Hoofdstuk 12

578 40 5
                                    

Mijn dagen in het revalidatiecentrum waren geteld. Ik had er drie maanden gezeten en dat was niet zonder resultaat. Ik kon tien minuten lang lopen met krukken zonder moe te worden, het duurde alleen nog een beetje lang. Na dat kwartier kakte ik in en gaf mijn linkerbeen het weer op.  Ik kon zelfs een paar treden de trap op en af lopen. Ik was snel vooruit gegaan de laatste weken. Nina en Jantine hadden vol verwondering naar me gekeken en waren oprecht trots op mij. En ik was trots op mezelf. Eindelijk had ik iets bereikt in het leven.

Sander en Lisanne kwamen mij vandaag ophalen. Ik had ze in drie maanden tijd ongeveer drie keer gezien. Ze stonden al buiten op de parkeerplaats te wachten. Ik lachte naar Lisanne en Sander toen ik naar buiten gereden kwam.

Sander kwam gelijk op mij afgerend toen ik buiten was. Hij kwam voor mijn neus tot stilstand en ging op mijn schoot zitten. Hij zoende mij op mijn mond en ik zoende terug. Na de zoenpartij, waar zowel Lisanne als Nina getuige van waren, omhelsde Lisanne mij. Ik lachte breeduit en bedankte Nina voor alles. Zonder haar en Jantine was het nooit gelukt.

Sander duwde mij naar de auto, uit gewoonte wilde hij mij uit mijn rolstoel tillen. Ik protesteerde, ik kon het zelf, ik had geen hulp nodig.

Ik pakte de krukken die achterop mijn rolstoel waren bevestigd en zette ze neer op de grond. Met moeite stond ik op en bleef ik enkele seconde staan. Mijn armen trilde en ik lachte naar Sander. Hij zoende mij kort voordat ik mij liet zakken op de achterbank. De rolstoel werd ingeklapt  en achterin de auto gedumpt. Met een grote lach op mijn gezicht en een arm van Sander om mij heen reden we naar huis. Eindelijk zou ik weer thuis zijn. En eindelijk durfde ik het ook mijn thuis te noemen.

De auto kwam tot stilstand en ik opende het portier. Sander reikte mij mijn krukken aan en ik liep naar de deur. Mijn rolstoel volgde mij en hielp mij niet. Het gaf mij een geweldig gevoel.

Binnen moest ik toch gaan zitten, anders lag ik zo direct om.

We hadden een welkom-thuis-taart en iedereen was opgewekt, behalve Jade.  Als blikken konden doden was ik allang overleden. Dan had ik het hele revalidatieproces niet eens gehad, ik was dan al dood voor ik er kon komen. Jade vond mij een vreselijk persoon en ik begreep waarom. Ze was bang, bang dat ik haar plek in zou nemen. Maar dat ben ik geen seconde van plan geweest. Het is niet eens in mijn hoofd opgekomen.

‘Zullen we naar boven gaan?’ vroeg Sander, toen de taart helemaal opgesmuld was. Ik knikte en merkte hoe mijn vriend mij uit mijn stoel tilde en mij in zijn armen nam. Ik lachte. De rest van het gezin lachte naar mij, ik zag dat ze oprecht blij voor mij waren. Sander liep met mij in zijn armen naar boven. Ik lachte en zoende hem toen ik op het bed neerviel. Hij zoende terug en kwam bij mij liggen. Onze kleding vormde een hoopje op de grond, naast mijn bed. Sander keek mij twijfelachtig aan, alsof hij iets wilde zeggen maar het niet durfde. Alsof hij mij ineens niet meer wilde. Misschien was het wel zo. Misschien wilde hij mij niet meer. Misschien heeft hij dat wel ontdekt toen ik aan het revalideren was. Misschien ontdekte hij toen dat hij toch nog van Noa hield, of misschien wel van heel iemand anders, maar niet meer van mij.

‘Wat is er?’ vroeg ik. Sander schudde zijn hoofd en begon mij vol overgave te zoenen. Ik draaide mijn hoofd weg en drukte mijn naakte lichaam dicht tegen de muur aan.

‘Wat is er?’ vroeg hij. Het was precies dezelfde vraag die ik hem een minuut geleden stelde.

‘Ik wil gewoon even niet,’ loog ik. Ik had juist het idee dat hij niet wilde en ik begreep niet waarom. Die verrekte onzekerheid van mij ook! Het speelde altijd op. Sander koos toch niet voor niks van mij? Hij hield toch van mij? Of was het allemaal schijn. Schijn bedriegt.

Ik bleef liggen en zweeg. Sander legde zijn hand op mijn schouder en gaf mij een zoen in mijn nek. Ik lachte flauwtjes en onderdrukte de opkomende tranen.

Geen uitweg meerWhere stories live. Discover now