1 (lll)

24 2 0
                                    

             Claire

Fien en ik staan een paar meter van mijn huis af, zwijgzaam. Mijn vriendin is al stil sinds het moment dat ik haar Alex' klaslokaal uitrukte en het schoolgebouw uitstormde.

"Hoe-"

"Stil."

"Waarom-"

"Stil."

"Maar-"

"Joséfine!" Zuchtend draai ik me weg van het enorme gebouw dat mijn huis voorstelt. "Geen woord hierover, oké? Geen. Woord."

Fien slaakt een diepe zucht en laat haar hoofd dan hangen, alsof ze zich gewonnen geeft. Met over elkaar geslagen armen denk ik een secondelang aan Alex voordat ik mezelf dwing moed bij elkaar te rapen. Op de een of andere manier ben ik bang dat thuiskomen niet veilig is. Dat het geheim niet langer een geheim is.

Fien heeft ons gezien. Wie zou er nog meer toegekeken hebben terwijl mijn tong verstrengeld was met die van mijn verdomde geschiedenisleraar?

Voorzichtig begin ik te lopen. Voetje voor voetje, totdat het ritme in een zelfverzekerde tred overgaat. Fien volgt me, haar hoofd naar de grond gebogen.

Wanneer we voor de deur staan knip ik met mijn vingers. "Doe alsof er niets aan de hand is. Je kijkt alsof je getuige bent geweest van een moord."

"Je zit er niet ver naast," mompelt Fien met opgetrokken wenkbrauwen.

Wanneer ik haar een boze blik werp, zet ze snel een nep glimlach op. Ik knik goedkeurend.

Geschreeuw en gevloek verwelkomen mijn vriendin en ik wanneer ik de voordeur achter me dichttrek. Paniek overvalt me. Met grote ogen kijk ik naar Fien, die even angstig terug kijkt.

"Heb je iets gezegd?" sis ik woedend, maar Fien schudt hevig haar hoofd.

Shit. Oh shit.

Maman verschijnt in de hal, haar wangen rood, haar ogen vermoeid. Uitdrukkingloos kijkt ze me aan, totdat haar ogen omhoog en naar de zijkanten van mijn gezicht rollen. Gegil verspreidt zich uit haar met dure lippenstift omringde mond.

"Sophie-Claire Beaumont!" schreeuwt ze met één gemanicuurde vinger op mij gericht (ik heb haar Franse achternaam; maman weigerde haar dochter een 'afgrijselijk Nederlandse boerennaam' te geven). "Tescheveux! Wat heb je in hemelsnaam gedaan?"

"Maman?" mompel ik terwijl ik onschuldig probeer te kijken. God, wat ben ik daar slecht in. "Ik dacht dat je volgend weekend pas thuis zou komen."

"Dat was je wel goed uitgekomen, zeker?" Alsof mijn haren een besmettelijke ziekte met zich meedragen raakt de vrouw heel voorzichtig een lok aan met haar vinger. "Ma chérie, wat is dit voor walgelijke punker-look?"

Fien gniffelt zachtjes naast me. Op de achtergrond gaat de huistelefoon af, maar mijn moeder is veel te druk met de nieuwe kleur van mijn haar.

"Hallo, Joséfine," zegt maman zonder haar ogen van mijn haar af te halen. "Je kunt maar beter naar huis gaan, chérie. Doe je moeder de groetjes."

Wanneer Fien verdwenen is haalt mijn moeder haar mobieltje tevoorschijn.

"Hadden jij en papa ruzie?" vraag ik.

De vrouw lijkt me niets eens te horen terwijl ze met een van afschuw vertrokken gezicht mijn haar bestudeert.

"Maman?" De vrouw kijkt me fronsend aan. "Met wie bel je?"

Duae [Inactief]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu