Hoofdstuk 9

109 3 0
                                    

Twee uur later bereikte Ramon en Tamara plaats delict. Tamara parkeerde de auto en Ramon stapte direct uit. Het gebied was afgezet met rood-witte linten. Ramon bukte zich en kroop voorzichtig onder de afzetlinten door, Tamara volgde hem. De agenten lieten hun pas zien en stelde zichzelf voor aan de twee agenten die bij het afzetlint stonden.

Het was inmiddels al half vier in de middag, de zon scheen iets minder fel dan eerst, de lucht was iets minder blauw, maar de hitte was nog steeds niet uit te houden. Tamara duwde haar zonnebril van haar neus, in haar donkere haren.

Ramon liep de garage in en keek om zich heen. Tamara kwam achter hem aangelopen en ging vlak achter Ramon staan. Ze pakte een zaklamp en zette die aan.

‘Ik kan beter voor gaan,’ zei Tamara. Ze duwde Ramon voorzichtig opzij en liep verder de garage in. Ramon besloot het te negeren en niet tegen zijn nieuwe collega in te gaan.

‘Gatver! Het stinkt hier naar urine!’ riep Tamara uit toen ze nog verder de garage inliep.

‘Anouk heeft hier mogelijk acht tot negen dagen vastgezeten. In die tijd moet je toch een keer je urine kwijt,’ zei Ramon toen hij naast Tamara ging staan.

‘Dat zou ik nooit zomaar doen, daar heb ik een Wc voor nodig,’ zei Tamara. Als ze niet bezig waren met een serieuze zaak zou Ramon in de lach schieten. Tamara liep langzaam verder, Ramon volgde haar. De zure lucht van urine werd alsmaar erger.

‘In die hoek kan ze hebben gezeten,’ zei Ramon. Hij wees richting de hoek van de garage waar twee kettingen aan de muur hingen. Niet echt gebruikelijk voor een gewone garage. Tamara liep erop af en Ramon volgde. Hij voelde zich net een hond die zijn baasje gehoorzaamde, omdat hij anders zijn snoepje niet zou krijgen. Tamara richtte haar zaklamp op de muur terwijl Ramon het aandachtig bekeek. Met een papiertje ging hij langs de randen van de kettingen. Hij stopte het papiertje voorzichtig in een zakje dat hij snel en zorgvuldig afsloot.

‘Waar slaat dat nou weer op?’ vroeg Tamara. Ramon zuchtte, een beetje agent zou dit weten.

‘Voor DNA onderzoek. Er zaten huidschilfers aan,’ zei hij snel. Tamara knikte en scheen door de hele garage heen met de zaklamp. Je zou er maar een week moeten zitten, ze moest er niet aan denken. Negen dagen lang was Anouk al vermist en wie wist hoe lang het nog ging duren?

De garage was helemaal leeg, op de kettingen in de hoek na. De agenten liepen naar buiten. De twee mannen die net bij het afzetlint stonden, stonden nu dichtbij de garage, de waren druk met elkaar aan het discussiëren.

Tamara’s oog viel plotseling op een glinsterend voorwerp. Ze bukte zich en pakte het voorzichtig op. Het was een gouden ring met inscriptie: ‘Ik hou van je’.

‘Dat is de verlovingsring van Anouk!’ riep Ramon toen Tamara hem het sieraad liet zien. ‘Bas heeft mij en Karlijn een tijdje geleden een foto van de ring laten zien,’ ging hij verder, terwijl hij de ring van Tamara aanpakte. Hij stopte de ging in een zakje en borg het zorgvuldig opp. Anouk was hier geweest, Ramon wist het zeker. Maar waar was ze nu dan? Waar had de dader Anouk mee naar toe genomen?

Anouk zat nog steeds op de grond, wat kon ze anders doen? Boven zich klonk gekraak en gestommel. Anouk pulkte aan haar nagels en bekeek haar hand. De verlovingsring! Ze schrok, het was weg. Weg, verdwenen, niet meer bij haar! Net had ze het nog, waar kon het zijn? Het laatste beetje Bas dat ze bij zich had was ze kwijt geraakt. Het was bij haar weggeglipt, net als Bas langzaam zou doen, als ze hier nooit meer uit kwam. Anouk keek in het rond, in de hoop dat ze de gouden ring zag liggen. Dat ze een glimp zou opvangen en daardoor wist dat Bas nog bij haar was. Maar de kelder was gevuld met duisternis en Anouk zag geen hand voor ogen. Hoe kon ze haar verlovingsring nou kwijt zijn? Tranen prikte in Anouks ogen en langzaam liepen ze over haar wangen naar beneden. Ze had nu alleen nog maar de herinnering aan Bas, verder was ze alles kwijt.

Van de aardbodem verdwenenWhere stories live. Discover now