9. De Wolf

12 2 0
                                    

 

‘Weet je zeker dat het hier was?’ Space wreef over haar armen en keek om zich heen. Het was donker. De zon was al lang ondergegaan en ze stond samen met Eleonora in een bos, op zoek naar een volslagen vreemde. Nu ze er zo over nadacht leek ze wel niet goed bij haar hoofd. Het was levensgevaarlijk. Als Uther of Arthur er achter zouden komen had ze een groot probleem. ‘Ik weet het echt zeker,’ zei Eleonora. Ze wou perse op zoek naar de vrouw die haar had gered. Ze wou haar bedanken. Ze wou weten wie ze was. Ze keek om zich heen. Met het licht van haar fakkel was weinig te zien. ‘Zullen we terug gaan? We kunnen altijd morgen opnieuw zoeken, maar dan overdag,’ stelde Space voor. Eleonora schudde haar hoofd. ‘Nee, ik moet en zal haar vinden.’ Het gehuil van een wolf maakte haar iets minder zeker van haar zaak. Ze keek omhoog en zag de volle maan door de bomen heen schijnen. Het gehuil klonk steeds luider, alsof het dichterbij kwam. Space slaakte een gil. Eleonora draaide zich direct om. Ze stond oog in oog met een enorm monster. Het was een wolf, maar dan tien keer zo groot. Het beest was ontstaan uit vuur. Grote vlammen laaiden op en voor ze het wisten waren de twee meiden gevangen in een zee van vuur.

‘Belle, heb jij Space gezien?!’ Arthur liep door de gangen van het kasteel en kwam onderweg toevallig de dienstmeid van Space tegen. Space – het nichtje van Arthur – was al de hele ochtend spoorloos. Arthur had het nog niet aan zijn vader verteld. Uther was heel erg beschermend tegenover Space. Toen de ouders van Space op brute wijze waren vermoord, had Uther de taak gekregen haar in huis te nemen en haar te behandelen alsof het zijn bloedeigen dochter was. Die taak had hij erg serieus genomen. Belle schudde haar hoofd. ‘Ik wou hetzelfde aan jou vragen. Gisteravond was ze nog gewoon op haar kamer, ik weet het zeker, maar toen ik vanochtend keek was ze weg. Ik heb al op elke denkbare plek gekeken, maar ze is nergens.’ Arthur wreef over zijn voorhoofd en liep heen en weer door de gang. ‘Uther wordt laaiend,’ zei hij. Belle zweeg. Ze pakte zijn schouders vast, waardoor hij gedwongen werd om stil te staan. Ze drukte zijn wijsvinger op zijn lippen. ‘Ssst, rustig maar, we vinden haar wel.’ Ze haalde langzaam haar vinger van zijn lippen. Arthur knikte. ‘Je hebt gelijk.'

 

‘Ik heb jullie hulp nodig.’ De deur van het huis zwaaide open en Merlin stond al hijgend in de deuropening. Manon keek op van het boek over magie wat ze aan het lezen was, Sam en Dean waren aan het schaken en van schrik liet Dean het paard omvallen. ‘Space is vermist,’ zei Merlin, nog steeds uithijgend van het rennen. ‘Wie is Space?’ Manon keek vragend de kamer rond. ‘Het nichtje van de koning,’ legde Dean uit. ‘Waarschijnlijk is ze met Eleonora weg gegaan.’ Manon fronste haar wenkbrauwen. ‘Kennen zij elkaar?’

‘Het waren vroeger goede vriendinnen of zo iets,’ zei Merlin. ‘Arthur is nu met een leger naar ze op zoek, maar ik vermoed dat er magie in het spel is en magie kun je alleen bestrijden met magie.’

‘En wij moeten je daarmee helpen?’ vroeg Manon. Ze klapte haar boek dicht en stond op. ‘Ja… nee, alleen jou.’ De frons op het gezicht van Manon werd dieper. ‘Maar ik kan helemaal geen magie,’ ze keek naar boek dat ze als huiswerk had opgekregen van Sum. Ze had pas een kwart van het boek gelezen en ze was er nog niet echt wijzer van geworden. ‘Je kan het wel, geloof me. Als je doet wat ik zeg komt alles goed,’ zei Merlin. Manon keek even naar Dean en Sam, die instemmend knikten. ‘Maar jullie moeten wel mee, we hebben Sum nodig en alleen jullie weten haar te vinden.’

 

‘Cedo Nulli.’ De deur in de rots ging krakend open en Sum stak haar hoofd naar buiten. ‘Kan ik jullie helpen?’ Ze keek iedereen één voor één vragend aan, maar Dean sloeg ze over. Merlin deed een stap naar voren. ‘We zijn op zoek naar twee meisjes die hier ergens in het bos rond moeten zwerven en we hebben jouw hulp nodig.’ Sum zuchtte. ‘Gaat het lang duren?’

A Trip Back in Time (Merlin Fanfictie)Where stories live. Discover now