deel 4

13 0 0
                                    

Mystic

Eindelijk zijn we bij ons huis aan gekomen, ik bel aan. Onze vader deed de deur open, zodra hij ons zag, gooide hij de deur met een harde klap dicht. Ik keek Mystery even aan, ze haalde haar schouders op en belde nog een keer aan. Weer werd de deur dichtgesmeten, mijn ogen begonnen te prikken. Ik vocht tegen mijn tranen, maar verloor de strijd. Een vreselijk gevoel ging door me heen. "We zijn alleen, Myst," fluisterde ik, we wilden het beiden niet geloven. We liepen naar het dorpsplein en gingen op een bankje zitten. "Ik ben bang Mysti," fluisterde Mystery, ik knikte. "Ik ben ook ontzettend bang, we moeten op straat slapen ben ik bang." Mystery keek me even aan, tranen stroomden over onze wangen. Lemon kwam naar ons toe gelopen. "Hey, wat doen jullie hier zo alleen?" vroeg hij, we keken hem aan. "Onze ouders smeten de deur dicht, ze haten ons vast," fluisterde Mystery, ik kon niets meer uitbrengen. De woorden die ik wilde zeggen, had Mystery zojuist uitgesproken. Mijn keel zat volkomen dicht en het leek erop dat ik de komende uren niet meer zou kunnen praten.

De uren daarna zaten we zwijgend en huilend op het bankje. Lemon probeerde ons te troosten. "Willen jullie vannacht bij mij blijven? Ik vind het zo zielig voor jullie als jullie hier buiten moeten blijven slapen," zei Lemon, we glimlachten dankbaar naar hem en stonden op. We wisten de weg naar het huis van Lemon en zouden die desnoods blind af kunnen leggen. We volgden hem, terwijl de tranen nog steeds over onze wangen stroomden. Het voelde alsof niemand ons ooit nog wilde zien. Onze ouders hadden doodleuk de deur dichtgesmeten en we stonden er helemaal alleen voor. Gelukkig hadden we Lemon nog. Schuldgevoelens kropen in me op toen ik aan Miracle, Mistle, Mira en Mila dacht. Zij waren doodgeschoten toen ze ons probeerden te helpen. Maar wat als ze niet dood waren? Zouden ze dan alsnog kunnen ontsnappen? Zouden ze het redden? Één ding wist ik zeker, we moesten de politie waarschuwen. "We moeten naar de politie toe gaan Myst, alleen zo kunnen we er ooit achter komen of ze nog leven," fluisterde ik, Mystery knikte en we draaiden ons om. Lemon draaide zich ook om, hij liep met ons mee. Ik voelde dat hij ons wilde beschermen, ik vond het fijn dat we tenminste één iemand hadden die ons wilde beschermen.

Die nacht kon ik maar niet in slaap vallen. Allerlei gedachten spookten door mijn hoofd. Ik moest mijn eigen arm fijnknijpen om niet te hallucineren. Ik was doodsbang en dacht dat ik ieder moment weer ontvoerd zou kunnen worden. Ik wilde het uitschreeuwen en gillen van angst, maar tegelijkertijd wilde ik Mystery en Lemon niet wakker maken. Ik zuchtte en ging zitten. Ik sloeg de deken die ik had gekregen om me heen. Met mijn armen om mijn knieën heen geslagen liet ik mijn verdriet naar buiten komen. Ik huilde uren lang en kon er niet mee stoppen.

Gevangen in verdrietWhere stories live. Discover now