deel 11

5 0 0
                                    

Mystic

We liepen nog steeds door het bos, Special hield mijn hand stevig vast. Hij weigerde los te laten. Ik volgde mijn gevoel, op dat moment kwam er een enorme golf strijdlustigheid in me op. "Het wordt oorlog," fluisterde ik, Special keek me geschokt aan. "Rustig, hier in het bos kan voorlopig niets gebeuren," fluisterde ik, al was ik daar zelf nog niet zo zeker van. Ineens hoorde ik gefluister, ik liep er meteen op af. Ik wilde gillen, schreeuwen en springen van blijdschap, maar ik stond verbaasd en dolblij te kijken. Daar op de grond zaten Miracle, Mistle, Mira en Mila. "Jullie leven nog!" Zei ik enthousiast. Ik was dolblij, maar tegelijkertijd ook bang. "Handen omhoog jullie!" Hoorden we een stem schreeuwen. Doodsbang deden we onze handen in de lucht, een man liep naar ons toe. Hij had een pistool in zijn hand. Ik en Miracle keken elkaar even aan. Tegelijkertijd vlogen we op de man af. Hij viel hard op de grond en het pistool vloog door de lucht. Een paar meter verder belandde het, we hoorden een klik. "Een mijn!" Mira keek me met grote, angstige ogen aan. "Rennen!" Schreeuwde ik, we renden allemaal zo snel we konden weg. De mijn ging niet af, we hoorden nog een klik. Ik keek opzij, Mila keek me bang aan. "Mila, rustig blijven staan," fluisterde ik, Mila keek me nog steeds doodsbang aan. Maar ze deed wat ik zei. "Deze steen is loodzwaar," zei Special, hij wees op een steen. Ik liep er naar toe en groef hem een stukje uit. "Pak maar," zei ik, nadat ik geconcludeerd had dat er geen mijn onder lag. Special pakte de steen op, maar moest al zijn kracht gebruiken. Miracle, Mistle en ik schoten hem te hulp. Met z'n vieren droegen we de steen naar Mila en de mijn toe. "Mila, rennen zo hard je kunt, zodra je van de mijn af stapt. We hebben drie seconden om de steen op de mijn te gooien. Daarna moeten wij ook rennen. Begrepen?" Ik keek de anderen vragend aan. Ze knikten, Mila stapte van de mijn en rende weg. Meteen gooiden we de steen op de mijn en begonnen ook te rennen. De mijn ging niet af. We keken goed uit waar we liepen, ineens hoorden we geweerschoten. Het ging allemaal in een flits. Ik zag een kogel razendsnel voorbijvliegen. Mila zakte voorover en viel dood op de grond neer. "Nee, Mila!" De gil van Mira sneed door me heen.

De hele nacht bleven we bij Mila waken. Ze was misschien wel dood, toch hadden we allemaal het gevoel dat we voor haar moesten zorgen. Mira bleef bij Mila zitten, de hele nacht lang. Ze week geen seconde van haar zijde. Golven van verdriet spoelden over me heen en trokken me langzaamaan mee in een draaikolk. Ik had nooit naar het bos moeten gaan, dan was dit nooit gebeurd. Het was allemaal mijn schuld. De hele nacht lang werd ik gevangen in mijn eigen verdriet.

Gevangen in verdrietWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu