3 (l)

12 1 0
                                    

                 Claire

De tijd op mijn mobiel geeft aan dat het veel te vroeg is, maar zelfs wanneer ik de keuken in strompel ligt er verse afwas van het ontbijt van die ochtend. Fred is al naar de markt vertrokken, en Jules zal wel ergens op dit godvergeten land rondlopen om koeien te melken of zoiets dergelijks.

Kreunend van de kou sla ik mijn fluwelen ochtendjas dichter om me heen en zet een ouderwetse met kalk aangekoekte waterkoker aan.

Mijn ogen knijpen zich samen bij het zien van het scherm van mijn toestel. Een langwerpige breuk in het glas neemt bijna de hele voorkant van het ding in beslag.

Nadat Alex de vorige avond Fien's telefoon had opgenomen was het ding van schrik uit mijn handen geglipt. Helemaal tot aan de begane grond op de houten vloer gekletterd.

Ik heb sindsdien niet meer naar bereik gezocht.

Wanneer mijn thee klaar is, schuif ik aan de keukentafel aan en laat mijn hoofd op het tafelblad zakken. Een bonkend gevoel heeft zich meester gemaakt van mijn schedel, dankzij de weinige uurtjes slaap van die nacht.

Een halfuur gaat voorbij zonder dat ik ook maar een millimeter verschuif op de stoel, wanneer Nathan met slepende voeten in de keuken verschijnt.

"Hé," mompelt hij met een slaperige stem, gevolgd door een luidruchtige geeuw. Het gerommel van glas en kartonnen pakken vult de grote ruimte.

"Morgen," verzucht ik terug.

Aarzelend komt de jongen tegenover me zitten terwijl ik me met moeite overeind hijs. Zijn ogen richten zich bezorgd op mijn gezicht.

"Je ziet er niet uit," zegt hij na een tijdje.

"Dank je."

"Heb je wel geslapen?"

Ik haal mijn schouders op. "Amper. Het is zo stil hier. Ik mis het verkeer en het gezwets en dronken gelach van thuis."

Nathan lacht. "Ik moet er niet aan denken midden in de stad te wonen."

"Je went eraan," mompel ik waarna ik slurpend een heet slokje van mijn thee neem. Het smaakt vies, maar de warmte is zeer welkom.

"Je hebt niets meer gezegd na gister," begint Nathan voorzichtig. "Wat gebeurde er nou?"

"Zoals ik al zei: ik zag een spin en schrok en liet mijn telefoon vallen. No big deal."

De donkerblonde jongen knikt, maar ik heb niet het gevoel dat hij erin trapt. Ik probeer het uit mijn hoofd te zetten, want elke keer als ik aan Fien en Alex denk zie ik ze samen op manieren waar ik ze helemaal niet wil zien. Het maakt me misselijk.

"Wat is dit voor gore thee?" vraag ik na een tijdje, hoewel het niet per se de thee is die me ziek maakt.

Nathan fronst. "We hebben geen thee in huis. Niemand van ons lust het."

"Wa-?" Ik spring op, wat resulteert in duizeligheid, en gris het doosje kruiden dat ik in mijn mok heb gedaan uit een keukenkastje. "Wat is dit dan?"

Nathan knijpt zijn ogen kort samen, kijkt me stomverbaasd aan, en barst dan in lachen uit. Voorzichtig snuif ik aan het droge kruidenmengsel, om vervolgens mijn gezicht in afschuw weg te trekken.

"Dat is een medicijn dat pa zelf brouwt voor de paarden," hikt Nathan met een rood gezicht van het lachen. "Met onder andere bestanddelen uit mest."

Ik voel al het bloed uit mijn gezicht wegtrekken. "M-mest?"

"Ja, je weet wel, koeienstront."

"Shit!"

"Zo kun je het ook noemen, inderdaad."

Duae [Inactief]Where stories live. Discover now