Hoofdstuk 15

421 8 1
                                    

11/06/2012

Ik had gehoord over die informatie  die gelekt was. Na het lezen van het artikel wist ik meteen wie hier achter zat. Hij wilde iedereen laten zien waarom ik die moorden had gepleegd. Hij schreef columns op het internet en belde de pers om de informatie door te laten sijpelen. Ik vond dat ik werd voorgesteld als een hopeloos kind dat hulp nodig had. Ik had geen hulp nodig, ik kon prima voor mezelf zorgen. Voor de rest vond ik het wel leuk, al die aandacht. Wat ik wel niet begreep was dat de persoon die de info lekte me beschreef als iemand geweldig en niet als iemand krankzinnig. De meesten mensen begrepen me niet, hij wel.  Hieruit kon ik meteen afleiden dat alleen mijn broer hier achter kon zitten. Helaas dacht hij er niet over na dat je een IP-adres kon traceren en dat er niemand anders zo een gedetailleerd verslag over mijn verleden kon geven. Hoe hij al die details kon weten van de moorden die ik gepleegd had, was eerst een klein raadsel voor me. Toen ik alles op een rijtje zette  werd het me echter duidelijk. Mijn enige vriend, waar ik af en toe eens iets mee  ging drinken, werkte in het archief van het politiebureau. De kans was groot dat mijn broer naar hem gebeld had en zo aan informatie geraakt was.  Zo kwam hij te weten dat de nagels elk een ander kleurtje kregen en dat de personen op een gruwelijke manier werden vermoord en dat hun dood gerechtvaardigd was. Gerechtvaardigd omdat ik ervan overtuigd was dat ze het verdienden.

Ik zat nu al enkele dagen achter de tralies en ik was niet echt populair bij de andere criminelen. Zij vonden me een gestoorde psychopaat. Dat was ik misschien wel, maar ik had tenminste een stelletje hersenen en dat kon je van de meeste hier niet zeggen. Je zag bij sommigen echt die domme blik in hun ogen. Andere zagen er meer mannelijk uit dan vrouwelijk en deelden snel klappen uit maar ik probeerde die mensen te slim af te zijn.

Voor de zoveelste keer werd ik naar de verhoorkamer gebracht. Net voordat ik de kamer werd binnengeduwd, viel mijn blik op die assistente van de rechercheur. Mevrouw Brown. Ze was een heel boeiend gesprek aan het voeren met één of andere kerel. Aan haar lichaamstaal kon je duidelijk afleiden dat ze verliefd was op hem . Ik kon weliswaar  niet  moorden achter de tralies maar bleef  wel gefocust op  mensen die een huwelijk kapot wilden maken. Toen Mevrouw Brown haar gesprek afrondde wandelde de kerel mijn richting uit en kon ik  meteen zien dat hij geen trouwring droeg. Mevrouw Brown droeg wel een trouwring, dat had ik al vanaf het begin opgemerkt. Ik was trots op mezelf dat ik dit allemaal had kunnen ontdekken op enkele seconden. Wanneer ik mensen bestudeerde ging de tijd altijd trager, je kon het vergelijken met een slow motion in films. De tijd ging nu weer sneller en de bewaker duwde me de verhoorkamer in. Brutaal smeet hij me op de stoel en maakte  mijn handboeien los. Die venijnige armbanden die sneden aan mijn polsen. Vreselijk.

Daarna kwamen de rechercheur en mevrouw Brown binnen gewandeld, deze ondervragingen werden stilaan een gewoonte voor me. Ze zetten zich neer en de man keek mij doordringend aan.

“Ze hebben je broer opgepakt wegens lekken van informatie,” zei hij. Ik moest glimlachen, dit was geen nieuws.

“Weet ik,” zei ik kortaf. Ik had weinig behoefte om nog veel te zeggen tegen hen. Dus hoe korter, hoe beter.

“Maar volgens je broer zijn analyse, vermoordde jij mensen omdat  dat ze een affaire hadden met een getrouwd persoon,” vervolgde hij. Ik lachte even spottend en keek naar mevrouw Brown.

“Als dat zo is dan zou die ene kerel van daarjuist op de gang maar moeten oppassen voor me.” Mevrouw Brown keek op en keek me aan. “Waar heeft u het over?”

“Dat weet u goed genoeg,” zei ik. Ze fronste en je kon duidelijk van haar gezicht aflezen dat ze zich afvroeg hoe ik dit wist.

“Het is duidelijk, jij draagt een trouwring, hij niet. Dus het is niet jouw echtgenoot. Wanneer hij bij je is, dan is je ademhaling sneller, dat  kan je  merken aan de beweging van je borstkast. Ook heb je één of andere tic om een pluk haar rond je vinger te draaien wanneer je hem ziet. Je lippen maakte je onbewust vochtig en je hand lag op je heup om sexier over te komen,” ratelde ik. De vrouw opende haar mond even, maar deed ze terug dicht. Ik had gelijk. Dat wist zij, dat wist hij, dat wist iedereen. Meneer Beckers keek even kort naar Brown en daarna weer naar mij.

“Op die manier koos jij slachtoffers uit,” constateerde hij. Mevrouw Brown was uit het veld geslagen door wat ik gezegd had. Had zij even geluk dat ik vast zat. Ik antwoordde niet op hetgeen meneer Beckers zei. Het was geen vraag, dus hoefde ik ook niet te antwoorden.

“Jouw moeder sloeg door toen ze hoorde over de affaire van haar echtgenoot, ze greep een mes, maar je vader pakte het mes vervolgens af en toen stak haar neer in een vlaag van woede, voor jouw ogen. Dat is de reden waarom je tegen vreemdgaan bent, toch?” vroeg hij na een lange stilte.

“Mensen denken niet na over de gevolgen. Ze doen gewoon. Ze worden verliefd op iemand anders.  Een verleider. Iemand die een hele familie uit elkaar wilt krijgen. Met zoiets als gevolg. En dan noemen jullie mij een monster als ik dat probeer te vermijden,” zei ik toonloos. Ik keek ze één voor één aan, maar zij keken enkel elkaar aan.

“Oké, we weten genoeg. Breng haar maar weg,” mompelde de man. 

Gelakte nagelsWhere stories live. Discover now