Hoofdstuk 4

94 7 3
                                    

Ramon en Karlijn zaten weer op het bureau. Er was een fax binnengekomen van Eva.

‘Het is informatie over de lichamen die gevonden zijn in het café. Het kogeltype is een 9 mm luger,’ zei Ramon. Hij legde de papier op het bureau, terwijl Karlijn het kogeltype invoerde in de computer.

‘Er zijn vijf geregistreerde bezitter van een pistool met het kogeltype 9 mm luger, in deze omgeving,’ vertelde Karlijn. Ramon knikte terwijl Karlijn de lijst met namen uitprintte.

‘Julian Haring, Joost Visser, Jacob Boeff, Luuk Flynn en Samantha Huig,’ las Karlijn voor. Ramon knikte. ‘Ik heb ook het werk van Anouk gebeld, ze vertelde dat ze een interview had op de dag van haar verdwijning, maar ze konden mij niet vertellen waar,’ ging Karlijn verder.

‘Wij zijn toch van die zaak af gehaald?’ vroeg Ramon terwijl hij Karlijn aankeek. Hij voelde zijn wangen gloeien en keek weg.

‘Er staat een leven op het spel, ik wilde gewoon weten wat er aan de hand was,’ zei Karlijn.

‘Je hebt gelijk. Maar voordat we ons daarop storten moeten we echt naar dat café. Eva berichtte dat ze lichamen vanmiddag worden opgehaald voor autopsie,’ zei Ramon. Karlijn knikte, het moest snel, ze moesten bewijzen en aanwijzingen vinden, want anders hadden ze geen zaak.

‘Waar wachten we nog op?’ vroeg Karlijn. Ze sprong op en keek Ramon vragend aan. Zijn bruine ogen keken in de hare. Ze glinsterde. Karlijn keek weg. Hij was best knap, schoot door haar hoofd. Ze schrok van de gedachte en schudde haar hoofd. Wat was dit ineens?

Ramon stond op en liep achter Karlijn aan, het politiebureau uit. Ze stapte de auto van Ramon in.

‘Even over gister,’ begon Ramon terwijl hij de motor startte. Karlijn keek hem aan. ‘Dat had ik beter niet kunnen doen,’ ging hij verder. Karlijn knikte instemmend, maar ergens vond ze het jammer dat hij het zei.

‘Ik had je ook niet terug mogen zoenen,’ zei ze om zichzelf een houding te geven. Ook al had ze zelf eigenlijk geen moment spijt.

Tien minuten later bereikte de agenten het kleine café. De lichamen lagen nog in het café, de stank was immens. Karlijn liep voorzichtig naar binnen en speurde de vloer af. In de hoek zag ze iets glinsteren, ze liep er naar toe, terwijl ze de witte rubberen handschoenen aantrok, tegen vingerafdrukken. Ze zate vreselijk en het liefste gooide ze de handschoenen direct weer uit. Karlijn raapte het voorwerp op. Ze hield een zilveren halskettinkje omhoog. De naam Nick stond in het hartje gegraveerd. Ze stopte het kettinkje in een zakje en liep verder het café in.

‘Karlijn kom eens!’ riep Ramon.

‘Waf,’ zei Karlijn, terwijl ze in zijn richting liep.

‘Ik heb een tas gevonden,’ zei Ramon toen Karlijn naast hem tot stilstand kwam. Karlijn pakte de blauwe tas voorzichtig aan en zette het neer op tafel. Ze opende de tas, terwijl Ramon over haar schouder meekeek. Een etui en een portemonnee vulde de tas. Op de tafel lag een verscheurd papiertje en daaronder een leeg kladblok.  Daarnaast lag een omgevallen wijnglas. Karlijn pakte de portemonnee en opende het rode ding voorzichtig. Ze schrok toen ze de naam Anouk slagmolen op het identiteitsbewijs zag staan.

‘Anouk Slagmolen, zij is toch die vermiste vrouw?’ vroeg Karlijn verbaasd. Ze liet het identiteitsbewijs aan Ramon zien, hij knikte.

‘Dat is haar.’ Karlijn stopte de portemonnee weer terug in de blauwe tas. ‘En weet je wat ik denk?’ vroeg Ramon. Karlijn keek hem vragend aan. ‘Zij is misschien wel de vrouw die ontsnapte, alleen is ze nooit ver gekomen.’

Van de aardbodem verdwenenWhere stories live. Discover now