Hoofdstuk 8

470 9 0
                                    

11/10/1993

Het geluid dat de krekels maakten, was het enige geluid waar ik naar luisterde. Ik zag veel lippen bewegen van mensen, maar ik negeerde de stemmen. Veel mensen droegen blauwe uniformen en ik kneep hard in mijn knuffel. Ik vond politieagenten maar eng. Ze arresteerden altijd de slechteriken, maar ik had toch niks misdaan? Ik werd ineens uit mijn gedachten gehaald toen een vrouw met heel veel make-up voor mijn neus stond en met haar hand voor mijn ogen zwaaide. Ineens galmden het lawaai van al de mensen door mijn oren. Ik sloot mijn ogen eventjes. Spijtig dat die rust weg was. Daarna deed ik ze weer open. De vrouw keek me bezorgd aan en wierp een blik op een man wat verderop.

“John, het gaat nog steeds slecht met dit meisje, kan de dokter niet nog eens een kijkje nemen?” vroeg ze. De man die blijkbaar John heette keek eerst naar  mij en dan weer naar de vrouw. Hij schudde met zijn hoofd.

“De dokter zei dat het wel langzamerhand zou beteren,” zei hij zuchtend. De vrouw keek weer even naar mij en daarna weer naar John. De vrouw vroeg aan John hoe oud ik was maar daarna luisterde ik al niet meer want de beelden van de gebeurtenissen van vanavond rolden weer als een film voor mijn ogen.

Ik zie mezelf de woonkamer binnenwandelen nadat ik dat geschreeuw hoorde en daar een lichaam vond. Overal bloed en hetgeen wat me het meest opviel was het keukenmes dat in het lichaam stak. Minutenlang stond ik stokstijf te staren naar het vreselijke tafereel, daarna loop ik naar het lichaam in een plas bloed. Ik legde me in het bloed en raakte voorzichtig het lichaam aan. De huid voelde nog steeds hetzelfde als hoe vroeger mama aanvoelde. Misschien leefde ze nog?

Ineens voelde ik een stevige hand  die me wegtrok. Het was mijn vader. Ik zei niks, ik keek hem niet aan,  mijn blik bleef gericht op mama. Op mama die op de grond  lag, met een mes in haar buik. Blijkbaar had papa de ambulance gebeld, maar helaas te laat en daarna kwam de politie die mijn vader oppakte. Op dat moment begreep ik het allemaal niet zo heel goed.

Mijn haar was nat geworden door het bloed en het lekte een beetje op de grond. Mijn mooie pyjama was helemaal rood geworden. Gelukkig was mijn knuffel nog proper. De mensen wilden me weghalen, maar dat wilde ik niet, ik wilde bij mama blijven.

Iedereen was me vergeten, ik was iedereen ook vergeten. Ik staarde voor me uit. Ineens voelde ik een arm om mijn schouders. Het was de vrouw van daarstraks.

“Kom we gaan slapen,” zei ze zacht. 

Gelakte nagelsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu