5

46 1 0
                                    

“ik weet niet hoe ik dit moet zeggen..” zegt moeder half fluisterend, “hoeft ook niet, ik weet het al.”. moeder kijkt me een beetje raar aan, “ wat… wat weet je?”. “ik weet dat papa een misdadiger is!!” zeg ik half boos. Moeder kijkt me een beetje verslagen aan, “dat is niet het enige.” Zegt ze. “hoe kan er nou nog meer zijn als of we nog niet genoeg aan ons kop hebben.” Ik ben nog nooit in mijn leven zo boos geweest, ik ratel maar door over hoe hij het allemaal geplant heeft. En moeder zit daar maar, ze zit daar maar naar mijn woorden te luisteren, die na een tijdje veranderen in schreeuwen. “het is gewoon niet eerlijk” gil ik en ik ren met een betraand gezicht naar boven.

Ik zit op mijn bed te huilen, mijn moeder loopt mijn moeder kamer in. Dit is nog nooit gebeurt mijn moeder is nog nooit mijn kamer geweest. Ze gaat naast me zitten op bed en slaat een arm om me heen, “ik weet dat het moeilijk te beseven is, maar die man is het niet waard om je vader te zijn.” Ik veeg wat tranen weg en knik. “liefje, je vader wil iets terug van mij en daarom valt hij je lastig.” Ik hou op met huilen en ik draai mijn hooft naar haar toe. “wat dan?” moeder zucht, “toen ik en je vader net samen waren heeft hij me een kostbaar medaillon gegeven, die wil hij terug. Omdat die nu van onschatbare waarden is. En ik wil dat je weet dat je vader er alles voor over heeft om het terug te krijgen.” Ik begrijp het niet echt, wat bedoelt ze. “schat, we gaan vluchten.”

Het nieuws drinkt pas bij me door als mijn moeder even later weg is, we gaan vluchten! Maar waar heen, en wanneer? Ik vraag me af of ik ook van school zou moeten, en of ik Jenny en Sjoerd ooit nog zou zien. En het ergste was dat ik gewoon weg wil, ik had zin om te vluchten. In paniek vlucht ik naar buiten, het regent keihard maar dat kan me niks schelen. Helemaal niks maakt alles minder erg dan het nu is. De tranen over mijn wangen lopen harder dan een regen bui ooit zou kunnen doen. Het licht van de zon in compleet verduisterd door de donkere wolken die de hemel zwart geverfd hebben.

De speeltuin die altijd zo vredig leek, is nu een grijze wazen vlek. Als of het deel is van een deprimerend schilderij. Ik staar, ik staar naar de plek waar mijn vader stond. De plas vlak voor mijn voeten heeft een wazige foto van mij afgebeeld. Ik kijk ernaar, en besef dat ik dat ben. Dat, dat meisje mij moet voorstellen. Zo’n moment als deze heb ik me nog nooit voor gesteld. Van alle verschrikkelijke momenten is dit de meest onverwachte. Dat gevoel, dat gevoel dat je alleen bent.

Vlucht...Where stories live. Discover now