11.

469 15 3
                                    

Robbie pov:
In de bus terug is het stil, Raoul is naar Koen voor één of ander project dus ik ben alleen met Matthy, die met zijn handen zit te spelen. Ik scrol wat door mijn insta, zodat de tijd wat sneller gaat. Een kwartiertje later zijn we bij Matthy zijn huis, of nouja huis, zijn kamer. Twee weken geleden was ik hier nog maar één keer in mijn leven geweest en nu ben ik hier voor de tweede keer in die twee weken, met niet echt hele goeie herinneringen. Matthy houdt de deur voor me open en loopt daarna achter me aan. "Water?" is het enige wat hij uitbrengt, ik knik alleen als antwoord. Nog geen minuut later zet hij een glas water voor m'n neus en hij komt naast me op zijn bed zitten, ik begin nu wel een beetje zenuwachtig te worden, want sinds dat we binnen zijn, heeft hij niet meer gezegd dan alleen de vraag of ik water wilde.

Ook Matthy lijkt zenuwachtiger te worden met de minuut, want hij tikt zachtjes met zijn benen op en neer en zijn ademhaling versneld. "Oké Rob luister-" zijn stem klinkt schokkerig en hij hapt wat naar adem. Ik weet dat ik boos op hem zou moeten zijn, maar toch kan ik het niet aan om hem zo te zien "Rustig Matt, ik heb geen haast." ik leg mijn hand op zijn schouder om hem gerust te stellen en hij lijkt een klein beetje te ontspannen. Hij schraapt zijn keel zachtjes en probeert verder te praten "Rob het spijt me, ik had je nooit weg moeten sturen." hij kijkt naar de grond en zoekt naar woorden "Ik weet gewoon niet zo goed hoe ik met mijn gevoelens moet omgaan en ik weet al helemaal niet hoe ik er over moet praten." vervolgt hij zijn verhaal. Wat bedoelt hij precies met dat eerste? Ergens ben ik heel nieuwsgierig, maar ik wil hem niet forceren om te praten, want ik weet dat hij dan dichtklapt.

"Ik heb tegen je gelogen over die tweede zoen." mijn hart slaat een slag over, ik ben dus niet gek? "Waarom?" het is bijna onverstaanbaar "ik- ik, omdat die zoen volledig vanuit mij kwam, die tweede dan." ik glimlach zachtjes en schudt mijn hoofd "waarom zou je daarover liegen?" ik probeer oogcontact met hem te zoeken, maar hij geeft me geen blik. "Ik durfde het niet toe te geven, omdat ik bang was dat het onze vriendschap zou verpesten, maar daarna heb ik het eigenlijk alleen maar erger gemaakt." hij snikt een beetje. "Maar ik heb ook gelogen over mijn gevoelens voor je Rob, je hebt namelijk geen idee hoe lang ik al meer dan vrienden wil zijn." mijn hele lichaam wordt warm van zijn woorden, het is eigenlijk een bevestiging van mijn vermoedens, want ik twijfelde enorm aan die vermoedens. "Ik had je die middag nooit weg moeten sturen en je gewoon moeten vertellen over hoe ik me voelde, dan was dit hele gedoe jou bespaart gebleven, want ik snap dat dit waarschijnlijk te laat is en je boos op me bent en dat is ook meer dan terecht, want ik heb er gewoon een teringzooi van gemaakt-" hij ratelt in één keer door, maar ik onderbreek hem "Matt, ik ben niet boos op je, niet meer in ieder geval. Hoe kan ik nou boos blijven op iemand zoals jij?" bij die woorden ontstaat er een kleine glimlach op zijn gezicht en hij durft me eindelijk aan te kijken, zijn ogen zijn waterig en een beetje rood.

Matthy pov:
"Maar het is terecht als je wel boos op me bent Rob, ik werd boos op jou zonder reden." mijn onzekerheid neemt de overhand en er rolt een traan over mijn wang. "Matt, geloof me alsjeblieft, ik ben niet boos op je." Rob pakt mijn handen vast en ik zucht schokkerig uit "moet ik het je soms bewijzen?" hij glimlacht lief. "Hoe-" ik kan mijn zin niet afmaken, want Rob buigt naar me toe en plant zijn lippen op die van mij. Hij verplaatst één hand naar mijn kaak terwijl zijn andere hand nog steeds die van mij vast heeft. Hij laat zich achterover op mijn bed vallen en trekt mij mee zonder onze zoen te verbreken, het voelt alsof onze lippen voor elkaar gemaakt zijn, zoals een ontbrekend puzzelstukje dat je ineens gevonden hebt.

Na even verbreken we onze zoen en ik voel zijn armen om me heen die mijn lichaam tegen die van hem trekken, ik laat mijn hoofd op zijn borst rusten. Het enige wat ik hoor is zijn hartslag in mijn linkeroor, wat mijn lichaam laat ontspannen, verder is het stil, maar geen ongemakkelijke stilte. "Ik hou van je Matthy, al zo lang als dat ik je ken." zijn woorden maken me warm, maar ook breekt er iets in mij, omdat ik weet dat hij binnenkort weg is. "Ik ook van jou Rob, ik wil niet dat je weggaat." ik hoor hem zuchten en zijn hand kriebelt door mijn haren waar hij daarna een kusje op plant. "Als ik kon blijven, had ik het gedaan." ik leun op mijn armen en duw mezelf een stukje omhoog, zodat ik hem aan kan kijken. "Je kan toch blijven? En dan kom je hier wonen en dan maken we deze opleiding af en dan zoeken we een goeie baan, dan worden we rijk en verhuizen we naar een villa." Rob grinnikt zachtjes, maar de tranen staan in zijn ogen "ga alsjeblieft niet weg." de brok in mijn keel wordt groter en ik knijp mijn ogen dicht om de tranen tegen te houden, maar het werkt niet en al snel voel ik de tranen over mijn wangen lopen. "Kom hier." Rob opent zijn armen weer en ik laat me door mijn armen zakken waardoor we weer net zo liggen als een paar minuten geleden, waarom moet uitgerekend Rob nou naar een ander land verhuizen wat bijna tweeduizend kilometer hiervandaan is?

ThuisWhere stories live. Discover now