deel 5

10 0 0
                                    

Mystery

Ik hoorde Mystic huilen en werd meteen wakker. Ik keek naar haar, ze zat met haar deken om haar heen geslagen. Ik hoorde haar snikken en ik ging naast haar zitten. We huilden samen, niemand kon ons dwingen te stoppen. Niet na alles wat er gebeurd was. De afgelopen zes maanden waren een ware hel geweest. Mystic sloeg de deken ook om mij heen en we huilden de hele nacht lang. 's Ochtends waren we doodmoe. Lemon keek ons met medelijden in zijn ogen aan. "Ik zou willen dat ik jullie kon helpen," fluisterde hij, we begonnen alleen nog maar harder te huilen. "Ik ga even naar de winkel, blijven jullie maar hier," verkondigde Lemon, hij liep naar beneden. We hoorden de deur open en dicht gaan. "We mogen niet opgeven," fluisterde ik tegen Mystic. Het leek alsof ze helemaal in haar eigen wereld was, een wereld van verdriet en pijn.

Lemon was inmiddels teruggekomen, hij gaf ons beiden een aantal schriften en een etui vol pennen. Ik schoof de schriften bij me vandaan, maar Mystic pakte een schrift en een pen. Ze ging in een hoekje van de kamer zitten en begon te schrijven. Ik kon niet zien wat ze schreef - als ze al schreef - maar ik zag dat het opluchtte. Ik keek even argwanend naar de schriften, maar pakte er toch maar een. Ik pakte een pen en begon te tekenen. Vreemd genoeg vond ik de tekening uiteindelijk best wel mooi. Het was raar om naar mijn tekening te kijken, aangezien het mijn eigen huilende zelf voorstelde. Ik wilde iets zeggen, maar het leek alsof mijn keel dichtgeschroefd was. Een raar, misvormt geluid kwam uit mijn mond. Het leek niet eens op praten. Ik probeerde het nog een paar keer. "Wat doe je?" kwam er uiteindelijk uit mijn mond, maar het voelde alsof ik het niet zelf gezegd had. Het klonk niet als mij. Mystic draaide haar schrift om, een hele bladzijde was volgeschreven. Ik kon het niet lezen vanaf hier, maar het leek me duidelijk waar het over ging. Ik liet mijn eigen schrift aan haar zien. "Mooi," fluisterde ze, haar stem klonk al net zo raar als die van mij. Even keken we elkaar aan alsof we zojuist een geest gezien hadden. Ik sloeg de bladzijde om en begon te schrijven. Het schrift moest een dagboek worden, vond ik.

Lief dagboek,

We hebben de hele nacht gehuild en ik kan er nog steeds niet bij dat Miracle, Mistle, Mira en Mila dood zijn. Het mag niet. Het kan niet. Maar waarom denk ik er dan de hele tijd aan? Ik weet dat ze dood zijn, maar ik houd te veel van ze om het toe te geven. Als ik het toegeef... Ik weet niet wat er dan zal gebeuren. Waarschijnlijk zal ik verdrinken in mijn eigen tranen. Ik houd zo veel van ze, en ik zou willen wensen dat ik dood was in plaats van hen. Ik voel me zo ontzettend egoïstisch nu. Waarom hebben we ze niet gered? Waarom moesten wij als eersten? Ik weet het antwoord niet.

Gevangen in verdrietWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu