9. Dodelijke stilte

453 31 4
                                    

'Snel!', riep Kane naar Marton, die de apparatuur erbij pakte. Meteen begon ze met de reanimatie. Maeve's gezicht had het laatste sprankje kleur verloren en haar ogen waren gesloten.

Haar borst schoot omhoog bij de gegeven schok op haar lichaam. Mijn ogen doordrongen haar lichaam, alsof mijn blik haar weer tot leven kon brengen.

Een pijnscheut schoot door mijn pas gehechte wond en strengelde zich samen met een misselijk gevoel in mijn maag. Een stekende pijn kwelde de zijkant van mijn hoofd.

Elysian keek met dezelfde geschrokken uitdrukking als ik dat deed. Verstomd stond hij aan de zijkant toe te kijken.

Nog een schok.

Een tweede keer schoot de borstkast van Maeve omhoog.

Gevolgd door een dodelijke stilte.
Niks.

'Nog een keer!', gebood Kane, en Marton gehoorzaamde. Hij wreef de defibrillatoren tegen elkaar en wachtte af voor de volgende schok.

Het herhaalde zich. Precies hetzelfde zoals de vorige keer.

Niks.

Het piepende geluid bleef de ruimte vullen, even als de zwetende geur van angst.

'Kom op', mompelde Elysian zacht, nadat Marton een nieuwe schok voorbereidde.

Het was alsof het hele Instituut compleet stil was geworden. Er waren geen stemmen of voetstappen te horen. Enkel de schreeuwende stemmen die mijn hoofd vulden. Stemmen die ik jarenlang had weten te dempen, maar die nu levendig joelden en dansten in mijn gedachten.

Bruut duwde ik ze weer terug en vermande ik mezelf.

Het verschrikkelijke piepende geluid maakte me gek vanbinnen. Het geluid dreunde tegen me schedel aan en zorgde ervoor dat ik niet meer kon nadenken.

'Het heeft geen zin meer', zuchtte Marton zacht.

Kane gaf hem een vurige blik en kaatste terug: 'Heb ik je niet geleerd om niet zomaar op te geven? Nog een keer.'

De zelfverzekerdheid in zijn stem legde Marton het zwijgen op. Hij knikte zacht en wreef een laatste keer de defibrillatoren tegen elkaar. Hij legde ze op Maeve's borst en een volgende schok liet de ruimte zachtjes trillen onder onze voeten.

Stilte.
Dodelijke, lange stilte.

Ieders blikken gericht op het meisje, waar ik bijna mijn leven voor had moeten geven. Voor de missie. Voor het Instituut.

De bleke huid, koud en klam. Haar ogen, gesloten en onbewogen. Haar lichaam, bedekt met schrammen. Haar bovenlijf, ontbloot en bevlekt met bloed.

Haar borstkast die zachtjes op een neerging. Het piepende, aanhoudende geluid die overging op het ritme van het menselijk hart. Haar lippen, lichtelijk geopend en een zachte kreun die uit haar mond ontsnapte.

Ze leefde nog.

We keken toe hoe haar ogen zich na tijden eindelijk openden. Hoe haar mosgroene ogen rond de kamer keken en zich vervolgens op mij richtte. Haar pupillen die langzaam groter werden.

Opluchting zorgde ervoor dat ik de pijn in mijn lichaam even vergat.

Ik had niet gefaald.
Nog niet.

UltravioletWhere stories live. Discover now