3. De Spiegel

17 2 0
                                    

‘Een spiegel?!’ De hele kamer was leeg, maar in de hoek stond één spiegel. ‘Dit is jullie tijdmachine?’ In de spiegel zag ze Dean en Sam – die allebei achter haar stonden – tegelijk knikken. Ze zuchtte en rolde met haar ogen. ‘Wat moet ik doen?’ Ze sloeg haar armen over elkaar heen en keek Sam en Dean één voor één via de spiegel aan, waarna de broers elkaar weer aankeken. ‘Als jij echt de uitverkorene bent, is de spiegel aanraken alleen al genoeg,’ vertelde Dean. Ze fronste even en stak toen haar hand uit, om de spiegel aan te raken. ‘Nee, niet doen!’ riep Sam, die tussen de spiegel en haar hand sprong. ‘Je moet eerst weten dat de tijd in de echte wereld, dus het heden stil staat zolang we daar zijn. We weten niet hoe lang het duurt voordat de monsters verslagen zijn. Het kan een dag duren, maar ook weken, maanden zelfs. Weet je zeker dat je het wilt?’ Sam had haar vastgepakt bij haar schouders en keek haar recht in haar ogen aan. ‘Waarom vraag je het? Het is een kwestie van leven of dood. Als ze niet gaat, zullen de monsters haar meenemen en dan kan ze wel gedag zeggen tegen haar leven,’ zei Dean, die Sam in zijn zij duwde. Manon slikte even, maar knikte toen wel. ‘Ik ben er klaar voor.’ De broers knikten ook. ‘Ga dan maar, wij komen achter je aan.’ Dean knikte richting de spiegel en Sam ging opzij, zodat Manon er langs kon. Ze haalde diep adem en stak toen haar hand uit naar de spiegel. Het was slechts enkele centimeters van de spiegel verwijdert toen ze Dean en Sam aankeek. Ze knikten allebei. Haar hart ging tekeer. Hoewel ze er niet veel van verwachtte, was ze toch gespannen voor wat komen ging. Ze had het nogal een raar verhaal gevonden en dat vond ze nog steeds, maar wat als het waar was? Wat als ze nou echt de gave had? Ze had dan wel nooit geweten dat ze iets van magie in zich had en hoewel ze dacht dat het alleen in sprookjes en in mythes voorkwam, dacht ze toch dat er misschien wel iets van waarheid in zat. Haar vinger was nu nog slechts twee centimeter van de spiegel verwijdert. Het leek wel of alles in slow motion gebeurde. Weer keek ze naar de broers, die nu gespannen haar vinger volgden. Misschien staken ze ook wel de draak met haar. Misschien was het wel een grote grap. Een soort weddenschap. Misschien had zij er nu wel voor gezorgd dat ze de weddenschap hadden gewonnen en dat ze het gewonnen geld in hun gedachten al in hun zak hadden gestoken. Dat ze al nadachten over alles wat ze er mee zouden kopen. Nog één centimeter. Ze keek rond in de kamer, ze zag geen camera’s en ook geen dingen wat eventueel verborgen camera’s voor zouden kunnen stellen. Het was dus geen verborgen camera grap. Ze zou dus niet op televisie komen. Dat scheelde alweer heel wat vernedering.

Een halve centimeter. Was dit nou wel een goed idee? Wat zou me daar te wachten staan? Wat als ze dood zou gaan in de strijd? Hoe zou het dan aflopen in het heden?

Manon dacht aan het weer buiten. Als de monsters echt zouden bestaan en het op haar gemunt zouden hebben, wat zouden ze haar dan aandoen? Ze kon beter proberen haarzelf te reden. Ze raakte de spiegel aan.

Niets. Er gebeurde niets.

‘En wat nu?’ De drie zaten verslagen in een kringetje op de grond. Sam en Dean haalden hun schouders op. Manon keek nog even naar de spiegel. ‘Waarschijnlijk ben jij niet de Uitverkorene,’ zei Sam. ‘Goh,’ mompelde Dean sarcastisch. Sam rolde met zijn ogen. ‘Dan ga ik maar weer eens,’ zei Manon, waarna ze opstond en het stof van haar broek afklopte. ‘Vergeet je moeder niet te bedanken,’ zei Dean. Ze knikte. ‘Zal ik doen,’ zei ze met een glimlachje. De jongens keken haar na, tot ze uit hun zicht verdween en keken toen weer naar de spiegel. ‘Wacht eens even,’ zei Sam, die zijn ogen tot spleetjes kneep. ‘Manon! Kom eens terug!’ riep Dean. Niet veel later kwam Manon de kamer weer binnen gelopen. Haar blik viel meteen op de spiegel in de hoek van de kamer. Een spectrum van kleuren was op de spiegel verschenen. De kamer die voorheen donker was geweest, lichtte op. Het was prachtig. ‘Wauw,’ zei Manon zacht. Dean en Sam staarden allebei met open mond naar het tafereel. ‘Zo te zien gaan we een reisje terug in de tijd maken jongens,’ zei Dean enthousiast. Die vervolgens opstond en Manon bij haar pols vastpakte en naar de spiegel trok. ‘Wat moet ik doen?’ vroeg ze, lichtelijk in paniek. ‘Je moet in de spiegel stappen, dan gebeurt alles vanzelf. Wij komen wel achter je aan,’ vertelde Sam. ‘Beloven jullie het?’ Ze keek beide jongens één voor één indringend aan, waarna ze allebei knikten. ‘Tuffen,’ beval ze. ‘Ik ga niet tuffen,’ zei Sam lachend, maar toen hij zag dat Manon het meende was het lachen hem snel vergaan. ‘Oké, vooruit.’ Beide jongens tuften door hun wijs- en middelvinger heen op de vloer. Een tevreden glimlach verscheen op het gezicht van Manon. ‘Tot zo,’ zei ze met een knikje. Waarna ze diep ademhaalde en de spiegel instapte. Vanbinnen was het nog mooier dan het van buitenaf was geweest. De kleuren waren nog feller en verderop was een wit licht te zien. Het was een soort tunnel. Ze keek achterom en zag dat Sam en Dean inmiddels ook door de spiegel waren gestapt. Ze liep steeds sneller naar het witte licht, maar er leek bijna geen eind aan te komen. De afstand was in werkelijkheid korter dan ze had gedacht. Om haar heen verschenen allemaal beelden van belangrijke gebeurtenissen in de geschiedenis, allemaal op volgorde van tijd. Vlak voor het witte ‘gat’, stond Manon stil en keek ze achterom. Dean en Sam kwamen er aangelopen en gingen beiden naast haar staan. Ze pakten allebei haar hand vast. Sam telde af. Één, twee, drie. 

A Trip Back in Time (Merlin Fanfictie)Where stories live. Discover now