkel van een jongen naast mij was uitgegaan en vloekend rende hij terug.
      
Tellend kwam ik erachter dat ik niet bij de eerste 50 zat.
      
Je kunt sneller dan dit, Maeve, sprak ik mezelf mopperend toe.
 
Maar het parcours was nog maar net begonnen.
      
Voor mij lag een wijde bak met water, verspreid over de gehele breedte van het veld, met houten balken als brug naar de overkant. Ik gaf mezelf de schuld dat ik het checkpoint van net niet had aangestoken, want als mijn fakkel nu uitging... moest ik helemaal opnieuw beginnen. Dan was het al verloren.
      
Balans. Dat was waar ik me op moest focussen.
      
Ik negeerde de deelnemers die naast mij hun eigen poging op de balk deden, en filterde alle geluiden naar de achtergrond. Het gejuich van toeschouwers werd dof. De geuren van het bos roken grauw en afwezig. Ik was me alleen bewust van mijn lichaam en de spanning in mijn spieren. De coördinatie tussen mijn ogen en mijn ledematen.
   
De eerste stap zorgde voor wat instabiliteit, maar zodra beide voeten voor elkaar op de balk stonden, kon ik even ademhalen. Door toch naast me te spieken, zag ik dat anderen veel meer vaart hadden. Dan maar een tandje er bij op.
    
Stap. Langzaam de andere voet van de balk af om naar voren te zetten. Stap. Balans herpakken. Twee stappen achter elkaar. Een snelle blik op de teisterende vlammen en de sterke geur van rook. Dat zat nog goed. 
   
Een licht briesje vond zijn baan langs mijn lichaam en drukte tegen mijn angst om balans te verliezen. Mijn lichaam liet dat het niet toe, alle spieren stonden gespannen en vol adrenaline. De zenuwen in mijn brein krompen samen vanwege de vastberadenheid om deze race te halen.
  
Ik zette een wankelende stap op de grond, omdat het gras lager lag dan de plank, en mijn enkel dreigde dubbel te klappen op mijn gewicht. Net op tijd vonden beide benen steun op het vertrouwde gras en zag ik een nieuw checkpoint in het midden van het veld. Die zou ik pakken.
  
Finn gaf mij een ruwe zet tegen mijn schouder en rende langs me heen, wat een ongekende frustratie in mij opborrelde. Ergens vanwege de uitputting die ik in mijn lichaam voelde opbouwen. Die drang om mezelf te bewijzen was niet meer weggegaan sinds mijn tijd op Valis High.
   
Ik gromde binnensmonds en pakte met mijn vrije hand de fakkel over. Nu mijn rechterhand vrij was, greep ik naar mijn hoge staart. Het knelde tegen mijn hoofd en zorgde voor een stekende pijn. Met een ruk trok ik het elastiekje kapot en kwamen mijn zwarte lokken los uit hun gevangenis.

De wind blies er wild doorheen, maar toch voelde dit vertrouwde dan wanneer het vastzat. Ik kon mijn gezicht beter verbergen van mijn tegenstanders en mij volledig richten op de race.
   
Mijn gevoelszintuig vertelde mij dat de wind keerde en zich in mijn rug bevond, waardoor mijn vaart sneller werd en de vlammen zich hoger naar de hemel reikten. Bij het vooruitzicht dat ik Finn elk moment weer in kon halen, grijnsde ik.
     
Des te meer zorgen ik van mijn schouders liet vallen, des te meer ik mij bewust was van mijn ledematen. De spanning in mijn linkerarm. Mijn hart die ramde tegen mijn ribbenkast. Het strekken en intrekken van mijn knie, terwijl mijn voeten met een zweverig gevoel van de grond afkwamen. De afstand die steeds kleiner werd.
      
Een jongen met lange, slanke benen passeerde mij en sneed mijn pad af. Ik remde af, om een botsing te voorkomen, en vervolgde mijn route geïrriteerd. Voor mij verscheen een laaghangend net van bladeren, met een grote hoeveelheid zand eronder. Het was te lang om over heen te springen, dus moest ik tijgeren.
    
Ik kwam op hetzelfde moment aan als Finn en sprong op mijn buik, gesteund door mijn ellebogen en mijn knieën gebogen. De fakkel stak half naar voren, waarvan de vlammen het net boven mij leek aan te vallen.

Zwoegend plaatste ik mijn linker-elleboog naar voren, en ging mijn rechterbeen mee. Vervolgens draaide ik het om met mijn rechter-elleboog. Per keer kwam ik verder onder het net, en werd het zand minder vol en dik en kwamen de grassprieten erboven uitgestoken. Naast mij had Finn wat minder moeite, dus was ik er sneller uit.
  
Triomfantelijk kwam ik overeind met mijn knieën en zette ik het op een klungelig rennen.
  
Achter mij hoorde ik de bekende stem van Maura, die met hetzelfde enthousiasme de race voortzette en de vlammen van haar fakkel één van haar checkpoints liet branden. Iedereen had zijn eigen checkpoint, die in een rechte lijn van zijn/haar baan stond. Of je van die baan afweek, was je eigen risico.
    
Voor mij hoorde ik het gevloek van een mannelijke Emon, wiens fakkel uitgegooid werd met water. Hij rende terug en besloot zijn fakkel te branden aan de checkpoint van Maura.
    
Een fout.
    
'JASON MYNO, GEDISKWALIFICEERD', klonk er luid en duidelijk over de speakers.
    
Nu kwam er nog meer gevloek uit de mond van de jongen. Met een raar schuldgevoel rende ik langs de neergeslagen jongen, want zijn ogen fonkelden niet meer van enthousiasme, maar waren neergedaald naar een gevoel van verlies.
    
Heb geen medelijden. Het was zijn eigen schuld, klonk een irritant stemmetje in mijn hoofd. Mijn eigen stem.
      
Met al deze ronddwalende gedachten vond ik al snel de nieuwe en laatste obstakel.

Hordelopen.

Een diepe ademhaling kon mijn hartslag niet kalmeren, toen ik met één been per keer over de hordes sprong. Per horde gaf ik een blik om te kijken of mijn fakkel nog brandde. Vijf uitputtende sprongen later rende ik richting het juichende publiek. De finish was in zicht.
      
En voor mij renden tientallen Emory's over de finish. Ik kon niet meer tellen of ik bij de volgende ronde zou zitten, maar gaf mezelf nog een laatste zet om alles te geven.
    
Mijn blik schatte de afstand in en mijn huidige snelheid.
    
Drie.
    
Een jongen haalde me in, grijnzend van oor tot oor.
    
Twee.
    
Ik slaakte een kreun van uiterste vermoeidheid.
    
Eén.
    
Mijn rechterbeen strekte zich uit en kruiste de witte streep. Finish.

UltravioletWhere stories live. Discover now