Hoofdstuk 5

99 5 0
                                    

Het was 22 juni, de wind was net gaan liggen en de zon brandde op alle rood verbrandde gezichten. Anouk was inmiddels vier dagen van de aardbodem verdwenen, geen spoor had naar haar geleidt.

Bas had al nachten slecht geslapen en was de kluts volledig kwijt en dat al na vier dagen. Bas ging op het bankje zitten en keek naar het water. Kinderen speelde in het zand en zwommen in het verkoelende water. Volwassene lagen in het zand, op een handdoek en lieten zich verkleuren door de zon. Anouk was dol op het strand.

Alles werd de laatste tijd door Bas verwaarloosd, de afgelopen dagen deed hij niets aan zijn bedrijf en sprak hij niemand meer. Alleen de politie kwam af en toe op bezoek, maar nooit met het goede nieuws, waar hij zo op hoopte.

Misschien was Anouk wel dood, het was een gedachte die hij niet los kon laten. Het bleef bij hem en het beeld van een dode Anouk was op zijn netvlies gebrand. Misschien zou hij zijn verloofde nooit meer terug zien. Bas keek naar de surfers in het water en glimlachte flauwtjes. Hij dacht terug aan de keer dat hij en Anouk probeerde te surfen, in het begin van hun relatie. Ze konden er niets van en lagen meer in het water dan dat ze op de surfplank stonden. Zijn maag knorde en een hongerig gevoel bestormde Bas’ lichaam. Hij mocht niet eten, hij wilde niet eten. Elke hap deed hem denken aan Anouk. Misschien kreeg ze wel helemaal niks te eten en was ze al lang uitgedroogd of uitgehongerd. De wind werd weer wat harder, maar de zon bleef fel schijnen. Zou Anouk ook van de warmte kunnen genieten?

Karlijn zat achter haar computer op het bureau. Ramon kwam met een kop koffie en dampende binnen gelopen. Hij zette de thee voor Karlijn neer en glimlachte naar haar.

‘Ik heb research gedaan naar Jacob Boeff, hij woont in Andijk op de Dijkweg en is vijf jaar geleden veroordeeld tot moord. Hij heeft zijn straf volledig uitgezeten en i nu vrijwilliger bij de vrijwillige brandweer,’ vertelde Karlijn.

‘En die andere mogelijke daders?’ vroeg hij. Karlijn haalde haar schouders op. Ramon zuchtte en keek haar met twee priemende ogen aan. Zijn prachtige ogen staalde ondanks alles toch en een ongemakkelijk gevoel bestormde Karlijn. Ze voelde een hele lading vlinders dor haar maag fladderen. Ze schudde haar hoofd en probeerde het gevoel weg te krijgen.

‘Ik heb er nog niet naar gezocht,’ bekende Karlijn. Hij had echt mooie ogen. En zijn lach, zijn lach was betoverend mooi. Karlijn keek weg, ze wilde hem niet aankijken. Oké ze wilde het wel, maar het kon even niet. Toch keek ze weer naar hem.

‘Ik wet dat hij al eerder in aanraking is gekomen met de politie, maar dat betekend niet dat hij Anouk heeft ontvoerd,’ zei Ramon. Karlijn knikte. ‘En misschien komt de dader niet uit deze buurt.’ Karlijn zuchtte, haar werk was kennelijk niet goed, ze voelde zich licht beledig en richtte haar blik naar de grond.

‘Het zou logischer zijn,’ zei ze zachtjes. Ze stond op en liep naar de prullenbak om het papieren bekertje weg te gooien.

‘Sorry, het was niet lullig bedoeld. We kunnen gewoon nog niets uitsluiten,’ zei Ramon. Hij keek Karlijn aan, maar ze keek niet terug, ze knikte slechts. Ramon baalde dat hij zo lullig overkwam. Hij baalde dat hij niet wat tactischer was. ‘We ondervragen eerst de verdachten in deze buurt en daarna zoeken we daarbuiten,’ zei Ramon, om de akelige stilte te doorbreken. Karlijn knikte instemmend, maar bleef zwijgen. ‘We gaan de verdachten een brief sturen met een uitnodiging om naar het bureau te komen,’ zei Ramon. Karlijn geeuwde en keek naar haar beeldscherm. ‘En dan mag jij nu naar huis om even rust te nemen, ik stuur die brieven wel,’ zei Ramon. Karlijn schudde direct haar hoofd.

‘Dat zou ik doen,’ zei ze resoluut. Ramon ging achter haar staan en legde zijn handen op haar schouders.

‘Ontspan nou eens even en denk aan jezelf,’ zei hij. Karlijn schudde nogmaals haar hoofd en keek hem met een glimlach aan. Hun lichamen waren een paar centimeter bij elkaar vandaan en hun blikken kruiste. Ramon keek in Karlijns prachtige bruine ogen. Vlinders gierde door zijn maag. Haar lach was betoverend en zijn gezicht liep rood aan, snel richtte hij zijn blik naar de grond, in de hoop dat Karlijn niks zag. 

Van de aardbodem verdwenenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu