Hoofdstuk 4

848 37 2
                                    

Mijn vierde bijles zat er aan te komen en was bijna een feit. Ik was zenuwachtig en dat sloeg natuurlijk helemaal nergens op.

Ik liep naar het lokaal en nam plaats op het plekje waar ik altijd zat. Sander was er nog niet.

Een paar minuten later kwam hij vrolijk binnengelopen. Hij ging tegenover me zitten en keek mij alleen maar aan. Ik glimlachte naar de jongen tegenover mij en keek daarna snel weg.

Ik opende mijn schrift en Sander stond op om naast mij plaats te nemen. Al die tijd was het stil.

Eng stil.

‘Je hebt het goed gedaan,’ zei hij met een glimlach. Ik keek hem aan en voelde de horde vlinders door mijn buik gieren. Mijn knieën zouden knikken als ik stond, maar ik zat dus had ik daar geen last van. Mijn hoofd liep rood aan en ineens dacht ik aan mijn belofte.

‘Hoorde ik nou dat jij het hebt uitgemaakt met Noa?’ vroeg ik voorzichtig. Hij schrok en knikte.

‘Tijden veranderen, ze is het niet meer voor mij,’ zei hij. ‘En zoals ik al voorspeld had weet gelijk de hele school waarom. Ze kan ook nooit haar mond houden.’ Ik knikte, ik wist ook waarom, ten minste als de roddels klopte. 

‘Ik hoop dat je niet geschrokken bent van de achterliggende reden,’ zei Sander. Ik keek hem vragend aan.

‘Waarom zou ik moeten schrikken? Het gebeurt toch wel vaker dat je iemand anders leuk vind?’ vroeg ik aarzelend.

‘Ik heb het meer over de persoon die ik leuk vind.’ Toen schrok ik wel even. Waarom zei hij dit tegen mij? Het was Emma, ik wist het zeker.  Mijn gezicht betrok. ‘Het is Emma zeker?’ vroeg ik twijfelachtig.

Sander keek mij vragend aan en schudde toen zijn hoofd.

 ‘Nee, sorry, Emma is een leuk meisje, maar dat is alles. Ik voel niets voor haar,’ zei hij. Ik knikte en stiekem was ik opgelucht. Maar anderzijds vond ik het zielig voor Emma. Hoe moest ik dit zeggen?

Sander ging dichter tegen mij aanzitten en wees een opdracht uit het boek aan die ik moest maken. Er hing een ongemakkelijke sfeer in het lokaal. Ik was bloednerveus en wilde gewoon weten wie hij leuk vond. Ik moest het weten, voor mezelf, maar vooral voor Emma.  Hij ging op tafel zitten terwijl ik me op wiskunde probeerde te concentreren.

‘Wie vind je dan leuk?’ vroeg ik uit het niets aan hem. Sander keek op en glimlachte naar me. Ik voelde me een idioot, dat ik het überhaupt vroeg, alsof het mij iets aan ging.

‘Een heel mooi, lief en leuk meisje,’ zei hij. Ik was direct teleurgesteld. Hij vond mij niet leuk en Emma ook al niet.

Ik snapte niet dat ik teleurgesteld was, ik wist gewoon al dat ik bij Sander geen kans maakte, ik was maar een vreselijk en misselijkmakend meisje.

‘Wat is er?’ vroeg Sander toen hij mijn teleurstelling zag.

‘Ik vind het gewoon zo zielig voor Emma, ze is helemaal stapel gek op je,’ zei ik.

‘Ik niet op haar, ik kan er niets aan doen, maar het is zo.’

‘Op wie dan wel?’ vroeg ik nieuwsgierig.

‘Waarom wil je dat weten?’ vroeg Sander terwijl hij een rondje door het klaslokaal begon te lopen.

‘Voor Emma,’ het was de halve waarheid. Emma wilde het weten, maar ik net zo graag. Hij keek mij aan en ging uiteindelijk weer naast mij op de stoel zitten. Ik voelde dat zijn blik op mij was gericht.

‘We zijn hier voor wiskundebijles,’ zei hij snel. Ik wist dat hij gelijk had, het ging mij ook niets aan. Sander begon iets uit te leggen.

Het viel stil. Het raam stond open en de wind waaide zacht door mijn lange blonde haren. Ik keek in Sanders prachtige blauwe ogen en hij in mijn lelijke bruine ogen.  Hij boog zijn hoofd langzaam naar de mijne en drukte zijn zachte, warme lippen op die van mij. Ik begreep het niet, maar beantwoordde zijn zoen, tot hij zich na een paar seconde weer terug trok. Het was een nog betere zoen dan de vorige. Sander keek mij aan, zonder ook maar één woord te zeggen. Ik begreep het niet en dat zei ik ook.

Geen uitweg meerWhere stories live. Discover now