Deel 61 & 62

1K 60 6
                                    

61.      Elin

Ik word wakker in een ziekenhuiskamer met mam en Julia naast mijn bed. Hé wacht, Julia? Ik knipper even met mijn ogen. Waren we niet juist naar haar op zoek gegaan? Langzaam druppelen de herinneringen bij me naar binnen. Ik ben met Rowan de berg op gelopen om te kijken of we Julia en Zoey konden vinden. En toen kwam die auto eraan, vlak nadat ik een telefoontje gekregen had uit Zweden. O shit! Ik kan helemaal niet in het ziekenhuis liggen. Ik moet naar Zweden.

Mam buigt zich naar me toe en legt bezorgd een hand op mijn arm. “Hé meisje, hoe voel je je? Je hebt ons behoorlijk laten schrikken.”

“Alsof ik mezelf heb aangereden.”

“Nou, je hebt in ieder geval je gevoel voor humor nog,” constateert ze. “Volgens de dokter heb je een hersenschudding en een gekneusde enkel, maar verder is alles oké. Buiten het feit dat je een paar uur buiten bewustzijn bent geweest natuurlijk.”

Een paar uur? Ik werp een blik op mijn horloge, die aan het ongeluk blijkbaar een kras overgehouden heeft maar het gelukkig nog wel doet. Het is drie uur in de middag. “Waar is mijn telefoon?”

“Hier.” Mam haalt mijn telefoon uit haar zwarte leren handtas. “Er is nog voor je gebeld.” Ze zegt het met zo’n geheimzinnige blik in haar ogen dat ik zeker weet dat ze opgenomen heeft.

Ik kijk naar mijn zusje, dat in elkaar gedoken op een plastic ziekenhuisstoel zit. “Nou Juul, lig ik hier toch even in het ziekenhuis in plaats van jij.”

Het feit dat er tranen uit haar ooghoeken rollen, bewijst dat ik die opmerking beter voor me had kunnen houden. Ze staat op en loopt zonder iets te zeggen de kamer uit.

Mam kijkt me verwonderd aan. “Heb je echt met prinses Victoria gebeld?”

“Ja,” antwoord ik trots. Als iemand mijn zusje kan helpen dan is het wel een ervaringsdeskundige. “Ze zei dat ze best met Julia wilde praten. Heeft ze teruggebeld met een datum en tijd?”

“Het was haar assistente of iets dergelijks die terugbelde. Ze vroeg of vrijdag jullie uitkomt, maar ik heb gezegd dat je in het ziekenhuis ligt.”

“Moet ik hier nog zolang blijven dan?” Dat zul je natuurlijk net zien. Heb ik iets geweldigs geregeld, lig ik in het ziekenhuis.

“Dat weet ik niet. Ik zal de dokter maar eens vertellen dat je bijgekomen bent, dan kan hij ons vertellen wat er nu verder gaat gebeuren.” Ze knijpt even in mijn hand voordat ze opstaat en de ruimte verlaat.

Starend naar de muur blijf ik achter. Hopelijk kan ik hier snel weg. Dit mag nu niet misgaan. We moeten op z’n laatst overmorgen vertrekken om op tijd bij Victoria te komen, maar het liefst zou ik morgen al gaan om een beetje speling te hebben.

Mijn gedachten worden onderbroken door mijn moeder die de kamer weer in komt, gevolgd door een man in een lange witte jas. Mijn hoofd doet teveel pijn om zijn Duits te kunnen verstaan, maar gelukkig lijkt mam wel te begrijpen wat hij allemaal zegt. Ze vertaalt het één en ander voor me, hoewel ik maar half luister. Af en toe knik ik gewoon wat om te doen alsof ik het allemaal begrijp en niet veel later glijd ik weer weg in een diepe slaap.

 -

Als ik wakker word, is het avond. Mijn horloge geeft half acht aan. Naast mijn bed zit Julia, dit keer alleen. Ze ziet er klein en angstig uit. Net een bang vogeltje.

“Hé Juul.” Mijn stemt klinkt zwak.

Ze kijkt op. De angst staat in haar ogen.

“Wat is er?”

Road tripWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu