Hoofdstuk 11

718 42 6
                                    

Sander omhelsde mij, hij zoende mij op mijn mond en ik zoende terug. Lisanne wachtte in de auto en keek vanuit haar ooghoeken hoe het verliefde stel, waar ik toe behoorde, afscheid nam. De zoende duurde minuten lang, maar dat interesseerde mij niets. Het kon mij niet lang genoeg duren. Ik hield van die jongen en ik moest hem een periode gaan missen. Hoe ik het vol ging houden vroeg ik me af, maar het moest wel lukken.  

Chris gooide de laatste tas in de kofferbak en lachte naar Sander en mij. Ik lachte terug en gaf Sander nog een laatste zoen. Ik moest gaan en zou eindelijk revalideren. Als ik terug zou komen zou alles beter worden, dan kon ik misschien weer stukjes lopen en dan kon ik misschien enkele seconde op mijn rechterbeen staan. Ik zou kunnen leven met mijn beperking, ze zouden mij alles leren.

Met tegenzin liet ik Sander los. Ik keek hem recht in zijn ogen aan en lachte.

‘Ik hou van je,’ zei hij. Er verscheen een grote glimlach op mijn gezicht.

‘Ik hou ook van jou,’ zei ik. Sander pakte mijn hand vast en drukte er een zoen op. Hij liet me los en ik reed in mijn rolstoel richting de auto. Lisanne zat al achter het stuur en Chris liep naar mij toe. Hij tilde mij op en hielp mij in de auto, op de bijrijdersstoel. Hij klapte mijn rolstoel in, om die vervolgens in de auto te zetten. Mijn nieuwe leven zou beginnen. Ik zou een aantal maanden of weken in het revalidatiecentrum zijn. Mijn leven zou veranderen, het zou beter worden. Misschien wel beter dan ooit. Het portier ging dicht en Chris ging naast Sander staan. Lisanne startte de motor en de mannen zwaaide. Ik zwaaide met een grote glimlach terug. De auto reed de straat uit en de zenuwen gierde door mijn lijf. Ik had geen idee wat mij te wachten stond, maar dat zou ik snel ontdekken.

We kwamen aan in het revalidatiecentrum. Lisanne parkeerde de auto en stapte uit. Ik opende het portier aan mijn kant en bleef wachten tot mijn nieuwe moeder mij hielp. Ze kwam met mijn rolstoel aangelopen en zette die naast de auto neer. Ik voelde hoe Lisanne mij uit de zitting trok en me in mijn rolstoel hielp. Vervolgens duwde ze mij richting de ingang van het gebouw. Het gebouw was makkelijk toegankelijk, het had vreemd geweest als er een trap voor de ingang stond, dus stond het er niet. De deuren gingen automatisch open. Ik werd een enorm gebouw ingereden. Eerst had ik gedacht dat het op een ziekenhuis zou lijken, maar het was anders. Het was minder wit en minder kil.

Bij de balie meldde ik mij aan en moest ik wachten op een vrouw, die ik tijdens het eerste consult ook al ontmoet had. Ik was hier al eens eerder geweest, maar toen viel mij niet op dat het hier niet zo kil en vreselijk was als in het ziekenhuis. Tijdens het eerdere consult had een revalidatiearts mijn situatie bekeken en mij verteld dat ik het beste hier terecht kon en niet op de revalidatieafdeling van het ziekenhuis. Ik vond het jammer en was liever thuis gebleven.

Nina Valk, mijn revalidatiearts kwam aangelopen. Ze stelde zich nogmaals voor, ook al wisten Lisanne en ik al wie ze was. Ze liep voor ons richting de lift, wij volgde de jonge vrouw.

‘We zullen je eerst nog een periode observeren, deze periode kan een aantal dagen duren, maar ook een aantal weken. Ik zal dan samen met de therapeuten een behandelplan voor je opstellen,’ vertelde Nina terwijl ze op het knopje vier drukte. De liftdeuren gingen dicht. Ik merkte hoe de lift langzaam in beweging kwam.  ‘Daarna gaan we je behandelen, dit kan door middel van groepssessies zijn, maar over het algemeen behandelen wij mensen individueel, voor het beste resultaat,’ ging ze verder. Ik hoorde een ping en zag hoe de deuren open gingen. We kwamen uit in een gang die in mijn voorstellingsvermogen langer was. Ik keek uit op ramen, die uitzicht boden op de parkeerplaats buiten. Ik telde vier deuren. Nina stapte de lift uit en knikte naar Lisanne, als teken dat ze kon volgen. Ze liep richting de kamer in de hoek, degene die het verst van de lift af was.

De deur werd geopend en ik werd de kamer ingeduwd waar ik de komende periode van mijn leven in zal wonen. Er stond een groot eenpersoonsbed bed in het midden van de kamer. Een wasbak en wat kastjes vulde de rest van de ruimte. In de hoek bevond zich een deur naar iets wat waarschijnlijk mijn badkamer zou zijn. Ik had de kamer klein verwacht, met een gedeelde badkamer. Maar eigenlijk leek het zo net een hotel.

Geen uitweg meerWhere stories live. Discover now