Hoofdstuk 6

70 6 2
                                    

Een nieuwe dag was aangebroken en Ramon en Karlijn zaten weer in de verhoorkamer. Samantha Huig zat tegenover hen. De agenten twijfelde of dit verhoor wel nodig was, aangezien de ooggetuige er vrijwel zeker van was dat de dader een man was. Maar wie weet had hij handlangers of iets dergelijks en was dit hun enige kans op de oplossing. Het meisje zweeg, keek naar de grond en wriemelde aan de onderkant van haar shirt. Het roodharige en ietwat mollige zeventienjarige meisje was hier door haar moeder gebracht.

‘Hoe kom jij aan dat pistool?’ vroeg Ramon, inmiddels voor de vijfde keer. Het meisje bleef zwijgen, terwijl haar blik nog steeds op de grond gericht was. Ze pulkte aan haar nagels, en wriemelde vervolgens weer aan haar shirt. Ramon zuchtte. ‘Hoe kom je aan dat pistool?’

‘Ik wil een advocaat!’ riep het meisje na een korte stilte. Ramon zuchtte en keek Karlijn voor een paar seconde aan. Ze knikte.

‘U hebt het recht op een advocaat en u hebt het recht om te zwijgen,’ zei Ramon. ‘Maar als jij het zo wilt spelen mag jij je advocaat bellen en hebben we morgen pas  tijd voor je. Dat wordt dan een gezellig nachtje in de cel. Je zou nu natuurlijk ook gewoon kunnen vertellen waarom je dat pistool in je bezit hebt,’ zei Ramon. Samantha knikte.

‘Dat moet dan maar, liever een nachtje cel dan dat ik straks onschuldig de bak in ga!’ Ramon knikte enigszins begrijpelijk. Karlijn stond op en liep naar de deur. 

‘Breng deze jongedame even naar haar cel,’ riep ze naar de bewaker. De bewaker kwam binnengelopen, Samantha stond op en liep vrijwillig in zijn richting, alsof het haar allemaal niks uit maakte. De moeder van Samantha hoorde het en sprong direct op.

‘Mijn meisje heeft niets misdaan!’ riep ze.

‘Ze vraagt om een advocaat, hier hebben wij morgen pas tijd voor. Als uw dochter gewoon meewerkt bespaard dat een heleboel ellende,’ legde Karlijn uit aan de vrouw, hoewel ze begreep waarom Samantha liever in de cel sliep dan met haar moeder mee ging. Ze was een ontzettende zenuwpees. Samantha leverde al haar sieraden in en haalde haar riem uit haar broek. Ze gaf haar Iphone aan de bewaker en volgde de man zonder enig protest.

De moeder van Samantha wilde kwaad achter haar dochter aangaan, maar Karlijn hield haar direct tegen.

‘Als ze niks heeft gedaan is ze morgenmiddag of avond gewoon weer vrij,’ zei Karlijn. Snel sloot ze de deur.

‘Die meid is echt veel te dom en jong om iemand te ontvoeren. Ze is hooguit een handlanger, de dader kan het niet zijn. Volgens Sarah was de dader een man,’ zei Karlijn.

‘Je hebt vast gelijk,’ zei Ramon.

Joost Visser kwam de verhoorkamer in gelopen en ging tegenover de agenten zitten. Karlijn geeuwde, ze was moe. Al dagen lang had ze niet goed geslapen; ze moest steeds aan Julia en Ramon denken. Julia speelde intussen weer vrolijk buiten en van een griepje was helemaal geen sprake mee. Karlijn was  klaar met al die verhoren. En wilde naar huis, om daar lekker lang te slapen. Karlijn kon ook niet stoppen met nadenken over Anouk. Hoe zou zij het hebben? Zou ze nog leven? Ze moest er niet aan denken dat ze zelf in zo’n situatie zat. Wie weet wat die griezels met haar deden?

Ramon geeuwde ook, hij sliep minder de laatste tijd. Hij lag constant te piekeren over Karlijn. Hij wist het zeker, hij was verliefd op haar, al een hele lange tijd. Maar durfde niets te zeggen. Zou Karlijn ook verliefd zijn op hem? Zou het wat kunnen worden? Hoe zouden hun kinderen heten? Zou Julia hem leuk vinden als stiefvader?

Ramon zuchtte en keek Joost Visser aan, het begon weer. Hij vond het niet erg om iemand te verhoren, maar na een tijdje was hij er klaar mee. Vooral als het niets opleverde.

Van de aardbodem verdwenenKde žijí příběhy. Začni objevovat