3

59 1 0
                                    

Het wiekend is afgelopen, ik fiets naar school. Ik doe gymnasium, maar het lijkt als of al die kennis plotseling uitgewist is. “ik denk er gewoon niet meer aan” fluister ik mezelf toe. Jenny staat al bij de brug te wachten en als ze me ziet begint ze vrolijk naar me te zwaaien. Ik probeer zo vrolijk mogelijk terug te zwaaien, maar ik raak de controle over mijn stuur kwijt. Mijn stuur valt naar rechts en ik trek hem in paniek verder. Mijn fiets remt en mijn tas valt van mijn rekje, ik schrik van de schok en ik sla over het rekje heen. Ik voel mijn rug tegen de grond knallen en even laten een prikkende pijn in mijn been, ik open mijn ogen en ik zie wat de pijn veroorzaakt. Ik zit met mijn been op een knellende manier vast in het rekje. Als ik langzaam om hoog kom zie ik dat Jenny mijn kant op komt rennen.

Jenny en ik fietsen veder naar school, mijn been doet nog steeds zeer maar hij is gelukkig uit het rek. mijn tas is op verschillende plekken gescheurd, maar alles zit er nog in. Jenny klets honderd uit, en ik luister met een half oor toe hoe ze verteld over haar lievelingseten en haar kat zijn lievelingseten. In het midden van haar verhaal hoor ik piepende remmen achter ons. Het is Sjoerd, hij is al mijn beste vriend sins we elkaar kennen. Hij komt naast ons fietsen, en ook hij moet het verhaal van Jenny horen. Je hoort hem een paar keer expres hard zuchten. Sjoerd begint gekke gezichten naar me te trekken, en ik lig dubbel van het lachen. “Voorzichtig” zegt Jenny, straks val je weer.

Op school zit ik naast Sjoerd, normaal praten we honderd uit. Maar nu is het doodstil, Sjoerd draait zijn stoel naam me toe en kijkt me aan met een serieuze blik. “oke, wat is er??” vraagt hij, “niks, wat zou er moeten zijn?”. Sjoerd draait zijn stoel weer terug en pakt zijn boeken, “waarom zeg je niks?” vraagt hij plotseling als we bezig zijn met het werk. De docent gebaard om stilte. “ik weet niet waar je het over hebt” fluister ik. Sjoerd kijkt me een beetje dom aan en gaat dan verder met zijn werk.

In de pauze praten we er niet meer over, al is Sjoerd wel iets chagrijniger dan normaal. Jenny zit weer luidkeels te praten over haar honderden vakanties in het buiten land. Ikzelf ben nog nooit ergens in het buiten land geweest, daarom vind haar verhalen altijd erg fijn. Dan hoor ik wat ik gemist heb. “Heel bijzonder is het niet.” zegt Jenny steeds, maar ik haar verhaal laat ze blijken hoe geweldig ze het vond. Sjoerd kijkt me aan “weet je zeker dat er niks is?” ik kijk hem een beetje onzeker aan, ik schud mijn hooft “nee, er is niks.”

Vlucht...Where stories live. Discover now