Hoofdstuk 1

969 53 31
                                    

Sabian

Elodie jaar 328 (Terra jaar 2055)


"Is dat hem?"

"Zijn je ogen zo slecht? Hij geeft bijna licht. Hé withuid!"

"Ik weet het niet hoor, door al dat stof kun je je zo vergissen. Is dat de reden dat je hier bent gaan werken, mens? Een goede schuilplaats, nietwaar? Zo diep in de steengroeve."

Sabian negeerde de schertsende opmerkingen van de grijshuidige Eloden. Ze waren niet de eerste die hij gehoord had in de paar jaar dat hij hier nu werkte. En ze zouden ook zeker niet de laatste zijn. Hij klemde zijn kiezen op elkaar en sloeg een paar keer hard met zijn hamer op de beitel. Het geluid weerkaatste tegen de rotsen rondom hem.

"Sabian, we moeten eens praten." De jongen die als eerste had gesproken deed een stap dichterbij en hield zijn handen in een verzoenend gebaar omhoog.

Sabian sloeg nog een paar keer op de beitel, tot zijn nieuwsgierigheid het van hem won. "Wat wil je?" Hij nam niet de moeite om de stoflap voor zijn mond weg te nemen.

"Ik heb een voorstel voor je. Niets bijzonders, een beetje kattenkwaad. Simpelweg voor jou een manier om wat extra's bij te verdienen. Je ... collega's vertelden me dat je aan het sparen bent?"

Met een schuine blik naar het drietal waar de jongen naar verwees als zijn collega's voelde Sabian zijn kaken aanspannen. Waar hij het geld dat hij verdiende voor wilde gebruiken was zijn zaak. Het ging niemand iets aan. Het idee van iets extra's sprak hem echter wel aan.

Werken in de steengroeve was niemands droombaan. De meeste jongens gebruikten de mogelijkheid om zo wat geld te verdienen, maar nooit langer dan een jaar. Sabian was de enige die binnenkort aan zijn derde jaar begon. Zijn laatste jaar. Meer dan drie was niet toegestaan, om gezondheidsredenen.

Van wat hij verdiende gaf hij alleen het noodzakelijke uit. Voedsel en kleding. Al het andere zette hij opzij. Voor later. Een toekomst waarvan hij hoopte dat die snel zou beginnen. Wat hij dan zou gaan doen wist hij nog niet. Het ging erom met wie hij dan samen zou zijn.

"Ik zie dat ik je aandacht heb. Luister, als je geïnteresseerd bent kom dan tegen borg naar dit huis."

"Misschien moet je nacht zeggen in plaats van borg, voor het geval hij het nog niet weet."

Met een opgeheven hand riep de jongen zijn metgezellen met hun beledigende opmerkingen een halt toe. Hij gaf Sabian een briefje met een beschrijving en verliet daarna de grot.

De plaats Yuri kende geen straatnamen. Geen enkel resid – Sabian noemde het nog steeds een dorp in gedachten – op Elodie was gestructureerd genoeg om echte straten te kunnen vormen. Gards hoofdweg was misschien de uitzondering, al stonden ook in het hoofdresid geen borden en hadden de huizen geen nummers.

Het concept van straatnamen en huisnummers had hij van zijn moeder geleerd. Zelf herinnerde hij zich weinig meer van de eerste vijf jaar van zijn leven. De jaren op Terra: de aarde. De wereld waarop hij geboren was.

Toen hij weer opkeek, was hij alleen. Het was ongewoon om in je eentje te werken, maar Sabian had geleerd dat dat voor hem het beste was. Het briefje met de beschrijving stopte hij in zijn zak en na een veeg over zijn voorhoofd, ging hij verder met hakken.

---

Voor de werkers van de steengroeve waren onderkomens beschikbaar gesteld naast een groot gastenverblijf. Aangezien vrijwel niemand langer bleef dan een jaar, waren de kamers klein en onpersoonlijk. Wat Sabian bezat; wat echt van hem was, zat opgeborgen in een kist aan het voeteneinde van zijn bed.

De Nieuwe Wereld 2: Terra's Aanstoot (GEPUBLICEERD)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu